Topic: Bende van Amay

Tussen 1983 en 1986 pleegde een familiale bende in Wallonië meer dan 80 misdrijven zonder dat de politie hen kon opsporen. Het is pas nadat een vrouwelijk bendelid uit de biecht klapte (omdat haar man haar bedroog), dat de bendefeiten opgelost geraakten.

De bendeleden woonden in de regio van Hoei maar opereerden over heel het Waalse grondgebied. De bende was uit op het spaargeld van oude mensen die op het platteland woonden. Om te horen waar het spaargeld verstopt was deinsden de bendeleden er niet voor terug om de oudjes te martelen of zelfs te verkrachten.

De bende bestond uit vier mannen (Robert Delcour, Jean Godefroid, Daniël Godefroid, Robin Jacob) en drie vrouwen (Gina Godefroid, Blanche Delcour en Marie-Christine Jacob), allen uit eenzelfde familie. De jongste telg van de bende was de in 1965 geboren Daniël Godefroid. Ze hadden allemaal een normale job en de meeste van hen waren eigenaar van hun woning.

De bendenaam "bande des chauffeurs" (stokersbende) verwijst naar de criminelen die indertijd Waalse plattelandsbewoners terroriseerden, door o.a. de voeten van de slachtoffers te branden, opdat de slachtoffers zouden zeggen waar ze hun spaargeld hadden verstopt. Ze zochten hun slachtoffers voornamelijk op aan de hand van zoekertjes maar ook door onderzoek ter plaatse. Ze zochten hoofdzakelijk alleenstaande oudere mensen (60, 70 of 80 jaar oud) uit en bij voorkeur mindervaliden of dementen.

De daders sloegen steeds 's nachts toe en gingen daarbij fors te keer. Gemaskerd en met handschoenen aan en voorzien van een ijzeren staaf of een matrak sloegen ze ramen in, strooiden ze etenswaren rond, sloegen en bedreigden ze de slachtoffers. Meestal bonden ze de slachtoffers vast. Ook zouden ze één slachtoffer verkracht hebben en één slachtoffer doodgetrapt hebben.

In totaal heeft de bende een hondertal slachtoffers aangevallen in tientallen Waalse dorpen. Soms herhaalden ze hun misdrijf bij hetzelfde slachtoffer. Op die manier hebben ze, tijdens de vier jaar dat de bende toesloeg, in totaal vier miljoen Belgische franken buitgemaakt. Soms bedroeg de buit 50.000 Belgische franken, soms slechts 4.000 Belgische franken.

De feiten werden pas opgelost nadat een vrouwelijke bendelid haar man had aangegeven omdat haar man haar bedrogen had. Zonder deze aangifte was elk spoor naar de daders zoek. De daders zorgden er immers voor dat ze moeilijk opspoorbaar waren. De daders kwamen niet uit het misdaadmilieu, hadden geen strafblad en gingen heel voorzichtig te werk om geen sporen achter te laten. Zo zorgden ze er voor dat er geen vingerafdrukken waren, trokken ze de telefoonsnoeren uit, barricadeerden ze de toegangen en sloten ze de elektriciteit af zodat de slachtoffers niet onmiddellijk alarm konden slagen.

De bendeleden werden uiteindelijk in 1989 veroordeeld.

Meer info » Le Soir

Zo zien we maar dat een bloedband heel sterk kan zijn en een familiedaad jarenlang geheim kan houden. De modus operandi van deze Stokersbende doet voor een stuk denken aan de moord op Vanden Eynde in de Auberge des Chevaliers in Beersel.

2

Re: Bende van Amay

4 miljoen frank = 100.000 euro/80 misdrijven = 1250 euro per misdrijf/7 personen. Niet echt een beste buit zou ik zeggen?

3

Re: Bende van Amay

Daarom dat die bende zoveel overvallen heeft gepleegd: ze brachten te weinig op waardoor ze steeds weer nieuwe overvallen moesten plegen.

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

4

Re: Bende van Amay

Van links naar rechts: Robert Delcour, Jean Godefroid, Robin Jacob en Daniel Godefroid:

https://i25.servimg.com/u/f25/11/22/12/24/stoker10.png

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

5

Re: Bende van Amay

Hieronder het verhaal van het proces tegen de bende van Amay.

Gevangene snijdt zich een vingerkootje af

Tijdens de nacht van zaterdag op zondag heeft een gevangene die opgesloten zat in de gevangenis van Hoei, een zekere Robert Delcour, zich een vingerkootje van de pink aan de linkerhand afgesneden. Door zijn daad wil hij aandacht van de gevangenisdirectie en vooral van zijn rechters trekken op het feit dat hij - naar eigen beweren - onschuldig zou zijn opgesloten voor een misdrijf dat hij niet zou hebben gepleegd. 

Delcour werd in de loop van 1986 in de gevangenis opgesloten omdat hij deel uitmaakte van een bende die bejaarde personen aanrandde en van hun geld beroofde in de regio van Hoei. Meer bepaald zou hij een oude dame hebben overvallen te Ville-My (Ferrières) op 29 september 1984.

Gazet van Antwerpen | 5 september 1988

Honderd overvallen en een moord

Het begin van het proces van een bandietenbende voor het assisenhof van Luik was vooral gewijd aan het opstellen van het “decor”.

De zevenkoppige bende uit Hoei wordt beschuldigd van een honderdtal overvallen op bejaarden en één moord. De bende bestaat uit vier mannen, Robert Delcour, Jean Godefroid, Robin Jacob en Daniel Godefroid; en drie vrouwen Blanche Godefroid, Gina Verpoucke en de hoogzwangere Marie-Christine Titeux. De drie vrouwen namen plaats in de eerste bank, die normaal gereserveerd is voor de advocaten van de burgerlijke partijen.

De advocaten van de verdediging en van de burgerlijke partijen zaten zowat overval in de zaal verspreid: ze waren met velen, vooral omdat enkele advocaten jonge collega’s hadden meegenomen die hun taak in de loop van het proces zullen overnemen.

De jury bestaat uit zes vrouwen en zes mannen. Als vervangers werden drie mannen en één vrouw aangeduid. Substituut Michel Lannoy las vier uur lang de 140 bladzijden tellende beschuldiging voor. Daarna volgden nog de aktes van de verdediging.

De zitting duurde tot ’s avonds, verliep rustig en onder geringe publieke belangstelling. Dinsdag begint voorzitter Paul-Henri Godin met de ondervraging van de zeven beschuldigden.

Gazet van Antwerpen | 7 Maart 1989

Rol vrouwelijke beschuldigden miniem

Voor het assisenhof van Luik is dinsdag het proces voortgezet tegen zeven personen, vier mannen en drie vrouwen, die beschuldigd worden van 121 misdrijven, hoofdzakelijk diefstallen, maar ook aanslag op eerbaarheid, verkrachting en doodslag.

De beschuldigden, die dinsdag werden ondervraagd, zijn allen familie van elkaar: Robert Delcour (36), zijn echtgenote Blanche Godefroid (34), haar broers Jean Godefroid (36) en Daniel Godefroid (24), Delcours halfbroer Robin Jacob (26), zijn echtgenote Marie-Christine Titeux (28) en Jean Godefroids vrouw Gina Verpoucke (28). De feiten werden gepleegd tussen januari ’83 en december ’86, doorgaans op alleen wonende bejaarden of gehandicapten in de arrondissementen Hoei, Marche, Namen en Luik.

Robert Delcour wordt beschouwd als de chef van de bende. Delcour bracht de anderen met zijn wagen ter plaatse en bewaakte de slachtoffers. Daarbij pleegde hij een twaalftal aanrandingen op de eerbaarheid en een verkrachting.

Delcour beweert dat zijn vrouw, Blanche Godefroid, geen actieve rol gespeeld heeft. Haar enige schuld is dat ze van bij het begin volledig op de hoogte was. Dat zou ook gelden voor Marie Titeux. Gina Verpoucke zou een meer actieve rol gespeeld hebben en onder meer de buit verdeeld hebben en overvaladressen hebben bezorgd.

Jean Godefroid was de specialist die elke deur en elk raam kon openmaken en die de huizen systematisch doorzocht.

Robin Jacob noemt zijn daden nu “afschuwelijk”. Hij was te bang om echt mee te doen met de overvallen en werd meestal belast met het doorzoeken van de huizen van de slachtoffers. Jacob beschuldigt Blanche Godefroid ervan het brein van de bende te zijn geweest.

Daniel Godefroid, de jongste broer van Jean en Blanche, geeft toe dat hij af en toe een klap uitdeelde. Nadat de bende ooit bijna gesnapt werd bij een wegcontrole was hij, samen met Robert Delcour, de enige die doorging met de activiteiten.

Blanche Godefroid zegt “op de hoogte geweest te zijn” zonder meer, en beweert voor de rest nooit ergens bij betrokken geweest te zijn.

Gina Verpoucke, van Vlaamse afkomst, minimaliseert haar eigen rol en die van de andere vrouwen. Zij handhaaft haar beschuldigingen tegen Daniel Godefroid en Robert Delcour voor de moord van Ville-My.

Marie-Christine Titeux was blijkbaar het minst betrokken bij de bende. Van toen zij op de hoogte raakte van de nachtelijke activiteiten van haar echtgenoot, Robin Jacob, heeft ze geprobeerd hem ervan af te brengen, zonder succes, zegt ze zelf.

Vanaf woensdag zullen alle feiten een voor een worden behandeld.

Gazet van Antwerpen | 8 Maart 1989

Incident over “overtuigingsstukken” van onbekende herkomst

Voor het assisenhof van Luik heeft zich woensdag een incident voorgedaan tijdens het proces tegen de “bende van zeven”, vier mannen en drie vrouwen, die beschuldigd worden van 121 misdrijven, hoofdzakelijk diefstallen, een aanslag op de eerbaarheid, verkrachting en doodslag.

De feiten werden gepleegd tussen januari ’83 en december ’86, doorgaans op alleenwonende bejaarden of gehandicapten in de arrondissementen Hoei, Marche, Namen en Luik. Robert Delcour wordt beschouwd als de chef van de bende.

Het incident deed zich voor toen het gebruik van wapens ter sprake kwam. Voorzitter Godin ondervroeg Robert Delcour over “het wapenarsenaal” dat in de gerechtszaal op tafel ligt bij de “overtuigingsstukken”. Delcour zei dat hij die wapens nooit eerder gezien had en ook niet weet waar ze vandaan komen.

De zeven zegden trouwens een na een allemaal hetzelfde: ze herkennen de hoop pistolen, revolvers, messen en handboeien helemaal niet.

“Waar komen ze dan vandaan?” Vroeg de voorzitter en hij stelde die vraag meteen ook aan twee rechercheurs. Die zegden op hun beurt dat ze er geen flauw vermoeden van hadden.

De openbare aanklager gooide nog wat olie op het vuur door te zeggen dat die “overtuigingsstukken” daar waren neergelegd zonder dat daarover zijn advies gevraagd was. Voorzitter Godin zei daarop geïrriteerd: “Waarom er ook geen tank bijgezet? Zijn de beschuldigingen nog niet zwaar genoeg zonder dat er nog enkele bij moeten?”

De diefstallen en pogingen tot diefstal zijn nagenoeg alleen ten laste van de vier mannen van de bende; de drie vrouwen daarentegen worden voornamelijk beschuldig van heling en bendevorming. Over het algemeen worden de feiten door de betichten toegegeven, althans wat hun deelname aan de overvallen betreft, maar zij ontkennen systematisch de verzwarende omstandigheid van wapenvertoon waar een aantal van hun slachtoffers van gewagen, evenals alle verbale bedreigingen met de dood of slagen, die zij beschrijven als “lichte tikjes”.

Robert Delcour, de enige die ook beticht wordt van aanrandingen op de eerbaarheid, minimaliseerde eveneens de ernst daarvan, als hij het bestaan ervan al niet ontkent. De slachtoffers van hun kant spreken allemaal hetzij van slagen, hetzij van vandalisme, hetzij van verbale bedreigingen.

Gazet van Antwerpen | 9 Maart 1989

Nu weer herrie tussen verdediging en onderzoeksrechter

Het proces tegen de “bende van zeven” voor het Luiks assisenhof evolueert van het ene incident naar het andere. Nadat woensdag wapens als “overtuigingsstukken” werden naar voren gebracht waarvan nadien bleek dat ze helemaal niet in de zaak thuishoorden, deden zich donderdag opnieuw incidenten voor.

Het onderzoek in verband met de moord te Ville-My in september 1984 werd uit de doeken gedaan. Twee van de beklaagden van de bende van Amay worden van de moord beschuldigd: Robert Delcour en Daniel Godefroid.

Na de moord volgden opeenvolgende onderzoeksrechters verschillende sporen vooraleer bij Delcour en Godefroid uit te komen na beschuldigingen van Gina Verpoucke, één van de bendeleden. De eerste die aan het woord kwam was veldwachter Capitaine van Ferrières, die samen met een buurvrouw het lijk van de ongelukkige Yvonne Bernard ontdekte.

De veldwachter beschreef het slachtoffer als een “oude kwezel”, die bijzonder achterdochtig was: “aan iedere bezoeker, ook aan haar huisdokter, vroeg ze steevast de identiteitskaart. Vanuit een venster van de eerste verdieping keek ze dan wie voor de deur stond”.

Die achterdocht verleidde de onderzoekers in een beginstadium om de moordenaar te zoeken bij bekenden van het slachtoffer. Dat deed onderzoeksrechter Gendebien van Marche-en-Famenne, de eerste die met het onderzoek belast was, maar zijn onderzoek leverde niets op.

Een tweede onderzoeksrechter van Marche-en-Famenne, mevrouw Mons Delle Roche die inmiddels procureur des Konings werd, nam het dossier ter hand. Nog steeds misleid door het wantrouwen van het slachtoffer richtte het onderzoek zich nu naar buurman Bauvy, die bekend staat als een geweldenaar en er bovendien tot twee keer toe mee opschepte dat hij de oude dame vermoordde. Een hele serie anonieme brieven die in het dorp de ronde deden beschuldigden Bauvy, maar die bleef ontkennen en bij gebrek aan bewijzen werd ook van die spoor afgestapt.

Een derde onderzoeksrechters, Pochet, kreeg in 1986 het dossier in handen. Zijn onderzoek spitste zich toe op een driekoppige bende uit Verviers, die al veroordeeld werd voor een dertigtal diefstallen met geweld op bejaarden, in de streek van Verviers en Ferrières.

Het was toen deze kwestie ter sprake kwam, dat de verdediging plots heftig in de aanval ging met de bewering dat dit spoor niet voldoende onderzocht werd: “Ondanks aanwijzingen en verklaringen sloot u dat dossier omdat Evrard weigerde iets te zeggen, en omdat u er weet van kreeg dat Hoei in de zaak geïnteresseerd was”, schreeuwde meester Goujon. Hij werd daarop door de voorzitter tot de orde geroepen.

Hoe dan ook, de zaak kwam toch in Hoei terecht, bij onderzoeksrechter Hougardy. Die kwam nu uitleggen waarom hij destijds besloot Delcour en Godefroid te beschuldigen. Vandaag zal het grootste deel van de zitting gewijd zijn aan de verkrachting in 1985 te Xhos-Tavier en waarvan Robert Delcour beschuldigd wordt.

Gazet van Antwerpen | 10 Maart 1989

Delcour, Godefroid en Jacob ontkennen gewelddadigheden

In Luik is de assisenzaak voortgezet tegen vier mannen en drie vrouwen die beschuldigd worden van een waslijst van meer dan honderd misdrijven, hoofdzakelijk inbraken maar ook aanrandingen op de eerbaarheid, een verkrachting en een doodslag.

Een groot deel van de ochtendzitting van vrijdag was gewijd aan de verkrachting die Robert Delcour zou gepleegd hebben tijdens een inbraak te Xhos-Tavier in september 1984. Het slachtoffer, een oude dame die nu 72 is, en de wetsdokter werden gehoord achter gesloten deuren. Robert Delcour is de enige van de bende die beschuldigd wordt van twaalf aanslagen op eerbaarheid en een verkrachting, alle gepleegd op ogenblikken dat hij de slachtoffers bewaakte terwijl zijn medeplichtigen het huis doorzochten.

De diefstallen en pogingen tot diefstal die vrijdag aan de orde waren, werden gepleegd in de loop van 1985 door twee, drie of vier van de beschuldigden. Twee keer was Blanche Godefroid, de vrouw van Robert Delcour, erbij.

Robert Delcour, Jean Godefroid en Robin Jacob geven toe dat ze de daders waren van de meeste inbraken maar minimaliseren het geweld en het wapenvertoon dat daarmee gepaard ging.

Van twee inbraken ontkennen ze dat ze erbij betrokken waren. Bij een van die twee inbraken werd het slachtoffer zodanig mishandeld dat het er een neusbreuk aan overhield.

Van het honderdtal inbraken waarvan ze beschuldigd worden, ontkennen de beschuldigde een tiental, en dat zijn net diegene waarbij het meeste geweld gebruikt werd. Zodanig zelfs dat sommige slachtoffers er definitieve arbeidsonbekwaamheid aan overhielden.

Het onderzoek van de feiten zal nog verdergaan tot volgende woensdag. Het arrest wordt niet verwacht voor woensdag van de daaropvolgende week.

Gazet van Antwerpen | 11 Maart 1989

Waslijst van diefstallen doorgenomen

Het assisenhof van Luik werkte maandag de lange lijst met diefstallen en pogingen tot diefstal verder af, waaraan vier mannen en drie vrouwen van een zelfde familie schuld zouden hebben. Eén van de diefstallen werd gepleegd met de verzwarende omstandigheid van doodslag.

De beschuldigingen betreffen een honderdtal diefstallen op bejaarden of gehandicapten uit de arrondissementen Hoei, Namen, Marche-en-Famenne en Luik. De feiten werden gepleegd tussen januari 1983 en december 1986.

Robert Delcour, Jean Godefroid, Robin Jacob en Daniel Godefroid - de vier mannen  - geven ofwel hun deelname aan de diefstallen toe, of stellen dat ze zich bepaalde zaken niet herinneren.

Alle vier houden ze ook staande dat ze nooit wapens hebben gebruikt, terwijl beschuldigde Robert Delcour, die tevens beticht wordt van een dozijn aanrandingen op de eerbaarheid, zijn “aanrakingen” afdoet als lijfonderzoeken.

Geen enkel van de maandag onderzochte betichtingen veroorzaakte bij de slachtoffers ervan een blijvende lichamelijke of geestelijke onbekwaamheid. De zwaardere diefstallen en pogingen daartoe komen heden dinsdag aan bod. Daarna is het de beurt aan de moraliteitsgetuigen en de psychiaters.

Gazet van Antwerpen | 14 Maart 1989

Zeven geven zeven overvallen toe

Robert Delcour, Jean Godefroid, Robin Jacob, Daniel Godefroid, Blanche Godefroid, Gina Verpoucke en Marie-Christine Titeux hebben dinsdag in het assisenhof van Luik hun deelname toegegeven aan zeven overvallen die fysieke of psychische arbeidsongeschiktheid van de slachtoffers tot gevolg hadden.

Gina Verpoucke was minder geneigd haar deelname toe te geven aan twee overvallen die gepleegd zouden zijn op basis van inlichtingen die zij verstrekte. Verpoucke zei dat ze alleen geantwoord had op vragen van haar schoonbroer Robert Delcour, maar dat ze niet wist dat de informatie zou gebruikt worden voor misdrijven.

Dinsdag kwamen ook de moraliteitsgetuigen aan het woord. Verwanten en werkgevers hadden niets dan lof voor de zeven.

Gazet van Antwerpen | 15 Maart 1989

Advocaat-generaal: “Ook drie vrouwen behoren tot de bende”

Donderdag zijn voor het hof van assisen van Luik, waar zeven personen terechtstaan voor 107 misdrijven, de burgerlijke partijen en het openbaar ministerie aan het woord gekomen.

Advocaat-generaal Lannoy kondigde aan dat hij zijn requisitoir opsplitst in twee delen: het eerste over de 84 diefstallen met verzwarende omstandigheden, 21 diefstallen met braak en acht pogingen tot diefstal; het tweede in hoofdzaak over de doodslag in Ville-My. Hij zei dat “vanaf de eerste overval in januari 1983, de beschuldigden zich manifesteren als dieven die brutale overvallen plegen van de ergste soort, met geweld en bedreiging”. In de eerste overval zitten reeds alle elementen die later meer dan honderd keer zullen terugkeren.

Hij beklemtoonde ook de rol van de drie vrouwen. “Ze waren niet alleen op de hoogte van de exploten van hun echtgenoot, maar hebben zelf meer dan eens een handje toegestoken en horen dus zonder enige twijfel tot de bende”. Lannoy toonde vervolgens aan dat elk van de 84 diefstallen wel degelijk gepaard ging met bedreigingen en geweld, en vroeg de gezworenen ja te antwoorden op de betrokken vragen.

Verder moeten alle verzwarende omstandigheden worden aanvaard: diefstal met braak, ’s nachts, met verscheidene personen en met behulp van een voertuig. Ook de bijzondere omstandigheden zoals de aanwezigheid van wapens en de gevolgen voor de slachtoffers moeten voor een aantal gevallen aanvaard worden.

De 21 diefstallen met braak en de acht pogingen tot diefstal vermeldt de advocaat-generaal alleen om nog eens te wijzen op “de lafheid van de beschuldigden”. De openbare aanklager had het ook over het nauwgezette onderzoek dat gevoerd werd door de onderzoeksrechters van Marche-en-Famenne en Hoei.

In het verloop van de feiten te Ville My zag het openbaar ministerie geen essentieel verschil in vergelijking met de andere gebeurtenissen. “De feiten te Ville Myzijn gelijk aan de andere feiten”, zo zei hij, “het enige verschil is dat te Ville My het slachtoffer omkwam. Maar men kan bejaarden niet straffeloos blijven overvallen. Op een dag moet dat slecht aflopen.” Vandaag komt de verdediging van de zeven beklaagden aan het woord. 

Gazet van Antwerpen | 17 Maart 1989

Welgeteld 958 vragen voor de jury

Maandag is voor het hof van Assisen in Luik het proces tegen de bende van Amay zijn derde week ingegaan. Maandag voerden de burgerlijke partijen, het openbaar ministerie en de verdediging voor de laatste maal het woord. Daarna werden welgeteld 958 vragen voorgelezen, waarop de juryleden vanaf dinsdagmorgen een bevestigend of ontkennend antwoord moeten geven.

Vooral de burgerlijke partijen betokkelden de gevoelige snaar. “De bejaarde personen die door de bendeleden overvallen en gemarteld werden, hadden jullie eigen ouders kunnen zijn”. Vervolgens laakte het openbaar ministerie de manier waarop de verdediging haar pleidooien heeft opgebouwd: “Om de moord die in Ville-My werd gepleegd los te peuteren uit het geheel van de 84 aanrandingen, overvallen en verkrachtingen, deinst de verdediging er niet toe terug om algemene twijfel te zaaien en ook nog andere verdachten te beschuldigen.”

Van het team verdedigers viel vooral mr. Houssiaux op. Hij put zich uit in het aantonen van het feit dat Marie-Christine Titeux slechts een ondergeschikte en minieme rol heeft gespeeld.

Slechts twee van de zeven beschuldigden hadden iets toe te voegen aan het pleidooi van hun advocaten. Dat waren Robert Delcour en Daniel Godefroid.

“Ik ben mij bewust van wat ik aangericht heb en ik betreur het. Ik heb met de feiten te Ville-My geen uitstaand, evenmin als met de verkrachting te Xhos-Tavier. Ik kan U dat zweren op wat mij het meest duurbare ter wereld is”, aldus Delcour. Van zijn kant stelde Daniel Godefroid dat hij wat de feiten in Ville-My betreft, niet kan begrijpen wat er gebeurd is.

Gazet van Antwerpen | 21 Maart 1989

Jury niet mals voor bende van Amay

Na negen uur deliberatie is gebleken dat de gezworenen van het Luikse assisenhof de zeven beschuldigden van de bende van Amay geen geschenken hebben willen geven.

Robert Delcour, Jean Godefroid, Robin Jacob en Daniel Godefroid werden schuldig bevonden aan de onvrijwillige doodslag op Henriette Collin uit Clavier-les-Avins. Hierdoor kunnen ze alle vier tot levenslange dwangarbeid veroordeeld worden.

De jury heeft de zeven beklaagden schuldig geoordeeld aan alle misdaden en slechts zelden werd er neen geantwoord op de vraag naar verzwarende omstandigheden.

Bovendien werd Robert Delcour schuldig verklaard aan de verkrachting van een zeventigjarig vrouw te Xhos-Tavier en aan tien van de twaalf aanslagen op de eerbaarheid waarvan hij werd verdacht. Ook antwoordde de jury “ja” op de vraag naar de bendevorming, wat iedere beklaagde een maximum straf van 5 jaar kan opleveren.

De drie vrouwen in dit “gezelschap” werden schuldig bevonden aan heling en aan enkele diefstallen met geweld.

Heden woensdag komen de openbare aanklager en de verdedigers nog eens aan het woord over de strafmaat en wordt het vonnis geveld.

Gazet van Antwerpen | 22 Maart 1989

Een doodstraf en driemaal levenslang

Eenmaal de doodstraf, driemaal levenslange dwangarbeid, en drie gevangenisstraffen die variëren van een tot drie jaar voorwaardelijk; dat zijn de vonnissen die het assisenhof van Luik woensdag heeft geveld ten laste van de zeven beklaagden van de zogenaamde “Bende van Amay”.

Woensdagvoormiddag hebben zowel het openbaar ministerie als de advocaten van de verdediging een laatste maal het woord gevoerd. Omstreeks het middaguur werden de debatten gesloten en trokken de juryleden - even later gevolgd door het Hof - zich terug om te beraadslagen.

Begin van de namiddag volgde dan het arrest. Robert Delcour wordt ter dood veroordeeld, terwijl Jean Godefroid, Robin Jacob en Daniel Godefroid - alle drie - tot levenslange dwangarbeid worden veroordeeld. Tenslotte krijgt Blanche Godefroid - na aftrek van de celstraf die in voorhechtenis werd doorgebracht - drie jaar voorwaardelijke gevangenisstraf; Gina Verpouck wordt bedacht met twee jaar voorwaardelijk voor het grootste deel van de straf die zij in voorhechtenis doorbracht, terwijl Marie-Christine Titeux één jaar gevangenis met uitstel krijgt voor een periode van vijf jaar voor het grootste deel van de gevangenisstraf in voorhechtenis doorgebracht.

Het vonnis werd door de betrokkenen eerder gelaten aanvaard. Enkel Robert Delcour en de drie vrouwen aanhoorden het vonnis met tranen in de ogen.

Alvorens de jury en het hof zich een laatste maal terugtrokken, sprak ieder lid van de bende van Amay zijn spijt uit. Robert Delcour en Daniel Godefroid zegden daarbij herhaaldelijk “dat zij niets te maken hadden gehad met de moord in Ville-My” waarvoor zij nochtans door de jury schuldig zijn geacht.

Gazet van Antwerpen | 23 Maart 1989

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

Re: Bende van Amay

Dat waren dus in feite moderne Bokkenrijders. De 18de eeuwse Bokkenrijders, actief in Limburg, overvielen afgelegen boerderijen en verbranden de voeten van bewoners om de schuilplaats van hun kostbaarheden te ontfutselen.