21

(502 replies, posted in Algemeen)

» jordanray.be

In de praktijk strekt de wettelijke geheimhoudingsplicht zich uit over de onderzoeksrechter, de procureur, de politie, de experten in het onderzoek.

Een wijdverspreid en hardnekkig misverstand is dat de geheimhoudingsplicht in het strafonderzoek ook zou gelden ten aanzien van de betrokken partijen zelf. Alsof de verdachte of het slachtoffer zich in volstrekt stilzwijgen zouden moeten hullen zodra een gerechtelijk onderzoek zich ontplooit. Zover reikt de geheimhoudingsplicht in het strafonderzoek evenwel niet..

De verdachte en het slachtoffer zijn géén personen die beroepshalve hun medewerking verlenen aan het onderzoek. Dit geldt evenzeer voor hun advocaten die, hoewel gebonden door hun beroepsgeheim, niet de ambtelijke plicht hebben een strafonderzoek geheim te houden.

Strafonderzoeken handelen ook over zaken die het publiek kunnen beroeren. Het publiek heeft recht op informatie. Tegenover het geheim van het onderzoek en de individuele rechten van de betrokken verdachten of slachtoffers, staat het recht op informatie van de burger.

Het gerechtelijk werk is onlosmakelijk verbonden met het maatschappelijk leven.

Strafonderzoeken handelen ook over zaken die het publiek kunnen beroeren. Het publiek heeft recht op informatie. Tegenover het geheim van het onderzoek en de individuele rechten van de betrokken verdachten of slachtoffers, staat het recht op informatie van de burger.

22

(72 replies, posted in Gladio)

Eindelijk nog eens een zeer goed artikel van Thierry Debels in P-magazine dus.

Helpt archief van André Moyen om raadsel van Bende van Nijvel eindelijk te kraken?

Lees dit artikel goed, koppel daar aan de twee getuigenissen van de kolonels die ik eerder postte . En volgens mij kom je dan heel dicht bij die zogenaamde Bende. Let op, bijlange niet alle feiten van die zogezegde Bende zijn feiten die aan deze theorie kunnen gelinkt worden.

Kan het archief van Moyen de Bende helpen oplossen? Deels wel, maar ook de factor " geluk hebben" zal een rol spelen. Want blijkbaar hadden alle mensen die rapporten kregen van Moyen alle briefwisseling verscheurd, behalve één.

"Gerard: “We weten niet of André Moyen zelf de opdracht heeft gekregen om een politieke moord te laten uitvoeren. We weten wel dat hij in zijn maandelijkse rapport de moord op Lahaut beschreef. Dat rapport bezorgde hij aan zijn vaste contacten: (Herman) Robiliart, de chef van de militaire veiligheid, speurders bij de gerechtelijke politie en politici zoals Albert De Vleeschauwer. Zo hebben we de moord ook kunnen oplossen: De Vleeschauwer had, in tegenstelling tot anderen, de bladzijden over Lahaut niet vernietigd.”

"De moord op de voorzitter van de Kommunistische Partij, Julien Lahaut, op 18 augustus 1950, was het werk van het anticommunistisch netwerk van André Moyen. Dat netwerk werd gefinancierd door de haute finance en had nauwe contacten met politiek, politie en staatsveiligheid.

Dat verklaart waarom de opeenvolgende onderzoeksrechters hun tanden stukbeten op het dossier omdat een aantal cruciale stukken voor hen verborgen bleven. Dat blijkt uit het onderzoek van het CegeSoma (Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij), dat dinsdag wordt voorgesteld in de Senaat, die de opdracht gaf tot het onderzoek.

‘Vive la République’

Lahaut werd in Seraing in zijn woning vermoord, een week nadat hij bij de eedaflegging van koninklijke prins Boudewijn 'Vive la République' geroepen had. Aanvankelijk werd ook in die richting gedacht voor het motief van de moord. Lahaut zou vermoord zijn door leopoldisten, die het niet namen dat koning Leopold III tot aftreden gedwongen werd wegens zijn omstreden houding tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er werd ook geopperd dat het om een afrekening onder communisten ging, maar het was tot 1985 wachten op het eerste wetenschappelijk onderzoek. Rudi Van Doorslaer en Etienne Verhoeven verlegden de focus in ‘De moord op Lahaut’ naar de anticommunistische inlichtingendiensten, die in de opkomende Koude Oorlog aan het werk waren, naast de officiële inlichtingendiensten. De auteurs slaagden er ook in om twee daders van de aanslag op Lahaut te identificeren.

Blind

In 2011 startte een nieuw onderzoek als gevolg van de in 2008 eenparig gestemde resolutie van de Senaat. Emmanuel Gerard, Widukind De Ridder en Françoise Muller komen in 'Wie heeft Lahaut vermoord? De geheime Koude Oorlog in België' tot de conclusie dat niet de koningskwestie, maar de Koude Oorlog het kader is waarbinnen de moord op Julien Lahaut moet geplaatst worden. Daarvoor doorploegden ze een rist private en openbare archieven, zoals het gerechtelijke onderzoek van Luik.

Dat laatste bleek vernietigd te zijn in 1996, maar de advocaat van de burgerlijke partij had in 1976 een kopie van het volledige onderzoek (11.000 pagina’s) laten maken en neergelegd bij de KP. Hun onderzoek leerde onder meer dat een aantal documenten wel in de archieven van politie, politici of staatsveiligheid terug te vinden waren, maar nooit in handen kwamen van de opeenvolgende onderzoeksrechters. 'De onderzoeksrechter liep blind rond in de kamer', aldus Gerard.

Rapporten

De onderzoekers kregen een goed beeld van het ‘Netwerk’ van de spion André Moyen, dat royaal gesubsidieerd werd door grote maatschappijen zoals de Société Générale en Brufina en zijn oorsprong vond in de anticommunistische strijd. Moyen verdiende zijn sporen in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en was ervan overtuigd dat na het nazisme het grootste gevaar vanuit het communisme kwam.

Moyen stuurde zijn rapporten naar verschillende bronnen - zijn broodheren, politici zoals Albert De Vleeschauwer (minister van Binnenlandse Zaken in 1949-50), politiediensten en de staatsveiligheid. De onderzoekers wijzen in dit verband op de verwevenheid van de officiële en private inlichtingendiensten. Op vragen van het gerecht wordt het belang van Moyen en zijn rapporten steevast geminimaliseerd. Dat in deze diensten ook agenten van het Netwerk zaten, was hier niet vreemd aan. Moyen is niet meer dan een journalist, luidt het, verwijzend naar zijn dekmantel.

Cruciaal in het onderzoek is het rapport 'Activité du Réseau pendant le mois d’août 1950' (activiteiten van het netwerk tijden de maand augustus 1950, de maand dat Lahaut vermoord werd), dat zowel teruggevonden werd in het archief van De Vleeschauwer, van de politieke afdeling van de Antwerpse Gerechtelijke Politie en van de afgevaardigd-bestuurder van Union Minière, een dochter van de Société Générale. Bij de laatste twee kopieën is het laatste deel, met daarin het motief voor de moord, afgesneden."

Bron » p-magazine.com

23

(502 replies, posted in Algemeen)

Kan zijn dat men "inlichtingen" aan Ben gevraagd heeft he... Zou niet de eerste keer zijn denk ik. Als Ben schrijft, nog niet in de pers, zullen we het ooit wel te weten komen zeker.

Misschien is de cel weer in de belachelijke modus van forumleden of journalisten te gaan bespioneren en/of verhoren geraakt. Uit pure wanhoop. Als bepaalde verdachten forumleden gaan viseren die op de twee fora zitten dan moet het ons eigenlijk ook niet verbazen dat de cel dit zou doen.

Ze zouden beter gaan zoeken in hun eigen dossiers denk ik dan. Vandaag nog eens een uitspraak van toenmalig minister Geens van Justitie herlezen.

"Denkt u dat de namen van de Bende-leden in het dossier staan, zoals onder anderen Jef Vermassen beweert.

Geens: “Ja. De oplossing en de namen zitten al jaren in het dossier: Bouhouche, Beijer, de clan rond De Staerke, een Joegoslaaf enzovoort. In de loop der tijd is tenslotte toch een tiental mensen in beschuldiging gesteld, omdat er serieuze aanwijzingen waren voor hun betrokkenheid.”

Bron: interview Knack

Geens verdenk ik er niet van zomaar wat uit zijn botten te slaan.

24

(72 replies, posted in Gladio)

Het zal je verbazen maar ik ben het roerend eens met je bovenstaande post. Maar probeer mij dan eens uit te leggen hoe je de belangrijkheid van André Moyen in dit dossier kan koppelen aan ordinaire dievenbendes? Waarom zou André Moyen dan een interessante persoon zijn maw ik versta die kronkel in je denken niet. En neen ik sluit niet uit dat men een beroep deed op gekende en minder gekende gangsters waaronder dieven. Net zomin als ik je begrijp met je mededeling dat het onderzoek nog volop bezig is. Ook wat dat betreft moeten we misschien enige nuance aanbrengen want ik vermoed dat men afgelopen december inderdaad nog bezig was aan het afwerken van de laatste DNA-sporen.

Op het franstalige forum heeft iemand het zo uitgedrukt: "Het publiek moet weten of deze cel werkt of niet. Van buitenaf lijkt er niets aan de hand. Het is tijd voor verantwoording. Doen ze er echt onderzoek naar en wat zijn de gewerkte uren per dag? Of zijn ze beheerders van een museum en als ze beheerders zijn van een museum, onderhouden ze het museum dan, classificeren ze de stukken, enz.? Of draaien ze met hun duimen terwijl ze wachten op een recept dat niet zal komen als ik het goed begrijp?"

25

(72 replies, posted in Gladio)

Wij vertrekken straks maar jij moet je niet verplaatsen want ik kan mij niet voorstellen dat documentatie over ordinaire dievenbendes ooit de classificatie "geheime documenten" kreeg. Smiley.

26

(1,135 replies, posted in 1983)

En waren dat dan volgens jou overal dezelfde dieven Ben? Want anders heeft men ze minstens 28 keren gestoord? VDB zou zeggen ... trop is te veel en te veel is trop.

27

(502 replies, posted in Algemeen)

Of u heeft een zeer zeer slecht geheugen Meneer Van Duyse of u liegt. In 2018 kende u nog geen enkele dader, toen is voorgesteld om een financiële analyse te doen om zodoende de financiers lees opdrachtgevers te vinden. Er kwam een no go. Het zou natuurlijk kunnen dat we slecht ingelicht zijn, maar dat ligt niet aan ons natuurlijk. Bij de zaak Dutroux werd dat wel gedaan. Op een gegeven moment is de boekhouding van Dutroux openbaar geworden. Het kleinste kind kon daar uit afleiden dat Dutroux niet alleen schuldig was. Niet dat dat veel opleverde tijdens het proces maar de slachtoffers in die zaak en ook wij kwamen zo achter de waarheid. De juridische waarheid klopte dus niet met de werkelijkheid. Mochten wij slecht ingelicht zijn zullen wij ons bij u excuseren.

28

(23 replies, posted in Andere Personen)

In dit artikel wordt de relatie tussen Vanden Boeynants, rechtsextremistische organisaties en Pierre Sweerts toegelicht. Aan bod komen opvallende ontvoeringen, aanslagen, handel in wapens en drugs die met de zaak VDB te maken hebben.

De Moord op Lahaut (augustus 1950)

De eerste aanwijzingen op extreem rechtse contacten.

Voormalig verzetslid en communistische leider Julien Lahaut was voor de onafhankelijkheid van de republiek Congo. Dat stak hij niet onder stoelen en tafels. Hij raakte in conflict met VDB toen de communisten Vive la republique uit riepen in het parlement. VDB werd razend. Een week later werd Lahaut in de deur van zijn huis doodgeschoten. VDB behoorde tot die grote groep die niet bereid was Belgisch Kongo zo maar op te geven. Een groep dat uit leden van Belgische verzetsgroep ZERO bestond (Ferdinand Kerkhofs, Jean Moens en Lucien Jansen) die in nauwe relatie stonden met hoofddirecteur van de Banque de Bruxelles Baron Paul de Launoit, de firma Brufina (Marcel de Roover), Union Miniere (Herman Robiliart) en Sociète Generale. Deze groep financierde direct na de oorlog anticomminististsche organisaties alsook de oprichting van de privé-inlichtingendienst Milpol, die door Andé Moyen geleid zou worden. De man die verantwoordelijk was voor de dood van Lahaut. Moyen zou via zijn dienst beschikken over een netwerk van agenten in Europa en Afrika.

Sweerts werkte voor zijn dienstname bij de Waffen SS voor de inlichtingendienst ZERO. Samen met zijn dienstkameraden voerde hij overvallen uit en distribueerde sluikpers. Na de oorlog zou hij de banden hebben aangehaald met de leiders van ZERO en diens financiers. Meer informatie hierover is te lezen in De Tarzan van Limburg, Pierre Sweerts (Aspekt 2019) en in dit artikel.

Aan de hand van recente onthullingen zijn er meer concrete aanwijzingen over de relatie tussen Vanden Boeynants en Sweerts.

De redder van verscheurd België

In 1965 werd de christendemocraat Vanden Boeynants als een held binnengehaald tijdens zijn verkiezingsprogramma waarbij hij Franstaligen als Vlamingen wist te verenigen. Hij werd na de verkiezingsuitslag gezien als de Christelijke Volkspartij (CVP) man die de eenheid van België kon bewaren.

Belgisch Kongo was verloren maar dat betekende niet dat de band met Congo in stand kon worden gehouden.

De relatie met Congo

VDB bedreef niet alleen politiek maar ook zaken in Congo. In 1966 was hij betrokken in de overdracht van aandelenpakketten aan de Congolese regering. Het hoofdkantoor van Union Minière werd van Brussel naar Congo (Leopoldstad) verhuisd. Eerste minister VDB en generaal Leonard Mulamba parafeerden toen het financiële contract.

Union Minière du Haut Katanga , de chemin de fer des lacs, de gouddelvingsmaatschappij Kilo-Moto, Lever Kongo, Contonco, Pertocongo en Interfina verhuisden vervolgens hun hoofdkwartier naar Kinshasa (Leopoldstad).

Van Union Miniere is bekend dat de firma direct betrokken was in de financiering van de afscheiding van Katanga door Moïse Tshombe. De Katangese seccessie werd militair ondersteund door Belgische huurlingen en ex planters als Schramme.

Conflict van belangen

Een maand voor de overdracht bevond Moïse Tshombe in België. De aartsvijand van Mobutu. Het was bekend dat Tshombe in de voorgaande jaren werd gesteund door Belgische en internationale concerns cq huurlingen die Westerse bezittingen in Congo moesten beschermen. Waardoor de relatie tussen Congo en België verkoelde. Tsjombe werd het jaar erop ontvoerd toen hij opnieuw het leiderschap van Congo op zich wilde nemen. Hierbij kon hij op steun rekenen van huurlingen en Katangese eenheden die een veilig heenkomen hadden gezocht in de omringende buurlanden als Angola en Mozambique. Tshombe overleed echter in een Algerijnse gevangenis aan een hartaanval. Huurling Bob Denard probeerde hem nog te ontzetten. Dat mislukte.

Nu Tshombe buitenspel was gezet had Mobutu het voor het zeggen. Tijdens de onlusten van 1979 kon Mobutu op Belgische steun rekenen. Vanden Boeynants steunde in de inzet van opnieuw Belgische huurlingen en paramilitairen om het leger van Mobutu te ondersteunen en bescherming te bieden aan 25.000 blanken in de hoofdstad Kinshasa. De bond tussen VDB en Mobutu werd gesmeed door oa zaken. VDB kocht forse partijen vlees op van Mobutu.

De schandalen

De meeste belastende informatie die over VDB boven water kwam was eind jaren tachtig begin jaren negentig toen VandenBoeynants in verband werd gebracht met belastingontduiking, drugshandel en omkoping. De aantijgingen vielen in het niets toen bleek dat hij betrokken was bij de radicale NAVO-tak Gladio en de Bende van Nijvel.

Al deze onderdelen zullen kortstondig worden behandeld en in de juiste context en tijdsperiode worden geplaatst.

Politieke carrière

Sinds de jaren zeventig was Vanden Boeynants (VDB) minister van Defensie, waarbij hij pleitte voor een nauwe samenwerking met de NAVO. Hij haalde enorme grote orders binnen voor het Belgische ministerie van Defensie, waaronder spionagevliegtuigen (AWACS) en modern oorlogsmaterieel. Daarnaast richtte hij zich op de grootste bedreiging, het communisme. Niet alleen binnen NAVO verband maar ook binnen rechtse bewegingen en neonazi milities in België. Binnen de NAVO werd hiervoor speciaal een eenheid opgezet die zich zou richten op de bestrijding van het communisme. Door heel West Europa werden ondergrondse depots aangelegd en slapende cellen opgericht in het geval dat de communisten zouden binnenvallen.

VDB zou met een van deze oprichters van Gladio, de Amerikaan Carl Armfelt op goede voet staan. Armfelt was de man die vanuit Knokke CIA-operaties in West-Europa coördineerde en de oprichter was van de anticommunistische league. Een league dat allerlei verbindingen had met rechts-radicale (neonazi) bewegingen en bladen. Precies waar VDB zich ook in thuis voelde. Een aantal van die cellen besloten halverwege de jaren tachtig het criminele pad op te gaan en aanslagen uit te voeren met het doel terreur te zaaien. Een van deze cellen coördineerde de acties van De Bende van Nijvel.

De Bende van Nijvel

Ten tijde van het onderzoek naar de Bende van Nijvel (halverwege de jaren tachtig) kwam naar voren dat VDB direct en indirect betrokken was bij de financiering van neonazistische groepen, de (NAVO) Gladio organisatie en de terreurbende.

Neofascistische organisatie en de rijkswacht

Zelf ontkende VDB tegenover de Bende van Nijvel-onderzoekscommissie alle aantijgingen dat hij daarmee betrokken was. Ook ontkende hij enige betrokkenheid tot de neonazistische groepering Westland New Post (WNP) en diens leider gekend te hebben, Paul Latinus. Terwijl VDB zelf een aanbevelingsbrief voor de nazi leider had geschreven, waardoor Latinus op een hoge post binnen de ambtenarij terechtkwam. In 1984 kwam Latinus onder verdachte omstandigheden om het leven. Toen was het al bekend dat Latinus op goede voet stond met van Armeense/ Belgische afkomstige Rijkswachter Madani Bouhouche van wie werd aangenomen dat hij één van de daders was van de Bende van Nijvel-bloedbaden die tussen 1982-1985 plaatsvonden.

Rijkswachter Bouhouche zou in de jaren 80 betrokken zijn geweest in de drugshandel, samen met zijn collega Robert Beijer. In die tijd onderzocht rijkswachter Vernaillen, commandant van de narcoticabrigade de zaak Francois Raes die verdacht werd van handel in verdovende middelen. In zijn onderzoek werd Vernaillen ernstig gehinderd door Bouhouche en Beijer. Deze twee leden maakten deel uit van de extreemrechtse (ex) rijkswachters die later de moord pleegden op wapenhandelaar Juan Mendez. Mendez was de directeur van de FN-wapenfabrieken in Herstal in Luik.

Kort daarop (1981) werd een aanslag op Vernaillen gepleegd door Bouhouche. De auto die gebruikt was tijdens de aanslag werd gevonden bij de garagebox van rijkswachter, neonazi en bendelid Bouhouche. Andere leden die bij de aanslag betrokken waren (Bultot) waren naar Paraguay uitgeweken. De familie van de grote drugshandelaar in de zaak Francois bezit in dat land een firma.

Zuid-Amerika connectie

7 januari 1986. Op de vluchtstrook van Brussel Namen werd uit Spanje afkomstige Juan Mendez in zijn hoofd en hart geschoten met een FN 7.65 pistool. Mendez toen 34 jaar oud was de directeur van de wereldbekende FN fabrieken. Sinds 1981 was hij verantwoordelijk voor wapenleveranties aan Midden en Zuid-Amerika. Voor die partijen wapens werd hij in cocaïne betaald. Een van de onderzoekers was Madani Bouhouche kon toen dat niet bewijzen. Mendez ging vrijuit. Mendez leverde ook aan de Surinaamse legerleider Desi Bouterse wapens in ruil voor drugs. Officieel liepen de wapentransacties via Zaïre (Congo), eindbestemming was Suriname. Via zijn Zuid-Amerika vertegenwoordiger de Amerikaan Douglas Stowell werden ook wapens geleverd aan de Belgische onderwereld. Toen Mendez uit de school wilde klappen werd hij geëxecuteerd.

BOB-rechercheur Bouhouche die het onderzoek leidde naar de drugshandel van Mendez en diens voorganger Peruaan Carlos Davilla del Pielago, bleek op de ochtend van de moord op Mendez bij het huis van diens vrouw (Mendez) op bezoek zijn geweest. De omstandigheden en dit plotselinge bezoek van Bouhouche aan mevr. Mendez was zo verdacht dat er huiszoeking werd gedaan in huize Bouhouche in Jette.

Bij de tweede huiszoeking werd het pistool gevonden waarmee geschoten was. Bouhouche verweerde zich later dat hoe het mogelijk was dat bij de tweede huiszoeking pas het moordwapen werd gevonden en hij dus erin geluisd was. Zijn compagnon Jean-Claude Bultot, de adjunct-directeur van de gevangenis in St. Gilles week uit naar Paraguay. Bultot was net als Mendez, Bouhouche lid van schietclubs en neonazi bewegingen (Forces Nouvelles, Front de la Jeunesse). Bultot gebruikte zware criminelen die vastzaten in St. Gilles om overvallen te plegen. Zoals ook de oud Rijkswachter Michel Cocu die gearresteerd werd wegens aandeel in de overvallen op supermarkten. [1]

Verder bleek uit het onderzoek dat Mendez thuis een bijzondere wapencollectie erop nahield. Zo bezat hij wapens die gestolen waren van de Belgische terreur bestrijdingsorganisatie DIANE. Ook een riotgun waarmee de Bende van Nijvel overvallen uitvoerde was in zijn bezit. De Rijkswacht kapitein Jacques Rousseau zou achter Bultot gaan, maar werd halverwege het onderzoek gearresteerd in verband met het plegen chantage. [2]

Verder verklaarde Vernaillen dat er binnen de Rijkswacht louche figuren werden binnengeloodst door een zeer hooggeplaatste man. Bovendien dienden de drugstransacties ter financiering van De Bende van Nijvel. “Die bende is zo professioneel te werk gegaan dat het om militairen, Bijzondere Opsporings Brigades (BOB) (bewakings- en opsporingsbrigade: de stillen van de rijkswacht) of om rijkswachters moest gaan. Deze moesten dan zodanig het land destabiliseren dat de roep naar een sterk gezag groter werd.”

Ten tijde van de RMS en later in de jaren zestig tijdens de PRRI opstand (1958- 1962) wanneer de carriere van Mendez als wapenhandelaar in stijgende lijn is, doet Sweerts beroep op Spaanse of in Spanje woonachtige wapenhandelaren. Daar stelde hij zijn lijsten van wapentuig op die hij nodig had voor actie in Indonesië. Vanaf 1957 trad de CIA en de Britse MI6 steeds meer op de voorgrond. De PRRI opstand werd een fiasco maar in 1965 lukte het Soekarno te verdrijven. Inmiddels is ook bekend welke rol MI6 en de CIA speelde bij de onafhankelijkheid van Congo. De Koude Oorlog was op zijn hoogtepunt. (Zie De Tarzan van Limburg, Pierre Sweerts (Aspekt 2019).

Bevroren vlees

De aanslagen van de Bende diende om terreur te zaaien, afrekeningen binnen het criminele milieu te plegen en de aandacht op de drugshandel af te leiden. De drugs werden in bevroren vlees aangeleverd. Een firma waar VDB aandelen van had.

Vanden Boeynants zou zijn connecties hebben aangewend om zijn vleesimperium uit te breiden en de winsten van nieuw goed te vergroten. Beter gezegd drugssmokkel in bevroren vlees. Ex Rijkswachter Francois Raes verklaarde dat behalve de staatsgreep (1978 en 1980) VDB ook betrokken was in de internationale drugshandel. Een van de vleesbedrijven van VBD diende als eindbestemming van grote drugsleveranties vanuit Luxemburg. Dat de drugstransporten doorgang konden vinden was dankzij de toenmalige antidrugbrigade rijkswacht Francois Raes. Zelf eindigde als drugshandelaar in de cel door toedoen van luitenant Herman Vernaillen. [3]

Er waren nog meer onthullingen met paramilitaire groepen. De gepensioneerde rijkswachter Herman Vernaillen getuigde tegenover de parlementaire enquêtecommissie naar het banditisme en zware criminaliteit in België dat hoge officieren van het Belgische leger zouden begin jaren tachtig plannen beraamd hebben voor een rechtse staatsgreep. Bij die plannen was de toenmalige minister VDB betrokken zijn geweest. Vernaillen verkreeg de tip van Leon Finné, die tijdens een aanslag van de Bende van Nijvel was omgekomen in oktober 1985 in Overijsse. Finné beschikte over contacten met rechts radicale groepen die in contact stonden met VDB.

Vernaillen verklaarde ook dat door de Bende van Nijvel vermoorde Leon Finné dat hij had beweerd dat hij de hand had gelegd op een videoopname van orgieën, waaraan enkele ministers, toppolitici en een hoge functionaris van de Belgische staatsveiligheidsdienst, de minnares van een ex-premier en enkele minderjarigen aan hadden deelgenomen. Enkele dagen later vermoordde de Bende van Nijvel Finné.

Kort na Finné ’s dood werd VDB ontvoerd. Daarover straks meer.

Zwarte Baron

Bij de staatsgreep zou ook de beruchte zwarte Baron Benoît de Bonvoisin betrokken zijn geweest. Hij werd in de jaren 80 in verband gebracht met het plannen van een staatsgreep, waarvan VDB op de hoogte was. Benoît was penningsmeester van het CEPIC, een onderdeel van de rechtervleugel van de Franstalige christelijke partij PSC waartoe VDB behoorde. Benoit werd in dat onderzoek wel via een NV in verband gebracht met het extreemrechtse blad Nouvelle Europe Magazine[4]’ Benoîts vader, was de directeur van Societe Generale. De vertegenwoordiger van Societe Generale Lefebvre was in 1950 eigenaar van het vliegtuig waarmee Sweerts Ceram (Indonesië) wilde bereiken, tijdens de Republiek der Zuid Molukken-affaire. Bovendien was de bank betrokken in witwasoperaties ten behoeve van de clandestiene acties tegen Soekarno vanuit Nederland. Waaronder wapentransacties en de financiering daarvan. [5]

Jaren 90

Vanden Boeynants raakte in de jaren 90 opspraak ivm zijn connecties met de extreem rechtse club Centre Politique des Indépendants et Cadres Chrétiens (CEPIC) (rechter vleugel van de Waalse christendemocraten) en Front de la Jeunesse en Nouvelle Europe Magazine. Plus werd hij in verband gebracht met de Bende van Nijvel en seksfeesten (roze balletten) waarbij minderjarigen aanwezig waren.

Smeergeld

De omstreden burgemeester van Luik Alain van der Biest werd in maart 1993 bewusteloos aangetroffen. Niet vanwege de alcohol, maar vanwege een hoofdwond. Van der Biest werd in verband gebracht met de dood van de socialist Andre Cools (18 juli 1991). Van der Biest werd zou volgens de Luiks italiaanse crimineel Carlo Todarello betrokken zijn in diens dood en bij de miljoenendiefstal aan obligaties, ter financiering van de de Parti Socialiste. Het onderzoek leidde verder naar een connectie met Italiaanse socialisten en Belgische politici die betrokken waren in de aankoop van Agusta-gevechtshelicopters voor de Belgische luchtmacht. Betroken zou zijn de vertegenwoordiger George Cywie, PS minister Guy Mathot en Leon Francios Déferm. Deferms advocaat Van der Elst was betrokken in de ontvoeringszaak van VDB. [6]

Een bekende uit Sweerts entourage, de socialist Guy Spitaels, werd in verband gebracht met het Agusta schandaal en het betekende direct het einde van zijn politieke carrière. [7]

Daags voor de ontvoering van VDB raakten op het ministerie van Justitie enkele stukken zoek over de relaties van de Franstalige christendemocraat met twee rijkswachters: Madani Bouhouche en Robert Beijer. De twee ex BOB werden in 1982 ontslagen vanwege obscure zaakjes. Sindsdien zaten beiden jarenlang in voorarrest, Bouhouche kwam in 1988 vrij. Hij bleef echter de hoofdverdachte op Mendez.

De ontvoering van VDB

Over de ontvoering werd meer bekend toen het kopstuk van de bende werd opgepakt.

De 36-jarige Patrick Haemers werd in Rio opgepakt (mei 1989) op aanwijzing van de Frans antiterreureenheid en de Bijzondere Opsporingsbrigade van de Rijkswacht van Leuven die Haemers op het spoor waren gekomen.

Haemers verklaarde tegenover Braziliaanse kranten dat hij het brein was achter de kidnapping van Vanden Boeynants die half januari in zijn Brussels appartement werd ontvoerd en tegen betaling van een aanzienlijk losgeld (63 miljoen Belgische franken) een maand (14-2 1989) later werd vrijgelaten. Hij zei dat de overvallen waarmee hij daarvoor zijn geld verdiende te riskant waren geworden. Tijdens een overval gebruikte hij de BMW van mevr. VandenBoeynants. Toen de auto nadien werd gevonden werd er een verband gebracht met de Bende van Nijvel. In de wagen waren wapens gevonden uit de voorraad van Juan Mendez, een wapenhandelaar die een paar tevoren langs een autosnel weg Brussel-Namen werd vermoord. Andere bende leden waren Denise Tyack en Axel Zeyen, Joegoslaaf Basri Basjrami, Philippe Lacroix en Marc Vandam) Haemers hing zich in mei 1993 op in zijn cel. Kort daarna vergaf VDB zijn ontvoerders. Het geld kwam echter nooit meer boven water.

Haemers werd vlak voor de ontvoering bevrijd uit de gevangenis waar hij voor valsheid in geschrifte zijn straf uit zat. Na enkele maanden werd hij tijdens transport op spectaculaire wijze bevrijd met zware wapens en een helikopter. Haemers vluchtte direct naar Brazilië en ging in Rio wonen.

Haemers rechterhand Basjrami werd in het Franse Metz opgepakt met twee ton aan Zwitsers geld op zak. Het losgeld van VDB. Bovendien was de crimescene, de villa in het Franse Le Tourguet, waar VDB vastgehouden zat, bezaaid met achtergelaten bewijs: papieren van VDB, revolvers eten, handboeien etc. Dat in tegenstelling tot de perfect uitgevoerde ontvoering.

De aangetroffen wapens werden in verband gebracht met de Bende van Nijvel. Haemers werd zo ook vermeld dat hij voor zijn ontsnapping uit de Leuvense gevangenis contact had met vier rijkswachtofficieren. Zijn bende, die letterlijk miljoenen bijeen had geroofd, zou bestaan uit vijftig man van verschillende nationaliteiten, die in verschillende groepjes opereerden. [8]

Na de ontvoering waren er speculaties dat VDB zelf zijn ontvoering had geënsceneerd. Direct na zijn vrijlating besloot het parlement VDB niet te vervolgen voor zijn aandeel in de corruptieaffaire BOAS. VDB zou van de bevriende wapenfabrikant Roger Boas 50 miljoen gulden aan smeergeld hebben ontvangen. De vader van Haemers verklaarde dat zijn zoon iets te verbergen had. In tegenstelling tot wat VDB beweert hebben ze met zijn allen met VDB rond tafel gezeten. Er zouden zelfs opnemen zijn gemaakt van de onderhandelingen.

Het onderzoek naar de ontvoering eindigde met vele vraagtekens. VDB ontkwam opnieuw.

Overeenkomsten

Nu zijn er opvallend veel overeenkomsten met het Sweerts-dossier. Niet alleen kende Sweerts VandenBoeynants persoonlijk maar had hij ook banden met reactionaire bewegingen, huurlingen, internationale wapenhandelaars en NAVO. In de periode dat de Bende van Nijvel de aanslagen pleegde werden zijn vrienden: VDB en de burgemeester Guy Gudell ontvoerd.

Volgens Guy Bouten frequenteerde Sweerts de huurlingenbar Simba-La Renaissance en woonde op een etage boven de bar vergaderingen bij van extreemrechts. Simba bar was een ontmoetingsplek van rechtsextremisten, huurlingen en commando’s die overal ter wereld hadden gevochten en op zoek waren naar nieuw avontuur. Sweerts had voor zover bekend is huurlingen gerekruteerd voor Congo. Hij verzamelde ook de rekruten (huurlingen) uit Europa, waaronder ook jonge Oost Europeanen. Bela Szabados (Hongaar) en misschien ook Pascal Szarka (Tsjech) moeten hiertoe gerekend worden.

De opzet van de Bende van Nijvel doet sterk denken aan de naoorlogse cellen die door Koppert in 1946/1947, de SOAN (Dienst Hacke Elsinga) en Anjer (ex militairen, verzetslieden die in ondergrondse cellen opereerden) waren opgezet. Uit deze bewegingen kwamen ook de leden van de Nederlandse Gladio voort. De bijzondere verbintenis tussen het voormalig verzet en collaborateur is zowel in Nederland als België te vinden. De gezamenlijke strijd tegen het communisme. Dat daarbij dubieuze transacties werden gevoerd om de clandestiene cellen te financieren gebeurde zowel in Nederland, België als andere landen.

Dan is er ook een overeenkomst met een eerder gepubliceerd werk over de gebroeders Sassen (De Intriges van de gebroeders Sassen (Aspekt 2013). De Zuid-Amerikaanse link, die ook hier trefpunten heeft. Niet alleen werkten beide Sassen broertjes, Wim en Alfons voor de Duitse geheime dienst na de oorlog als internationale wapenhandelaars, maar waren ze ook betrokken in de drugshandel op de VS als Europa. Hun compagnon daarin was Klaus Barbie, de slager van Lyon, die de cocaïne generaals in Bolivia ondersteunden. Uit de wervingsbureau ’s uit o.a. Brussel (La Renaissance) werden huurlingen gerekruteerd die de drugshandel in Ecuador, Bolivia en Colombia moesten gaan ondersteunen en beschermen. Daarnaast boden ze hun diensten aan als fervente anticommunisten en verrichtten ze allerlei taken voor de lokale contraspionagedienst: folteren van linkse dissidenten, concurrerende cocaïnehandelaars, etc. Na de aanslagen verdwenen de meeste Bendeleden van Nijvel naar Zuid-Amerika, Brazilië, Paraguay, Bolivia (huurling Jean Schramme) ed. Daar waar zowel Sweerts als Sassen contacten hadden.

Alfons Sassen werd militairadviseur in Ecuador en gaf in Europa, België, advies in de bestrijding van het (linkse) terreur. Hij pochte zelfs dat hij de Belgische anti narcotica dienst had geholpen om een drugslijn op te rollen. Waarschijnlijk de concurrentie. Zijn broer Wim Sassen was een internationaal wapenhandelaar, die daarnaast ook stukken schreef over Europese neonazi bladen als Nouvelle Europe, Reichsruf en Nation Europa. Beiden deden regelmatig België aan. Alle Kriegsberichters waarmee Wim Sassen in de oorlog mee had samengewerkt hervatten hun journalistieke carrière en propageerden de nazi-doctrine in Europa en Zuid-Amerika. [9]

De inzet van huurlingen, rechtsextremisten en andere avonturiers was Sweerts niet vreemd. Hij wist voor zijn opdrachtgevers die mannen te rekruteren of te benaderen om politieke doelen van of de Amerikaanse, Britse geheime dienst te verwezenlijken. Maar ook die van Belgische politici. Het doel heiligde de middelen. Geheel toevallig of niet bij het overlijden van Sweerts werd bij hem thuis een Browning FN aangetroffen. Een pistool uit de Mendez fabriek. Plus enkele dossiers en referenties naar huurlingen die in ieder geval in Congo hadden gestreden.

In het onlangs verschenen boek van Guy Bouten werd Sweerts gezien in een auto van de Bende van Nijvel. De politie maakte in de jaren tachtig een robotfoto van Sweerts en hij werd herkend. Sweerts zou daarnaast ook vergaderingen van WNP hebben bijgewoond in de huurlingenbar en trefpunt voor extremisten en hardliners in La Renaissance nabij Brussel Centraal.

Een getuige uit de entourage van Sweerts verklaarde dat "de slager" een belangrijk persoon was in Sweerts leven. Aanvankelijk dacht ik dat het ging om de slagersfamilie waarbij zijn vrouw Simone Hoeven in Utrecht bij inwoonde was. Nu heb ik echter het sterke vermoeden dat de slager polle saucisse is, VDB. Een kameraad uit de oorlog en later invloedrijke politicus met connecties bij de NAVO.

[1] Limburgs dagblad, 16-01-1988, ‘Veel Belgen durven nog altijd niet in het donker naar de supermarkt.’

[2] De Telegraaf, 29-08-1987, ‘De directeur wist te veel.’ Niet alleen Mendez bleek betrokken te zijn maar een hele kliek van de Duitse ex-generaal Offenhausen, Nederlandse, Zwitserse wapenhandelaars die NAVO arsenaal verkochten en de zoon van Vandenboeynants die handel dreven op Afrika en Zuid Amerika. Veel van dit soort onderzoeken zijn gestaakt onder politieke druk en bedreigingen van de onderzoeksrechercheurs, vgl.: De Telegraaf, 22-08-1987, ‘Het grote zwijgen.’

[3] Het Parool, 11-05-1989, ‘VDB genoemd in handel in drugs.’

[4] Limburgs Dagblad, 30-4-1990, ‘Aanhoudingsbevel tegen Belgische zwarte baron.’

[5] Pierre de Bonvoisin was directeur van de Société Generale (1951-1962). De zoon Benoît de Bonvoisin was politiek adviseur van Paul vanden Boeynants. Beiden droegen bij aan de in stand houding van rechtse bewegingen en bladen (Front de la Jeunesse, Novel Europe Magazine, etc) en onderhielden nauwe contacten met Europese rechts-nationalistische partijen, vgl.: CEPIC Kleintje Muurkrant | nr. 328 | 8 januari 1999

[6] Het Parool, 12-03-

Bron » nl.linkedin.com

29

(23 replies, posted in Andere Personen)

Op zijn doodsprentje noemde men hem "'t Koreaantje", Botman noemde hem de "Tarzan van Limburg" » www.bol.com

Het onwaarschijnlijke leven van dubbelspion en meestersmokkelaar Pierre Sweerts, een vis in de schemerwereld van de internationale inlichtingendiensten

Auteur: Jochem Botman

30

(23 replies, posted in Andere Personen)

Topic nog eens herlezen. Hier staan veel foute veronderstellingen in. Zo stelde men hier dat Bouten "zomaar" met bepaalde namen af komt zonder bron te vermelden en dus dat Bouten fantaseerde. In verband met de naam Pierre Sweerts bijvoorbeeld zou deze informatie komen van een voormalig lid van de Staatsveiligheid. Volgens deze laatste was Sweerts lid van de WNP en tevens van een dissidente Gladio groep waartoe ook Bouhouche en Bougerol behoorden (of de leiding hadden?).

Volgens diezelfde bron:

"Sweerts beantwoordde aan ‘de oude’ gesignaleerd voor de Delhaize van Overijse en in het centrum van Aalst. Hij maakte niet rechtstreek deel uit van de Bende, maar wel van een observatieteam. In het geval dat er iets misliep moest dit team voor rugdekking zorgen. Mij Sweerts was een trouwe bezoeker was van de huurlingenbar La Renaissance, Kolenmarktstraat nabij Brusselse Grote Markt. De eigenaar was Charles Masy."

Ik weet van verschillende bronnen dat er PV's bestonden "over de bewegingen van gangsters in het centrum van Aalst in de namiddag voor de overval" (ik schreef "bestonden" omdat dit bleek uit de correspondentie of het dossier van Marie-Jeanne Callebaut: zie forum).

En sorry daarvoor maar nu ga ik eventjes veronderstellen. Stel dat in één van die PV's de naam Sweerts te vinden was (of een goede persoonsbeschrijving van hem) dan ... euh ...

De namen Bob Denard (huurlingenchef) en de naam André Moyen (inlichtingenchef) kwamen veelvuldig voor in de onderzoeken naar Pierre Sweerts en zijn "gangsterleven". Van Moyen weten we met grote zekerheid dat het dé man was van "brouiller les pistes" zoals Marlair dat zo schoon en treffend uitdrukte.

Ik heb trouwens eens gelezen dat Moyen verantwoordelijk was (als informant) van een groot deel van de PV's die betrekking hadden met de "Bende". Toch tot begin jaren 90, toen kregen de onderzoekers door dat deze man een gevaarlijke manipulator was Maar volgens mij was het kalf toen al verdronken.

Pierre Sweerts was afkomstig uit Lanaken. Stond eveneens bekend als een groot internationaal wapensmokkelaar (connectie's in Aalst via deze wapensmokkel?).