Etienne Delhuvenne geniet de reputatie een advocaat van extreem-rechts te zijn. Of een extreem-rechts advocaat, dat is niet geheel duidelijk. "Geen van de twee", zegt hij zelf. "Ik heb in 1981 een lid van het Front de la Jeunesse, verdedigd, dat is alles. Het was Jean-Luc Van Campenhout. De man werkte voor mijn vader, en hij wilde zijn job veilig stellen door de zoon van de baas als raadsman te nemen. Ik weet nog goed dat hij, toen hij me de eerste keer kwam opzoeken, vroeg: "Ik ben lid van een extreem-rechtse organisatie, vindt u dat erg?" Ik antwoordde: "Dat hangt ervan af. Wat heb je uitgespookt?" Het proces tegen het Front heeft al bij al zo'n zes maanden geduurd. Ik heb toen uiteraard een hoop volk leren kennen. Niet alleen Front-leden zoals Francis Dossogne, maar ook andere advocaten en journalisten zoals René Haquin van Le Soir."
Delhuvenne heeft aan het Front-proces nog ander cliënteel van verdacht allooi overgehouden. Claude Leroy, de gewezen substituut van het Brusselse parket en ex-kabinetsmedewerker van Jean Gol, die midden jaren '80 een nieuwe carrière begon als meester-oplichter en fraudeur, zit ook in zijn klantenbestand. "Het is niet omdat iemand een rare politieke overtuiging, of rare manieren heeft, dat hij geen recht heeft op professionele bijstand van een advocaat", zegt Delhuvenne.
Journalisten van het weekblad Humo hebben Etienne Delhuvenne in 1993 een paar keer ontmoet, telkens in aanwezigheid van Achille Haemers. Het waren lange, moeizame gesprekken. Achille Haemers wilde het Assisenproces dat op dat moment in het Brusselse Justitiepaleis werd gevoerd, en waar zijn schoondochter Denise Tyack terecht stond, op generlei wijze beïnvloeden. Hij wil de gewezen vrienden van zijn zoon geen schade berokkenen. Hij is trouwens zelf op doktersbevel weggebleven van dat proces. En Delhuvenne had geen zin om 'een oorlog te ontketenen die ik niet kan winnen'.
Hij beweert dat het gerecht enkele jaren geleden een dossier wegens fiscale fraude tegen hem heeft geopend, met als enige bedoeling hem als eventuele getuige ten gunste van Haemers ongeloofwaardig te maken. Het feit dat zijn dossier, dat in het geheel geen uitstaans heeft met de zaken die Haemers ten laste werden gelegd, toch aan het dossier Haemers is toegevoegd, is volgens Delhuvenne het mooiste bewijs daarvan. Delhuvenne beweert ook dat hij vrijwel dagelijks telefonisch met de dood wordt bedreigd: "Als je niet oplet, overkomt jou hetzelfde als je vriendje Patrick Haemers ..."
Een interview met Etienne Delhuvenne en Achille Haemers vind je op de website » De getuigen die niet getuigden