1,071

Re: Zoekactie Ronquières: 1985-1986

2018 Federaal Parket: Cel Delta als slachtoffer van manipulatie

Actueel wordt niet meer gesproken van manipulatie “door” de cel Delta maar spreekt men van manipulatie of poging tot manipulatie “van” de cel Delta. De cel Delta derhalve als slachtoffer en voorwerp uitmakende van manipulaties en / of pogingen daartoe. In de pers en de publieke opinie is dit echter niet zo overgekomen.

Volstrekt het tegengestelde derhalve.

De huidige hypothese als zou rechercheur V.P. door Lhost in 1986 in het team Delta zijn gedropt om de Delta leden ertoe te brengen om de zoeking in Ronquières te herdoen, via een constructie die V.P. samen met A. opzet, om vervolgens zelf zakken met wapens in het water te werpen, tart elke verbeelding, doet afbreuk aan de beroepsernst van de Delta leden en behoort immers tot het rijk van de pure fictie. Wat Lhost betreft, deze had immers het jaar voordien in 1985 de Rijkswacht verlaten.

Blijft bovendien de vraag waar zit de manipulatie. De ontdekking van de voorwerpen in Ronquières heeft het onderzoek niets nieuws bijgebracht. Hooguit heeft men door een bijkomende dumping het arsenaal vergroot. Reeds in november 1985 wist men dat de wapens die in Aalst geschoten hadden ook geschoten hadden in Temse, Colruyt Nijvel, en Beersel in 1983 en Eigenbrakel 1985. Alle feiten waren met elkaar verbonden door wapens en / of gebruik van dezelfde wagen. De vondst in Ronquières is niets meer of niets minder dan een bevestiging van deze linken en heeft derhalve geen enkele betrekking met manipulatie. Het is voor de Delta cel veeleer een statement waarbij men Politie en Justitie nog eens bijkomend te kijk heeft willen plaatsen. De wij waarop Politie en justitie de afgelopen jaren hiermee is omgegaan, heeft het statement van de bende alleen maar versterkt.

In deze context wil ik wijzen op het feit dat de cel Delta aan de basis ligt van de introductie van de leerstoel ballistiek van de Koninklijke militaire school, KMS, als wapendeskundige in het dossier, om op deze wijze de nodige professionaliteit en objectiviteit in het ballistisch onderzoek te brengen.

Delta beschuldigen van enige manipulatie in deze materie is derhalve ongegrond. Wanneer de gevonden zaken in het water zijn geworpen kunnen zij echter niet uitmaken.

Laat ons beperken tot de feiten. Wat vaststaat is dat er in de nacht na de overval in Aalst, van 10 op 11 november 1985 een dumping is gebeurd in de zwaaikom en dat de enige materiële link tussen de verdachte handelingen in 1985 en de vondst in 1986 de stukken van munitiedoosjes zijn die zowel op de oever in 1985 als bij de cheques van Aalst in 1986 zijn teruggevonden. De zak met de elementen van Aalst is bovendien de enige zak die wordt teruggevonden op de plaats van de verdachte handelingen in 1985 in casu het tweede ponton.

In diezelfde zak waarin de cheques werden aangetroffen wordt tevens het koffertje teruggevonden. De vertoonde corrosie wijst op langdurig verblijf in het water. Kan niet voorkomen uit een verblijf in een kelder zoals de cel Jumet aanhaalde. De foto’s van de cheques tonen overduidelijk dat zij zeker langer dan één dag, één week en zelfs één maand in het water hebben verbleven. Bovendien gewikkeld in twee plastic zakken. De vraag stelt zich welke cheques men aan een expertise heeft onderworpen. Die aan de binnenzijde van het pak die uiteraard beter bewaard zijn of die aan de buitenzijde, die zwaar aangetast waren. Verslag uitgaande het labo dd. 08 november 1988 en de foto’s van de cheques.

Ondertussen is gebleken dat het stuk kraag van de kogelvrije vest met bloedspoor deel uitmaakt van de eerste dumpingplaats. Hier zijn er toch duidelijk meer elementen van een langdurig verblijf in het water. Zo is ondermeer het recipiënt waarin de vele wapenstukken zaten om te dumpen, respectievelijk 15 en 4 meter van de kant, niet meer teruggevonden. De lange kaki vest is vergroend door het verblijf in het water. Dit maakt het verhaal toch heel bizar want dit impliceert dat de daders die dit bijkomende stuk in 1986 wilden dumpen, een dag of een week voor de vondst op 6 november 1986, exact gemikt hebben precies boven de plaats van de eerste dumping van wapens, 15 en 4 meter van de kant.

Eén en ander neemt niet weg dat het belangrijk is om alles op alles te zetten om de link tussen de vondst en de “dumpers” te leggen, als toegangspoort tot de opheldering van de feiten. Dit was de Delta cel hun intentie en is in de afgelopen jaren zeker niet veranderd. Alleen moet men de waarheid echter geen geweld aan doen.

Andermaal stelt men actueel een grote vooringenomenheid vast:

  1. Bij het argument dat de twee andere stukken van kraag kogelvrije vest gevonden op 6 november toch wel heel netjes waren, vermeldt men niet dat zij gewikkeld waren in een plastic zak. Verwijzend naar het Proces Verbaal van vaststellingen.

  2. De onderzoekers van de cel Jumet/Charleroi halen aan dat de inventaris niet duidelijk is opgemaakt. Trouwens volkomen onterecht. Uit de inventarissen kan duidelijk worden opgemaakt welk materiaal waar is gevonden. In elk geval zitten dergelijke gedetailleerde inventarissen in de dossiers. Er werd onderscheid gemaakt tussen de in beslag genomen stukken op 06 november 1986 (A serie, veelal losse stukken) en die op 07 november 1986 (C serie). In het Proces Verbaal wordt melding gemaakt welk materiaal in de eerste zak en welk materiaal in de tweede zak is aangetroffen. Zoals gebruikelijk kreeg elk stuk een apart nummer en werd afzonderlijk gefotografeerd. De inventarissen werden nadien wel gesplitst in functie van d verschillende lopende onderzoeken.

  3. De vraagstelling over de voorlegging van delen van kogelvrije vesten dd. 07 november 1986 aan de firma Wittock is vooringenomen en uitermate insinuerend terwijl dit in feite terug te leiden is tot een probleem van twee gescheiden gerechtelijke onderzoeken in handen van twee verschillende onderzoeksrechters. Een euvel waar pas later aan kon worden verholpen.

Opnieuw duikt er een indianenverhaal op, waaraan onmiddellijk geloof wordt gehecht: “het witwassen van de BMW van De Staerke met een rijkswachthelikopter.” Als men goed begrijpt zou in dit verhaal onderzoeksrechter Troch met Pint en V.P. de dag van de vondst op 6 november 1986 met een Rijkswachtheli uit Brasschaat ter plaatse zijn gekomen en zou deze helivlucht gebruikt zijn om informatie van een informant over een BMW van De Staerke, die later even verder in het kanaal was gevonden, wit te wassen door te stellen dat die was opgemerkt tijdens de helivlucht. Die BMW zou dan overgedragen zijn aan Nijvel (!!!) wat op zich al heel verdacht was aangezien Delta het dossier De Staerke onderzocht.

Ernst is in deze toch wel gewenst.

In werkelijkheid heeft de Delta Cel maar tweemaal beroep gedaan op een Pumaheli van Rijkswacht Brasschaat. Een eerste maal was op 13 november 1986. Dit om foto’s te nemen van de zwaaikom en het bos van Pepingen. Uitgerust met een warmtecamera van de Douane in een poging eventueel de begraven valies met wapens te detecteren. Dit samen met de instruerende magistraten in beide dossiers. Verwijzend eveneens naar verslag van Eerste Substituut Acke dd. 17 november 1986.

Een tweede maal is bij de duikactiviteiten naar een BMW van De Staerke in de steengroeve van Lessines. Aangezien het gevaar op een duikincident vrij reëel was diende permanent een Puma in stand-by te staan.

Die informatie dat De Staerke daar een BMW, die gebruikt was bij een misdrijf, had gedumpt is aan de Delta cel aangereikt door de BOB Halle kort na de vondst in Ronquières en was vermoedelijk afkomstig van informant N. aangezien zijn runner de aangever was. Dit werd binnen de cel Delta besproken op 14 november 1986.

Nog even ter herinnering zoals voorheen vermeld:

Toeval wil dat in de periode oktober-november 1986 inderdaad informatie werd verstrekt door de BOB Halle omtrent een dumpingplaats van de bende van Baasrode. Dit betrof echter de steengroeven van Lessines, wat later aanleiding heeft gegeven tot nieuwe duikwerkzaamheden met het 11de genie van Burcht. Enige verwarring is volkomen uitgesloten.

De duikactiviteiten zelf hebben pas veel later plaats gevonden, in februari 1987. Die BMW is echter niet gevonden. Duikactiviteiten tot op een diepte van 80 meter. Al deze elementen zitten in het dossier Delta maar werden andermaal niet gevonden. Zonder enige vorm van terugkoppeling wordt dit zonder meer als waarheid aangenomen.

Het voertuig dat op 12-13 november in Ronquières werd gevonden was een ander voertuig, en had niets met de dossiers Delta te maken. Zoals gebruikelijk werden de gevonden niet bruikbare voertuigen voor de Delta cel door hen overgedragen aan het plaatselijke parket.

Andermaal moet de cel Delta hiervan het nodige voorbehoud nemen.

Dit is nogmaals een bewijs wat tijd met het geheugen kan doen en dat alles, zonder enige vorm van kritische blik door elkaar wordt gehaspeld tot het bruikbaar wordt in de tunnelvisie van manipulatie.

Eind 2018 werd onderzoeksrechter Troch uiteindelijk gehoord tijdens een videogesprek dd. 13 november 2018 en op 23 november 2018, op zijn vraag, met Fed. Magistraat en met rechercheurs. Hierbij aanwezig de raadsman van de cel Delta.

Tijdens die gesprekken werden duidelijke onjuistheden verteld zowel door de magistraat als door de aanwezige rechercheurs. Het verhoor door de rechercheurs werd opgenomen in een Proces Verbaal. Alhoewel dat gesteld wordt dat het een integrale weergave is van het gesprek blijkt de tekst alles behalve een integrale weergave te zijn en blijkt hij een abnormaal aantal slordigheden, onjuistheden en subjectieve interpretaties te bevatten.

Door het ontbreken van woorden, slechte zinsvormingen, ... zijn verschillende alinea’s slecht/onduidelijk leesbaar. Delen van de uitgeschreven tekst van het videoverhoor zijn onvoldoende exact en/of onvolledig weergegeven en staan niet steeds in de juiste context, of worden door elkaar gehaald, waardoor passages inhoudelijk niet kloppen. Men schuwt hierbij geen tendentieuze stellingnames om het te doen passen in de tunnelvisie. Dit is werkelijk niet alleen storend en kwetsend.

Met betrekking tot Ronquières wordt een subjectief onderzoek gevoerd met een duidelijke tunnelvisie. De vraagstelling bewijst dat er meer geloof wordt gehecht aan verklaringen die vanaf 2012 worden afgelegd, zijnde 27 (Aalst) en 29 (Temse) jaar na de feiten. Dit is zéér gevaarlijke onderzoeksvoering en opent de poort naar bewuste en onbewuste fantasieverhalen, indianenverhalen en manipulatie, zoals onder andere het hoger aangehaalde voorbeeld van de heli en de BMW, operatie Parma, de verschillende versies van de informanten van Ronquières.

De grootste omzichtigheid dringt zich hierbij nochtans op. Spijtig genoeg is dit onder andere sedert 2012 alles behalve het geval.

Een en ander heeft zelfs geleid tot het weigeren om de verklaring te ondertekenen en tot de voeging van twee bijkomende verslagen met bezwaren en opmerkingen.

Men kan zich niet van de indruk ontdoen dat tijdens de verhoren die geleid hebben tot deze subjectieve tunnelvisie handig werd ingespeeld op de hiaten in het geheugen van de speurders van weleer, door hen enkel te confronteren met elementen die in de theorie van de onderzoekers van manipulatie passen en door de ondervraagden te onthouden van objectieve elementen uit het onderzoek van weleer. Die bij de meeste speurders op de achtergrond zijn verdwenen en zekerheden voor te schotelen die achteraf niet zo zeker blijken te zijn. Expertiseverslagen over het verblijf in het water, waardoor verklaringen ontstaan die in hun kraam passen. Uit ervaring weet men dat deze details in een collectief gesprek opnieuw naar boven komen, maar dit wordt steevast geweigerd.

Er wordt geen rekening gehouden met wat de tijd met het geheugen doet, waardoor veronderstellingen, waarheden worden. Er bestaan hier nochtans interessante studies over die men beter eerder had geconsulteerd.

Nooit werd sedert 2012 grondig overleg gepleegd over het dossier, nooit werden werkhypotheses teruggekoppeld of getoetst.

Evaluatie van de bron en informatie is blijkbaar niet aan hen besteed, zolang het maar in de theorie van manipulatie past.

Ondertussen gaat de sfeerschepping via de forums, facebooks en de media nog steeds door, vooral door de geschreven pers. Niettegenstaande een drie uur durend gesprek tussen OR. Troch met de Fed. Magistraat d.d. 13 november 2018 en de gemaakte afspraak voor een verhoor d.d. 23 november 2018, kon men op 21 november 2018 vaststellen in het dagblad ‘Le Soir’ dat er opnieuw een anti-Delta artikel/interview werd gegeven.

Het zou wenselijk zijn dat er prioriteit en verder doordreven onderzoek zou gebeuren naar ontbrekende getuigenverklaringen inzake Overijse onder andere. Prioriteit zou zijn dat er aandacht geschonken wordt naar belangrijke ontbrekende P.V.’s. Ook Hilde Geens, Etienne1420, is mijn vaststelling toegedaan dat de zaak Vanden Eynde rondom De Staerke, een doorbraak in het onderzoek zou kunnen betekenen. (Verslag Januari 2019) Op een zeer tactische wijze dienen ze een operatie op te starten. Een belangrijke piste met serieuze knopen die onderzoekers nog nooit onderzocht hebben en bij magistraten, bewust-onbewust, aan aandachtigheid is ontsnapt.

Eind 1986 zijn in het raam van het dossier De Staerke twee elementen belangrijk

  1. Enerzijds was er bevestigde informatie dat De Staerke Philippe, rond de periode van de feiten van Aalst over een rode Nissan en een grijze Golf GTI beschikte, waarvan de achterzijde gepantserd was. De rode Nissan was teruggevonden in het raam van huiszoekingen ten laste van K.. De grijze Golf was niet terug te vinden en de bendeleden weigerden ook elke verklaring hieromtrent. Uit de getuigenverklaringen te Aalst blijkt geen éénduidigheid omtrent de kleur van de Golf (groen of zwart) zodat het terugvinden van dit voertuig cruciaal was in het raam van de bewijsvoering.

  2. Anderzijds was er de informatie dat De Staerke zijn voertuigen en wapens dumpte in het kanaal Brussel-Charleroi. Dreggingswerken uit het verleden onder meer in de Zenne hadden reeds bewezen dat hij deze techniek toepaste. Vanuit BOB Halle kwam de informatie dat de steengroeve te Lessines, met een diepte van 110 meter, door de familie De Staerke werd gebruikt als dumpingplaats.

Op basis van die gegevens werd besloten te dreggen in het kanaal Brussel-Charleroi. Zo werd van 11 tot 26 september 1986 elke werkdag gedoken te Anderlecht, Halle en Nijvel. Tijdens de dreggingswerken in september en november werden tientallen voertuigen aangetroffen. Een materiële link naar De Staerke kon echter niet worden gelegd.

Bijkomende dreggingswerken zijn zelfs uitgevoerd op 10 december 1986 te Ronquères, echter zonder resultaat.

Waarover ook geen twijfel kan bestaan is het motief waarom de Delta cel zich om Ronquière bekommerden. De informatie omtrent het dumpen door de bende De Staerke in het kanaal, het feit dat één van de bendeleden, Patrick Ghijssels, in de buurt van het kanaal te Ronquières had gewoond en het tijdstip van de verdachte handelingen. De nacht na Aalst.

Nog een belangrijk detail. De dreggingswerken te Lessines hebben plaats gevonden van 23 tot en met 27 februari en op 7 en 8 april 1987, zonder resultaat en waarvan Proces Verbaal is opgesteld.

Zoals veel persberichten waartoe men verwijst en uitdrukkelijk voor waarheid worden aangenomen, in tegenstelling tot de werkelijkheid van onderzoeksdaden in het dossier, was hier op het forum ook spraak dat de duikactiviteit in Lessines werd afgebroken wegens ‘te gevaarlijk’. Onjuist dat er één duikactiviteit te Lessines heeft plaatsgevonden.

1,072

Re: Zoekactie Ronquières: 1985-1986

In deze wil ik nog eens aanhalen wat ik reeds in 2019 (en 2021) postte :

Kenniz05 wrote:

Ik wil in deze ook nog eens herhalen wat ik me in 2019 reeds afvroeg, ook m.b.t. tot de rol van F.A, die de informatie zou doorgespeeld hebben aan P.V. :

Vrij bizar ook dat men nooit heeft kunnen/willen achterhalen van wie de tip nu uiteindelijk effectief kwam. En ik bedoel daarmee de oorspronkelijke bron die voor de 'vondst' zorgde. F.A. heeft uiteindelijk (wel ruim na de feiten doordat de confrontatie zo lang op zich liet wachten maar soit) toegegeven dat hij aan de basis lag van de vondst (m.a.w. dat hij de info doorspeelde aan P.V.). Dan moet hij ook kunnen verklaren waar hijzelf die informatie vandaan haalde, toch?

Ofwel had hij zelf een getuige, een tipgever of dergelijke, ofwel kreeg hij gewoon de opdracht dit door te spelen. En dan rijst natuurlijk de vraag: van wie? Men moet toch tot bij de bron kunnen raken op die manier. Ik weet natuurlijk niet precies hoe dit juridisch dient (of diende) aangepakt te worden.

Maar als pakweg bij een moord het moordwapen gevonden wordt bij een persoon die er verder niet kan aan gelinkt worden, en die persoon zegt 'ik kreeg dat wapen van iemand anders', dan zit hij toch ook in de problemen áls hij niet kan/wil vertellen van wie hij dit wapen kreeg? Misschien een ietwat scheefgetrokken vergelijking maar ik wil slechts duidelijk maken wat ik bedoel.

Een tweede bedenking (niet meer dan dat) die ik mij dan maak : als er iemand die wapens erin gegooid heeft met als doel manipulatie, zou deze (toch vrij intelligente) persoon er dan ook niet bij stilstaan dat er inderdaad mogelijk zou kunnen achterhaald worden aan, de hand van de toestand van de voorwerpen, hoe lang deze wel (of niet) in het wat konden hebben gelegen ?

1,073

Re: Zoekactie Ronquières: 1985-1986

Kenniz05 wrote:

In deze wil ik nog eens aanhalen wat ik reeds in 2019 (en 2021) postte :

In verband met informaten waren er vroeger geen richtlijnen en dergelijke. Een politieambtenaar kan ten opzichte van het openbaar ministerie geen beroepsgeheim meer inroepen wat gerechtelijke informatie betreft.

Ingevolge artikel 44/11 in verband met de Wet op het Politieambt is een Politieambtenaar nu verplicht om zijn informatie te delen met PdK of OR en in tegengesteld geval is men nu als politieambtenaar zelfs strafbaar.

En dergelijke verslagen ivm informaten horen in de huidige wetgeving op de bijzondere technieken onder de noemer gesloten dossier. Ik kom hier vanavond nog op terug.

1,074

Re: Zoekactie Ronquières: 1985-1986

Na de vondst van enkele zakken met wapens uit alle Bende-overvallen in de zwaaikom van Ronquières vonden de speurders ook nog iets een 30-tal meter verder in het slijk. (*) Didier Schot wou de 1,5 meter modder uit de zwaaikom uitbaggeren om te weten wat er nog in zat. Hij vroeg dat in '90. Het is nog niet gebeurd.

Bron: Gazet van Antwerpen | 10 Juni 1997

(*) Ik heb geen idee wat ze in de modder gevonden hebben.

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

1,075

Re: Zoekactie Ronquières: 1985-1986

Als het tijdstip van de vuilzakken niet klopt, dan klopt de getuigenis van de frituuruitbater en de vrouw van de boswachter ook niet. Dan is de vraag; voor wie moesten ze liegen?

1,076

Re: Zoekactie Ronquières: 1985-1986

De scheepslift van Ronquières ligt voor lange tijd buiten werking door een afgeknapte kabel in bak 1 en bak 2 zijn ze al 5 jaar aan het renoveren. Aangezien er geen scheepvaart mogelijk is kunnen ze het kanaal eens tot in de vaargeul droogzetten. Heel simpel; je zet de sluis van Ittre open met een debiet verschil van 17 meter. En dat ze niet afkomen met fauna en flora of instorten van de oevers. Heel veel kanalen en rivieren worden soms drooggezet voor onderhoudswerken, bv. de Maas wordt af en toe drooggezet.

Re: Zoekactie Ronquières: 1985-1986

Vorig jaar hebben ze tussen Seneffe en Bornival al een keer grote kuis gehouden. Veel autowrakken maar precies geen verdachte zaken. smile

1,078

Re: Zoekactie Ronquières: 1985-1986

kenza wrote:

Heel simpel; je zet de sluis van Ittre open met een debiet verschil van 17 meter. En dat ze niet afkomen met fauna en flora of instorten van de oevers.

Als je graag een tsunami wilt, dan moet je de sluisdeuren open zetten. (Wat trouwens nooit gebeurt. Als de deuren aan één kant open zijn, dan moeten ze aan de andere kant gesloten zijn.) Daarnaast moet al dat verloren water terug aangevuld worden. Dus nee, ze gaan het kanaal nooit droog leggen als er andere manieren zijn om te zoeken naar objecten in een kanaal (sonar, metaaldetectors, magneetvissen, ...).

Ter info: Het waterniveau wordt niet door de sluis geregeld maar wel door schuiven op naastliggende riolen die ondergronds naast de sluiskolk liggen.

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

1,079

Re: Zoekactie Ronquières: 1985-1986

Bij de zoekactie te Ronquières werd o.a. een verpakking 'silicone' gevonden. Weet iemand of die op een foto staat en of ooit onderzocht werd of het om hetzelfde type ging als door een verdachte in het dossier werd gebruikt om valiezen die begraven werden dicht te kitten?

1,080

Re: Zoekactie Ronquières: 1985-1986

Boemerang wrote:

Parkhotel Kortrijk, 5 oktober 2010. Philippe Vermeersch maakte als lid van de BOB van Aalst deel uit van de Delta-cel van Dendermonde. Het grijze haar in een staartje, om de hals een gouden ketting, eerder tenger gebouwd, rokershoest. Hij benadrukt voor de zoveelste keer dat dankzij hem in november 1986, één jaar na de bloedige overval op de Delhaize van Aalst, twee zakken met bendevoorwerpen uit het kanaal Brussel-Charleroi werden opgevist. Hij was maandenlang de persoonlijke ondervrager van Johnny de Staerke (*Philippe), die verdacht werd van deelname aan de slachtpartij in de Delhaize van Aalst. Vermeersch is er honderd procent van overtuigd dat de gangster betrokken was bij de bende. Pas na een grondige herlezing van het dossier - en niet dankzij een tip van het milieu zoals hier en daar werd beweerd - besloot de Delta-cel opnieuw te dreggen in de kanaalkom van Ronquiéres waar toen toevallig een Duits schip met speciale dregapparatuur in de buurt lag.

Bron: Guy Bouten, De Bende van Nijvel en de CIA (p. 243)

Dessalniettemin: Vermeersch deelde een informant (of kreeg een informant toegespeeld?) met Yves Zimmer van de GP-Brussel. Deze informant zat in de omgeving van De Staerke. Valt dit in verband te brengen met de Brusselse GP'er Marnette (de "buddy" van Zimmer) van wie wordt gezegd dat hij een tip kreeg dat er wat in Aalst ging gebeuren en die vlak na de overval in een burger-Golfje met zwaailicht in Denderwindekke (of Denderleeuw?) is gezien? Hij zou zich, op weg naar Aalst, omgedraaid hebben toen hij over de politieradio hoorde dat er een aanslag op de Delhaize was geweest.

Overigens waren ook Francis Dossogne en Georges Vandycke informanten van Zimmer, ze waren ook bevriend en deelden hun politieke opvattingen. De hele bups, inclusief Marnette en Reyniers, kwam dan weer bij club Jonathan over de vloer. De 100% zekerheid die Vermeersch geeft over dat er iets in het kanaal lag doet, ondanks zijn ontkenning, vermoeden dat er idd via een informant (al dan niet via Zimmer) heeft aangegeven dat er bewijsmateriaal gedumpt was.

En niet veel later is het bonje tussen Delta en de GP-Brussel, Delta-speurder kolonel Eric Sack had het in de tweede bendecommissie over de 'etterbuil die moest worden weggesneden', en hij noemde de toenmalige commissarissen Yves Zimmer, Georges Marnette en Reyniers.

Zoek de overeenkomsten…

Om deze post niet onleesbaar lang te maken, zijn er maar enkele vergelijkbare voorbeelden hieronder opgesomt. Mocht het nog steeds niet duidelijk zijn waarom de Delta-cel kost wat kost moest gestopt worden en wat het aandeel van de - tot corruptie veroordeelde - superflik Reyniers en zijn collega’s hun aandeel daar o.a. in was.

De Delta-cel was al deze relevante sporen aan het doorzoeken en de duidelijke verbanden aan het leggen.

En opeens zorgde Beijer en anderen voor de wonderbaarlijke vondst in Ronquières, bewezen manipulatie, tot dan was Beijer een informant voor het onderzoek naar deze Bende van Nijvel waar hij desondanks en tegenstrijdig blijft over beweren er dan toch niks mee te maken hebben.

En opeens moest het onderzoek persé over geheveld worden en werd alles eraan gedaan om de Delta-cel te compromitteren. Met succes. En opeens sinds toen (!) kwamen de ‘Roze Balletten’ boven water dankzij Marnette en Reyniers. Blijkbaar hadden deze heren een videotheek die videobanden van deze Roze Baletten aan José Vanden Eynde, Elise Dewit, Léon Finné en anderen uitleenden. De mensen slikten het allemaal als zoete koek. Zoethoudertjes. En de aandacht weg van hetgeen werkelijk relevant was.

Tiens wrote:

Een gewezen Brusselse magistraat, die indertijd onderzoek deed naar terreurorganisatie CCC en de Bende van Nijvel, verklaarde een jaar later in een brief aan onder meer de partijvoorzitters dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel gesaboteerd werd en dat Bouhouche en Beijer bescherming kregen.

Dat dus niet alleen, zoals eerder gezegd werden hun namen (en nog anderen bij de rijkswacht) uit het gerechtelijk onderzoek dat de basis zou vormen voor het 'proces François' of noem het maar 'proces farce' geweerd. 

Met succes.

Ben wrote:

Op 3 september 2008 begon het proces Habran. Eén van de beklaagden was Jean Renson. Over deze persoon zegt Habran het volgende: "En Jean Renson is al honderd jaar mijn beste vriend." Maar die Renson heeft - althans volgens privé-detective André Rogge - een paar zeer interessanten vrienden. Het volgende verhaal komt uit het boek Het riool van België van André Rogge.

(...) In het betoog van Reyniers (Rogge was goed bevriend met GP'er Frans Reyniers, nvdr) is er één element dat mijn aandacht trekt. Er is een verband tussen de Bende van Nijvel en een overval op een wapenhandel in Waver in september 1982, een aanval waarbij een politieagent gedood werd. De daders zijn toen op de vlucht geslagen in een blauwe Volkswagen Santana, die dezelfde avond brandend teruggevonden zou worden in Watermaal-Bosvoorde, aan de rand van het Zoniënwoud, in de onmiddellijke omgeving van Brussel. Reyniers: "Laat in de nacht die volgde op de overval op de wapenhandel in Waver, kwam Renson (Renson en Rogge kenden elkaar van vroeger, nvdr) mij thuis in Edingen opzoeken. Hij was behoorlijk in de war. Hij vertelde mij over die overval en die uitgebrande wagen."

In 1985 heb ik al door dat Renson een van de informanten van Reyniers is. Renson heeft hem belangrijke informatie bezorgd, die leidde tot de arrestatie van twee Belgische misdadigers die in de omgeving van Parijs ondergedoken waren. Reyniers is op de hoogte van mijn persoonlijke grieven tegen Renson, maar uit voorzorg herinner ik hem er nog eens aan, om aan te tonen dat mijn verslag over de overval op de wapenhandel in Waver opgesteld is zonder wraakgevoelens of rancune, ook al is die gerechtvaardigd, te laten meeslepen.

In de nacht van 30 september op 1 oktober 1982 belt Renson me dus uit bed om hem een belangrijk probleem te helpen oplossen. In de late namiddag of late avond maakten hij en een zekere De Staerke een wandeling in Watermaal-Bosvoorde, niet ver van de plek waar enige tijd later de uitgebrande Santana zou worden teruggevonden. De twee mannen werden onderworpen aan een routinecontrole op de openbare weg en moesten hun identiteitspapieren aan de politie-agenten overhandigen. De documenten werden meegenomen in het politiebusje om ze op hun echtheid te onderzoek, waarna de twee mannen hun weg mochten verder zetten. Naar zijn eigen zeggen, hoorde Renson later via de radio of televisie van de overval in Waver en de ontdekking van de uitgebrande Volkswagen, op een paar honderd meter van de plek waar zijn identiteit gecontroleerd was.

Om een lang verhaal korter te maken: Renson vraagt aan Rogge of hij kan nakijken of zijn naam en de naam van zijn metgezel zijn opgeslagen in de centrale computer van de politie. Hij is bang dat de politie een verband zou kunnen leggen tussen hun aanwezigheid en de uitgebrande wagen. Volgens Renson had zijn metgezel - Philippe De Staerke - valse papieren en een wapen bij.

Voorbeeld: Na een bijéénkomst van nabestaanden en onderzoekers in de Rijkswachtkazerne van Jumet woedde er een heftige discussie tussen - wijlen journalist van Le Soir René Haquin en de onderzoekers Ruth en Vos. Daarbij verweet Dhr. Haquin - drie maanden voor zijn dood- dat deze onderzoekers geen onderzoekers meer waren omdat dat ze in de praktijk de facto de rol van advocaat speelden voor de Heren Bouhouche en Beijer. Deze twee hoofdverdachten hadden in de praktijk eigenlijk geen advocaten meer nodig - dixit René Haquin - aangezien ze door deze twee speurders systematisch beschermd werden.

Voorbeeld: Na de overval van 9 november 1985 kwam daar vijf jaar later de volstrekt illegale overheveling bovenop van de dossiers Aalst en Temse naar de Rechtbank van Charleroi. Dit onrecht heeft Mevrouw Callebaut in de Rechtbank van Gent live onder haar neus zien gebeuren. Hoe staande en zittende magistratuur onder één -illegaal- hoedje speelden. Dit alles onder zware politieke druk vanuit het kabinet van toenmalig Minister van Justitie Melchior Wathelet. Van daaruit werd die dag een fax gestuurd naar het kabinet van Procureur-Generaal Norbert Bauwens te Gent om deze overheveling naar Charleroi af te dwingen. Met de illegale overheveling als gevolg. Een illegale overheveling die trouwens jaren later bevestigd werd door een Rechtbank in Charleroi die daar niet eens voor bevoegd was!

Voorbeeld: Tijdens de zittingen van de 2de Parlementaire Onderzoekscommissie toonde Mevrouw Callebaut aan Meester Dirk De Meerleer uit Aalst - hij vertegenwoordigde ook Burgerlijke Partijen - een getuigenverklaring over de aanwezigheid van de ‘Bende van Nijvel’ in het centrum van Aalst, tijdens de namiddag al van 9 november 1985. Dit PV bevatte heel gedetailleerde persoonsbeschrijvingen en beschrijvingen van de voertuigen van de daders en hun bewegingen in het centrum van Aalst. Toen wij de onderzoekers van de CBW daarover aanspraken, ontkenden onderzoekers Ruth en Vos formeel het bestaan van een dergelijk PV. Toen we hen later dit PV onder de neus duwden moesten ze eerst hun nota’s verifiëren, zeiden er, alvorens ze gingen reageren. Die reactie kwam er uiteraard niet. Omdat er van hen geen reactie volgde vroegen we hen er weken later opnieuw naar. Toen lieten ze weten dat dit PV - waar ze dus vooraf nog nooit over gehoord hadden - geen ‘nieuwe feiten’ bevatte!

Raar verhaal dus:

Raar verhaal. Reyniers zou door advocaat Graindorge zijn getipt dat zijn leven in gevaar was. Reyniers denkt na en besluit dat het gevaar alleen kan komen van twee gangsters die kort daarvoor zijn ontsnapt. Hij roept zijn informant Montel en zet hem onder druk om te verraden waar die twee uithangen. De twee worden opgepakt.

Nadien gaat hij naar Habran en legt hem uit dat er maar twee mensen in staat waren om die twee te verraden, Montel en Habran zelf, en aangezien het Habran niet was ... Kort erna wordt Montel geëxecuteerd. Ook Marnette is figurant in dit verhaal. Dit zou maar een van de versies zijn en sommigen twijfelen sterk aan deze voorstelling door Reyniers.

Sommigen twijfelen sterk aan Reyniers. Montel wist duidelijk teveel. Of had ook hij een videobandje van de Roze Balletten op zak?

En wat heeft alle bovenstaande te maken met de Slimans, NAVO, Gladio, de occulte verering van Hitler en alle tekens die de Bende van Nijvel hiertoe zou achtergelaten hebben en nog meer van die kul?

Is het negeren van alle bovenstaande - bewezen! - informatie de beste optie om tot ‘een waarheid’ te komen of spelen er nog andere zaken mee om dit in gelijk welke ‘theorie’ of ‘hypothese’ of ‘stelling’ compleet te negeren?