Dinant

13 Maart 1982: De overval

Op de Place Collard stappen twee mannen uit een wagen, de deuren achter zich dicht gooiend. Gehaaste mensen. Ze gaan de Rue Adolph Sax in, de drukste winkelstraat van Dinant. Met gezwinde tred lopen ze voorbij het tot museum omgevormde huis waar, begin vorige eeuw, de man geboren werd die het blaasinstrument zou uitvinden dat nu zijn naam draagt. Ze vertragen hun tred als ze ter hoogte komen van wapenhandelaar Bayard, een speciaalzaak voor jacht- en visartikelen.

Een vlugge blik naar rechts en links. Ze openen de deur en in de winkel gaat een bel. In een achterkamer heft de eigenaar het hoofd op, legt een schroevendraaier opzij en komt de winkel binnen. Daar ziet hij niemand. Hij vermoedt dat iemand, na de deur geopend te hebben, op zijn stappen is teruggekeerd. Terwijl Joseph Cattaï denkt, rinkelt de bel een tweede keer. Hij draait zich om en ziet twee schaduwen die, met een groot jachtgeweer in de handen, uit de winkel vluchten. Veel te vlug om ze te kunnen vastgrijpen, al zou de razende Joseph Cattaï niets liever willen.

Aan het einde van de Rue Adolph Sax en vlakbij de Place Collard waar ze hun wagen hebben gelaten, worden de gehaaste klanten van wapenhandelaar Bayard waargenomen door een voorbijganger. Later beschrijft hij hen als een man van middelmatig gestalte vergezeld van een grote, lijvige en potige kerel. Zeker is, dat de dieven zich in een wagen storten en dat die met gierende banden verdwijnt richting Frankrijk. Geen enkele ooggetuige noteert de nummerplaat van de vluchtauto.

Het onderzoek

De rijkswachtbrigade van Dinant opent een onderzoek en wapenhandelaar Jospeh Cattaï, die een hekel heeft moeilijkheden en liever de rest van de namiddag vissend zou hebben doorgebracht, moet de onderzoekers uitleggen hoe de dieven erin geslaagd zijn zich in zijn winkel te verbergen toen ze hem hoorden aankomen. En waarom ze uit het uitstalrek, waarin verschillende wapens stonden, alleen een geweer zonder bijzondere kenmerken, bestemd voor de eendenjacht, hebben geroofd.

Dit eendenroer had de wapenhandelaar gekocht bij Centaure, een Luikse wapenfirma. De houten kolf moest nog bewerkt worden, maar Cattaï had de afwerking uitgesteld omdat hij ook wel wist dat dit model wapen, voorzien van een dubbele loop van tachtig centimeter, weinig verkocht wordt in ons land. Munitie van kaliber 10 is eerder zeldzaam in België. Deze eendenroeren worden vooral gebruikt bij de jacht in de moerassen van Sologne …

Deze zaak wekt duidelijk geen beroering bij de rijkswacht van Dinant. Er zijn genoeg lopende zaken en ze heeft wel andere katten te geselen dan het opsporen van kleine gangsters die alleen maar een wapen voor eendenjacht hebben ontvreemd. In Dinant is men ervan overtuigd dat de dieven jagers moeten zijn, waarschijnlijk Fransen op doortocht in België. Kortom, de jaren gaan voorbij en niemand hoort nog spreken over het eendenroer van wapenhandelaar Bayard.

Het gestolen jachtgeweer nadat het werd teruggevonden in Ronquières.

Het gestolen jachtgeweer nadat het werd teruggevonden in Ronquières.

Jaren later …

Op een voormiddag in 1987 verrassen inspecteurs van de gerechtelijke politie van Nijvel Joseph Cattaï met een bezoek. Ze delen hem mee dat ze het jachtwapen hebben teruggevonden dat vijf jaar tevoren werd ontvreemd. Het in stukken gezaagd en in een plastiek zak verpakt wapen werd opgevist uit het kanaal van Charleroi, enkele honderden meters stroomafwaarts van het hellend vlak van Ronquières. In de zak zitten ook andere wapens, gebruikt door een bende moordenaars waarover de kranten vol staan en die de ‘Bende van Nijvel’ genoemd wordt.

Het eendenroer zou dus niet gediend hebben om eenden te schieten, maar om op menselijke wezens te jagen. Joseph Cattaï valt uit de lucht. Hier moet een vergissing in het spel zijn. Maar neen, de uit het slijk van het kanaal van Charleroi opgeviste stukken zijn wel degelijk afkomstig uit wapenhandel Bayard. Ze zijn goed bewaard en identificeerbaar. Zelfs de houten kolf werd niet bewerkt. De inspecteurs van de gerechtelijke politie van Nijvel hebben goed werk geleverd. Zij weten dat de firma Centaure slechts 17 stuks van dit soort eendenroer hebben gemaakt en dat de zestien exemplaren intact werden teruggevonden bij klanten van de Luikse firma.

Een nogal spectaculair schouderwapen met zijn naast elkaar geplaatste lopen, elk met een kaliber van bijna twee centimeter. De specialisten van de ‘Cellule Info’, de gemengde cel die in het leven geroepen werd door de rijkswacht en de gerechtelijke politie om het onderzoek naar de slachtpartijen tot een goed einde te brengen, begrijpt overigens niet goed welk belang dit soort wapen voor de gangsters kon hebben. In België werd nooit een hold-up gepleegd met een eendenroer, een zwaar en hinderlijk wapen dat slechts een kwaliteit bezit. Een eigenschap van hoofdzakelijk psychologische aard: zijn dubbele loop met een diameter die aan luchtafweergeschut doet denken, maakt veel indruk.


Bron » De Bende: Een documentaire | Paul Ponsaers & Gilbert Dupont | 1988