Marcel M. heeft intussen al laten weten dat ze hem niet zullen zien tijdens de schijnvertoning die het assisenproces van Marc Dutroux volgens hem zal worden. Want er is meer. Eind augustus 1996 signaleert een agent van de Blankenbergse gemeentepolitie aan Neufchâteau dat een informant hem vertelde dat An en Eefje kort na hun ontvoering naar een landhuisje aan de rand van het polderdorpje Vlissegem, niet zo ver van Blankenberge, zijn overgebracht. Het huisje zou in de zomer van 1995 kortstondig zijn bewoond door ene Pierre B.
De boerderij, die 200 meter van de weg ligt en verscholen is achter struiken, staat sinds 1994 leeg. Wanneer Connerotte er op 1 oktober 1996 een huiszoeking laat verrichten, vindt men aanwijzingen dat daar in de zomer van 1995 niet alleen Pierre B., maar luidens de omwonenden ook `enkele Franssprekende lieden' hebben vertoefd en er met een graafmachine in de weer zijn geweest. Er wordt een bivakmuts gevonden, een militaire parka en een notablok met een verwijzing naar Pierre B. Het landhuis is eigendom van de Blankenbergse restaurantuitbater L.
De man heeft een vriend wiens naam in Neufchâteau een belletje doet rinkelen: hoteluitbater Marcel M., eveneens uit Blankenberge. Dat is een kennis van Marc Dutroux. Tijdens een huiszoeking bij Dutroux in Marcinelle stootten de speurders op 24 augustus 1996 op het privé-telefoonnummer van Marcel M. Het nummer staat opgeschreven in een boekje dat voorts verschillende adressen en telefoonnummers in Tsjechië en Slovakije vermeldt. Ook Marcel M. is geen onbekende bij het gerecht. Sinds medio '96 loopt tegen hem een onderzoek rond een handel in Braziliaanse vrouwen.
Bron: De X-dossiers: Wat België niet mocht weten over de zaak-Dutroux | Annemie Bulté, Douglas De Coninck, Marie-Jeanne Van Heeswyck