Personen

Philippe De Staerke

Een kort levensverhaal

Philippe De Staerke is begin jaren tachtig gangster van beroep. Hij stamt uit een familie van zigeuners en heeft een hoog stemmetje, dat heel erg contrasteert met zijn vervaarlijke uiterlijk. Zijn ouders en broers doen in lompen en rotzooi die ze op rommelmarkten aanprijzen als antiek. De Staerke is het type van boef dat veel geld steelt, maar het nooit lang bezit. Hij sukkelt van de ene relatie in de andere en blijft altijd weer berooid achter.

Een ex-vriendin herinnert zich hoe hij zich op een gegeven moment laat wijsmaken dat ergens op een kerkhof in Luik een barones zichzelf heeft laten begraven met al haar juwelen in de kist. Daar moet hij naartoe. In het midden van de jaren tachtig loopt De Staerke vooral in de kijker als leider van de Bende van Baasrode. Die bende opereert hyperefficiënt: er vallen nooit schoten, de Bende werkt postkantoren en winkels af binnen een vooraf vastgelegde tijdspanne van enkele minuten. De inmiddels weer op Belgische grond vertoevende Léopold Van Esbroeck wijt dat aan “de gewoonte om alles goed te plannen” en aan de “professionaliteit” van lieden als Dominique Salesse, hemzelf en Apostolos Papadopoulos.

Philippe De Staerke

Philippe De Staerke

Een grote whisky

“Als u daarover begint, dan zou ik beter een grote whisky bestellen en hopen dat dat helpt om over iets anders te kunnen praten”, zegt een vroegere topspeurder uit het Delta-team van Freddy Troch, de kleine onderzoeksrechter uit Dendermonde die De Staerke in 1987 in staat van beschuldiging stelde en zich een paar jaar later van het dossier ontheven zag door een interventie van justitieminister Melchior Wathelet (PSC). Waarna het hele Bende-dossier werd overgeheveld naar Charleroi, waar verder niets gebeurde. “Laat ons wel wezen”, zucht de speurder. “De Staerke was erbij. We weten niet in welke rol precies, maar hij wás erbij. We weten niet waarom, we weten niet op grond van welke motieven. Maar hij was er. Nooit hebben ze in Charleroi of Bergen de door ons vergaarde elementen kunnen weerleggen.”

Biografie

Philippe De Staerke – geboren op 28 augustus 1957 – was een Belgische crimineel. In de jaren ’80 van de 20ste eeuw viel hij op als leider van de bende van Baasrode. Het is nooit bewezen dat hij ook deel uitmaakte van de bende van Nijvel, maar tot op heden blijft hij een hoofdverdachte in de zaak rond de beruchte misdaadbende. Hij is de broer van Julien De Staerke, Robert De Staerke, Bertha De Staerke en Léon De Staerke, die eveneens in opspraak kwamen.

Philippe De Staerke groeide op in een zigeunergezin. Zijn familie trok naar verscheidene rommelmarkten waar ze probeerden om wat prullen te verkopen. Al gauw maakte De Staerke deel uit van het Brusselse misdaadmilieu. In de jaren zeventig was hij lid van het vreemdelingenlegioen. Kennissen noemde hem Johnny en hij raakte snel bekend als de broer van de bekende misdadiger Léon De Staerke.

Léon werd in de jaren zeventig berucht omwille van enkele zware diefstallen en kreeg de bijnaam Le Petit Léon (de kleine Léon). Philippe kwam pas in de jaren ’80 op het voorplan. Hij had financiële belangen in enkele nachtclubs, zoals Sleepy Lagoon. Deze privé-clubs waren een thuishaven voor verscheidene misdadigers, corrupte zakenmannen en politici.

Naast een aandeel in nachtclubs handelde De Staerke ook in drugs. In Brussel waren er straten waarvan de drugdistributie volledig in handen van Johnny De Staerke was, bijvoorbeeld de Charleroisesteenweg die uitkomt op de Louizalaan, de plaats waar onder meer gangster Patrick Haemers een nachtclub uitbaatte in dienst van z’n vader Achille Haemers. Patrick Haemers ging zichzelf ook regelmatig bevoorraden op de Charleroisesteenweg, tot grote ergernis van zijn broer Eric Haemers.

In 1981 kwam het tot een bijna dodelijke confrontatie tussen De Staerke en Eric Haemers. Die laatste kon niet meer aanzien hoe zijn broer Patrick zich verwaarloosde met de drugs van De Staerke. Eric reed dan ook naar de snackbar waar Patrick z’n drugs kocht en schoot er de ramen stuk. De Staerke reageerde furieus en bood mensen geld aan om Eric te vermoorden. Zo ver kwam het gelukkig niet. De twee mannen kwamen na de tussenkomst van een bemiddelaar samen en besloten de strijdbijl te begraven.