Re: Anderlues: 1 December

Ben wrote:

Aan de overkant van de juwelier lag een disco, waar WNP'er Eric Lammers gewerkt zou hebben.

Bron: Beetgenomen | Hilde Geens

Est-il exacte que vous avez été portier d’un dancing qui était situé juste en face de l’horlogerie Szymusik à Anderlues? Si oui, à quelle époque y étiez-vous portier? Si oui, quelle était le nom du dancing? Vous y étiez portier de votre propre choix ou était-ce une mission d’observation du couple Szymusik ordonnée par une ordre de mission du WNP?

Je fus portier au Cupidon chaussée d’Anderlues, au Moon,au Titos, à Charleroi puis au Vaudeville à Bruxelles et un peu au Jonathan. J’y travaillais pour me faire un peu d’argent de poche et perfectionner en situations réelles mon entraînement au karaté. Rien d’autre.

Bron » sites.google.com/tueriesdubrabant/

52

Re: Anderlues: 1 December

Merovinger wrote:

Je fus portier au Cupidon chaussée d’Anderlues, au Moon,au Titos, à Charleroi puis au Vaudeville à Bruxelles et un peu au Jonathan.

De Chausssée d'Anderlues bestaat niet in Anderlues. Ik vermoed dat Eric Lammers de Chaussée de Mons [N90] bedoelt, deze loopt door Anderlues. Als de dancing zich op deze baan bevond, dan is dat zeker niet "recht tegenover de juwelierszaak".

De Lammers-connectie is trouwens niet de enige link tussen WNP en Anderlues:

Entendre Bernard Mercier, après l'avoir identifié, sur son appartenante aux mouvements d'extrême droite dans la région d'Anderlues et de son appartenance au WNP.

Bron: Verzoekschrift onderzoeksrechter Schlicker | 31 juli 1985

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

53

Re: Anderlues: 1 December

Le 1er décembre 1983, deux bijoutiers (le bijoutier et son épouse) sont abattus à Anderlues. Les auteurs de ce crime ont fait usage de la Golf GTI volée à Ohain le 2 octobre 1983 qui a servi également lors du hold up de Beersel. L’expert en balistique établit de manière certaine l’usage du Colt 45 qui a servi au Colruyt de Nivelles et d’un des 7.65 pris aux gendarmes audit Colruyt de Nivelles (celui volé au gendarme Lacroix qui a tenté d’enrayer l’action de malfaiteurs en faisant usage de son arme sur le parking du Colruyt de Nivelles).

Peu temps après ce double meurtre à Anderlues, la Golf GTI est retrouvée Lobbes-Thuin, chemin de Hourpes.

L'instruction relative au double meurtre d’Anderlues est menée par mon honoré collègue, le Juge d'Instruction Maufroid de Charleroi.

Bron: Nota van onderzoeksrechter Guy Wezel aan Procureur Deprêtre | 20 februari 1984

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

54

Re: Anderlues: 1 December

Ik heb pas het boek Maffia van Raf Sauviller en Salvatore Di Rosa gelezen (aanrader trouwens) en vond er enkele interessante informatie in over het Italiaanse milieu in de omgeving van Anderlues.

De moord wordt onder andere in verband gebracht met een lading goud die Szymusik zou hebben gekocht van Sebastiano Di Luciano of met afpersing door de Cosa Nostra, de pizzo, waarmee de maffia niet enkel geld verdient maar vooral haar territoriale 'soevereiniteit' wilt vestigen.

Maffiakasteel

Vermoedelijk hebben zijn (noot: Matteo Messina Denaro) bezigheden hem in het verleden ook wel naar België geleid, meer bepaald naar Wallonië, naar Forchies-la-Marche in de buurt van Charleroi. Daar is het plaatselijke kasteel in 1987 in handen gekomen van Sebastiano Di Luciano van de aan Messina Denaro schatplichtige maffiafamilie Cuntrera. Di Luciano was ook gelieerd met Salvatore Fregapane uit het dorp Santa Elisabetta, een lid van de Cosa Nostra.

In de jaren tachtig zat Fregapane in de wapentrafiek, de drugsmokkel en de handel in gestolen auto’s, luxeauto’s die in België werden gestolen en naar Sicilië werden gesmokkeld. Dat deed de Belgische maffiaboss Fregapane onder andere met een andere maffiaman, Santo Barcella, die in 2011 werd vermoord en wiens lijk werd teruggevonden in een afvalzak in een bos in de buurt van de Noord-Italiaanse stad Bergamo.

In dit Belgische maffiakluwen zijn in de jaren tachtig ook al heel wat doden gevallen op de as Brussel-Charleroi-La Louvière, maar op geen enkel moment heeft de Belgische justitie toen de juiste conclusie getrokken dat de Cosa Nostra ons land had geïnfiltreerd en hier zelfs over autochtone handlangers beschikte zoals de Belgische Sicilianen Carmelo Bongiorno en de gebroeders Allata. En met hetzelfde aplomb bleven de Belgische rechters ervan uitgaan dat figuren als Di Luciano en Fregapane en hun activiteiten niets met elkaar te maken hadden. Di Luciano zelf werd zelfs niet verontrust tot 2003.

Toen werd er eindelijk een reusachtige politieoperatie uitgevoerd tegen het misdaadnetwerk dat Di Luciano vanuit zijn kasteel in Forchies beheerde, en ondertussen ook vanuit het kasteel in Hourpes, dat de Siciliaan voor zijn zoon had gekocht. Het was immers niet te verklaren dat Di Luciano, die een maandelijks inkomen van 650 euro opgaf en zijn vrouw liet stempelen, miljoenen euro’s kon spenderen aan de aankoop van kastelen, de inrichting van die kastelen en de aankoop van een vloot dure luxeauto’s – Ferrari’s en Bentleys. Bij die invallen werden honderden handwapens en ook zware militaire wapens in beslag genomen, plus enorme hoeveelheden geld, juwelen, auto’s en vastgoed.

In 2010 moesten Di Luciano en een dertigtal andere beklaagden, die voor het grootste deel een domicilie hadden in verafgelegen fiscale paradijzen of zelfs op op zee dobberende jachten, zich in Charleroi voor de rechters verantwoorden voor woeker, fraude en witwaspraktijken. Daar werd duidelijk dat vanuit het buitenland miljoenen naar het kasteel van Di Luciano stroomden, die hier werden witgewassen door de maffiaman van de Cuntrera’s – maar opnieuw legde niemand in de rechtbank het verband.

Bron: Raf Sauviller en Salvatore Di Rosa, Mafia, Manteau (pag. 395-396)

Verder vermelden zij ook dat de rechterhand van Toto Riina, Giovanni Brusca, vaak wapens aankocht in België en daarbij de Pulci’s gebruikte als tussenpersoon (p.472).

Re: Anderlues: 1 December

Poseur, kan je aangeven waar je een koppeling ziet met de Bende van Nijvel.

56

Re: Anderlues: 1 December

In het onderzoek naar de moord op het echtpaar Szymusik kwam de politie op een spoor dat leidde naar het Italiaanse misdaadmilieu en juwelensmokkel tussen Antwerpen en Milaan. Zie bijvoorbeeld de post van Ben en Bouten in zijn boek over de Bende. In 'Maffia' wordt volgens mij dat milieu beschreven. Wat de inhoud is van het onderzoek en hetgeen ontdekt werd op dit spoor weten we niet zeker omdat zowel de speurder die het spoor volgde als de broer van de vermoorde juwelier door de Bendecommissie achter gesloten deuren werden gehoord en er ook weinig concreet (namen) in de verslagen van de commissie staat. Er wordt enkel verwezen naar een organisatie, gevormd in het plaatselijke Italiaanse milieu (Morlanwelz en La Louvière worden genoemd) en actief in wapen-, drug- en autohandel. Di Luciano wordt ook genoemd als verkoper van een partij gestolen goud aan Szymusik, wat de reden zou kunnen zijn voor de moord op het echtpaar.

Volgens mij is de organisatie die wordt beschreven door Sauviller en Di Rosa de organisatie die wordt beschreven in het dossier rond Anderlues. Di Luciano wordt met naam genoemd, ze zijn Italiano-Belgen en actief in dezelfde sectoren (wapens, drugs en auto’s) in dezelfde regio.

Verder wordt in een PV (K55 - MA II - CWB - 26.06.1989 – PV 22854/89 ) gewag gemaakt van ‘banden tussen de entourage van Eric Lammers en een maffia-organisatie onder leiding van een zekere C.’ Is deze C. Carmelo Bongiorno? Of Carmelo D’Agristina, een andere belangrijke Italiaanse gangster uit de buurt?

Het interessante aan dit spoor is dat naast Anderlues het eigenlijk niet onmiddellijk kan gelinkt worden aan een van de andere bendemisdrijven, behalve dan mogelijke banden met Eric Lammers. Als de daders van dit misdrijf moeten worden gezocht in het plaatselijke Italiaanse maffiamilieu heeft dat serieuze implicaties voor het gehele bendedossier, dit zou immers een aanwijzing zijn voor de theorie die stelt dat de bendemisdrijven geen gemeenschappelijk achterliggend motief hebben en enkel dezelfde wapens werden gebruikt om verwarring te zaaien.

Wat daarnaast ook van belang is is dat indien men erin slaagt om aan te tonen dat Szymusik handelde met de Italiaanse maffia of beschermgeld betaalde, dit alleen al aannemelijk maakt dat deze maffiosi weten wie de moordenaars zijn, als ze het al zelf niet zijn. Als ‘hun mannetje’ vermoord wordt zullen zij immers gaan uitzoeken wie de dader is en genoegdoening eisen, zoals het de maffia betaamt. Indien de moord gebeurde in opdracht van een andere betrokken organisaties in de juwelensmokkel zouden zij hier ook van op de hoogte zijn.

Ik moet wel toegeven dat de Bendecommissie zei dat zij de waarachtigheid van de bevindingen over het spoor naar de Italiaanse maffia niet kon bevestigen en dat het grootste deel niet geverifieerd was. De eenzame speurder die dit spoor uitzocht gaf dit toe maar zei daarover onder andere:

"Meermaals bleken onze informatiebronnen opgedroogd net op het ogenblik dat we een betekenisvolle vooruitgang hoopten te boeken. Aangezien al onze informanten al te voortijdig overleden, waren wij niet in staat om de gangen van wie dan ook grondig na te gaan, gelet op het geringe aantal elementen dat we hadden verzameld in verband met het netwerk dat die informanten ons hadden gesignaleerd."

Al bij al vind ik dit toch een interessant spoor en zou Di Luciano en compagnie toch eens wat vragen gaan stellen.

57

Re: Anderlues: 1 December

En het dossier Godbille. En via de Pulci's, de bende De Staerke.

Re: Anderlues: 1 December

Duidelijk, dank voor de informatie.

59

Re: Anderlues: 1 December

In het dossier Godbille wordt inderdaad mogelijk ook gesproken over dit milieu maar er wordt voor zover ik mij kan herinneren geen expliciete verwijzing gemaakt naar het echtpaar Szymusik zoals dat wel wordt gedaan naar bendeslachtoffers Van Camp en Van den Eynde bijvoorbeeld. Ook is er geen sprake van Italiaanse maffia noch van een organisatie in de onmiddellijke omgeving van Anderlues/Morlanwelz/La Louvière. Ik heb het rapport nog eens diagonaal doorgenomen en vond inderdaad geen expliciete verwijzing maar ik kan ernaast zitten. Godbille heeft wel verklaard dat 'een koppelbaas' de speurders zou hebben gezegd dat de moord op het echtpaar Szymusik te maken zou hebben met het witwassen van winsten uit de wapen-en drughandel maar meer concrete elementen geeft hij niet.

De link Pulci-De Staerke is inderdaad gekend en wordt ook gemaakt in het boek maar die paragraaf komt uit een ander, niet gerelateerd, deel van het boek en de Pulci's waren toch vooral actief in Brussel? Wat dan weer wel interessant is is dat de Pulci's afkomstig zouden zijn uit Sommatino, een dorp in de provincie Caltanissetta. Het is juist in deze streek dat de regionale variant van de maffia, de Stidda ("De Ster"), actief is en de personen uit het boek (Di Luciano, Fregapane) komen uit deze regio en zouden tot de 'Stidda' behoren. Weet iemand toevallig of Rosario Pulci een stervormige tattoo had, dat is de 'membership' tattoo van de Stidda?

Of we dit milieu dus concreet kunnen linken aan de milieus omschreven in het dossier Godbille of aan de Pulci's is niet zeker. Het probleem is dat we bitter weinig concrete elementen (namen, vennootschappen, ...) hebben uit het gerechtelijke dossier en we weten dus niet of de eenzame speurder juist wel elementen had die wezen in deze richting. De Bendecommissie omschreef enkel de algemene lijnen en anonimiseerde de rest.

Wie het dossier wel heeft gelezen is de broer van de vermoorde juwelier, die ook zelf op onderzoek uitging en door hem weten we iets meer. Zoals de mogelijke betrokkenheid van P., Etienne Patteeuw, ex-werknemer van Valère Valcke. Die Valère Valcke was een andere juwelier uit de streek en is vermoord in 1980. Johnny de Staerke gaf aan hem te kennen en een van de verdachten zou Léon de Staerke zijn.

In Beetgenomen beschrijft Hilde Geens een en ander. De broer Szymusik zou onder andere familie in Polen hebben bezocht en die wisten meer omdat de juwelier zijn hart daar had uitgestort maar ze waren zeer angstig en pas na lang aandringen werd hun verklaring op papier gezet en aan onderzoeksrechter Lacroix overhandigd. Ze beschrijft ook dat er onderzoek werd verricht naar een 'Brusselse connectie' en dat Bultot, Bouhouche, Beijer en Léon de Staerke ter sprake komen maar echte concrete elementen en duidelijke aanwijzingen vind ik niet, al kan dat aan mij liggen.

Volgens de broer van de vermoorde juwelier zouden de mogelijke motieven achter de moord zijn:

  1. een gestolen lading juwelen die Szymusik gekocht had en daarmee de plannen van de partners in de zwendel doorkruiste

  2. de weigering beschermgeld te betalen of

  3. dat P. (Patteeuw?) hem de gestolen juwelen aanbood, hij weigerde en vervolgens werd bedreigd. Hij zou aangifte hebben gedaan maar dit PV kon niet meer worden teruggevonden.

Zowel de broer als de speurder die het onderzoek, alleen, deed werden gehoord achter gesloten deuren en willen niet veel kwijt over het dossier. Hilde Geens probeerde de speurder te bereiken maar deze zou volgens zijn vrouw 'die bladzijde hebben omgeslagen' en kwam niet aan de lijn, de broer van de juwelier vertelt wel wat maar ook niet alles. Hij zegt onder andere naar cafés rond Anderlues te zijn gegaan die werden gefrequenteerd door Italianen en luid vragen te hebben gesteld, nu zegt hij daarover "Wat een imbiciel ben ik geweest. Ik was jong en had geen idee met wie ik te doen had."

Een laatste element dat Hilde Geens vermeld is de Nederlandse Operatie Spaghetti. In 1988 werd er in Almelo een hold-up gepleegd op een juwelier, daarbij zou de politie beschoten zijn. Het spoor zou leiden naar "een club Sicilianen uit La Louvière en Anderlues met connecties met de Cosa Nostra". De Szymusik-speurder zou hier op gewerkt hebben.

60

Re: Anderlues: 1 December

Nog wat links tussen de "dossiers" en de Italiaanse maffia, voor wat ze waard zijn:

Het rapport "Panda" handelt over maffiosi zoals Oswaldo Felicetti en Sergio Ferrari. Sergio Ferrari (06/01/1943) is sinds 1996 ingeschreven op de avenue Jacques Sermon 25 in Ganshoren, het vroegere huis van Paul Cams (vermoord op 17/11/1983). Hij genoot "hoge bescherming" en was een goede vriend van Jean-Paul Dumont, met wie hij de vereniging "Week-end Ferrari-Ferrari Davide Organisation" had opgericht. Ferrari was ook de eigenaar van de firma Ferrarese, opgericht op 12/11/1968. De volgende namen zijn verbonden aan de firma: Sergio Ferrari en zijn vrouw Rossella Ferraresi, Jean-Luis Vossen en Christian Chavaillaz via het Zwitserse bedrijf Senrel. De rechterhand van Ferrari was Armando Colucci, eigenaar van het bedrijf Venecia. In het rapport wordt een netwerk beschreven van Italiaanse restaurants, opgezet door maffiosi afkomstig uit het Naamse, betrokken in frauduleuze faillieten.

De broers Haemers zouden een relatie hebben gehad met de dochters van Michel Lavalle, aan wie Achille Haemers geld zou hebben verleend voor zijn restaurants (dixit "Alain"). Michel Lavalle, van Siciliaanse origine en eigenaar van "Giardino d'Italia" en "Le vieux Bruxelles". Lavalle had vroeger een restaurant aan de Louizalaan waar veel mensen van de PJ langskwamen, inclusief Marnette, Christian De Vroom, Frans Reyniers. Ook Jean-Paul Dumont was vaste klant. Hij zou in contact hebben gestaan met Ferrera. De bende van Patrick Haemers stond ook via Basri Bajrami in contact met Italiaanse mafiosi. Maurizio Amico, bijvoorbeeld, werd in juni 1988 veroordeeld voor het plegen van hold-ups samen met Bajrami. Ook André Neisen, Ivan Tomicic en Edmond Duczyk waren hierbij betrokken. In januari 1992 werd Maurizio Amico samen met een andere vriend van Bajrami, Aldo Cardazzone, in Brussel aangehouden als leden van een Siciliaanse cokeline uit Caltanissetta. Ook Elio Anzalone (proxo) werd hierbij gearresteerd.

Op 7/11/1989 werd Giuseppe Dell Aera neergeschoten in Morlanwelz op bevel van Bongiorno.

Salvatore Fregapane was de leider van de Belgische tak van de Stidde, met Raimondo Graceffa en Santo Barcella als pionnen in Brussel. Ze werden bijgestaan door Pietro en Salvatore Allatta uit Chapelle-lez-Herlaimont. Salvatore Allatta was als "négrier" de opvolger van Carmelo Bongiorno, na diens veroordeling voor de moord op Stéphane Steinier, via de firma "Pro-Construct". Er zouden contacten zijn met Sebastiano Di Luciano. De broers Di Luciano ontvingen een lichte straf voor de wapenvondst in het kasteel van Forchies-la-Marche.

Bouten:

Na de vernietiging van de French Connection nam de Cosa Nostra de business over. Ze ontving de gevluchte corsicaanse chemici die de labs draaiende hielden, met open armen. De Sicilian Connection was geboren. De Belg Albert Gillet, een vriend van VDB, bijgenaamd Merluzzo (Italiaans voor "kabeljauw"), vloog in opdracht van de clans Inzerillo en Bontate minstens vijftienmaal met de Concorde naar New York met in zijn reiskoffers telkens een tiental kilo zuivere heroïne bestemd voor de familie Gambino. Die versneed de heroïne en coördineerde de verdeling via de Pizza Connection, enkele honderden pizzeria's in New York en Bew Jersey.

Gillet keerde telkens met de opbrengsten terug. De miljoenen dollars werden door Edgar Barbé, een agent van het BIC, en Paul Charlier, een Luikse wapenhandelaar die voor de Mossad werkte, witgewassen in Genève. Men schat dat ruim twaalf miljoen dollar in Palermo terecht kwam. Door het uitbreken van de mattanza, een maffiaoorlog tussen de clan van Palermo en die van Corleone onder leiding van de nieuwe sterke man Toto Riina, lag de weg breed open voor Farcy. Albert Gillet liet op de luchthaven van Rome tegen de lamp met tien kilo zuivere cocaïne, maar kreeg dankzij de tussenkomst van VDB in België maar een lichte gevangenisstraf. In een brief riep Gillet zelfs de hulp van de DEA in, want hij beschouwde zichzelf als een medewerker die recht had op bescherming. (...)