Topic: Hoegaarden: 14 Augustus 1980
Samenvatting
Wat? Roofmoord op Paul Bail, een alleenstaande rentenier
Wanneer? In de nacht van 14 op 15 augustus 1980
Waar? Houtmarkt 1 in Hoegaarden » Google Maps
Wie?
- Michel Proot
- Cyriel VanderhaegheStatus: Opgelost
Paul Bail werd in zijn huis door Michel Proot neergeslagen met een fles. Daarna bond Michel Proot hem vast met een een speciale para-commando-knoop rond handen en nek zodat Bail bij de minste beweging zichzelf wurgde. Uit de lijkschouwing is gebleken dat Bail gestorven is door wurging.
Het lichaam van de man werd in de koffer van zijn auto gevonden. Deze stond geparkeerd op Beukenlaan in Hoegaarden, een kleine 900 meter van zijn woning. Het lichaam was gewikkeld in een doek. De mannen werden in juni 1983 veroordeeld voor het Hof van Assisen van Brabant.
Michel Proot:
Cyriel Vanderhaeghe:
Raadselachtige moord te Hoegaarden
Zondagmiddag werd in Hoegaarden, in de koffer van een geparkeerde auto, het lijk ontdekt van rijke eenzaat, Paul Bail (64) uit Brussel. Vermoedelijk is hij donderdagavond vermoord in de prachtige tuin van zijn buitenverblijf te Hoegaarden. Paul Bail is een Brusselaar die in binnen- en buitenland verscheidene hoeven en kastelen heeft maar in de zomer was hij meestal op zijn domein van 6 ha op de Houtmarkt te Hoegaarden.
In deze gemeente was hij zeer geliefd. Volgens de buren deed hij geen vlieg kwaad en had hij voor iedereen een goed woord over. Speciaal kinderen waren bij hem altijd welkom en hij stak ze zelfs af en toe wat geld toe. Arme mensen uit het dorp klopten trouwens nooit tevergeefs bij Paul Bail wanneer zij in moeilijkheden zaten.
Vermist
Naast het herenhuis van Paul Bail staat een hoeve die al 33 jaar betrokken wordt door pachter Max Smolders en zijn moeder. Max vond het vrijdagmorgen vreemd dat de poort bij zijn baas open stond want Bail had een enorme schrik voor dieven omdat men de laatste twee jaar al tweemaal was binnengebroken bij hem.
Diezelfde dag kreeg de pachter een telefoontje uit Brussel omdat Bail niet op een afspraak verschenen was. Samen met een buur ging men nu op zoek naar Paul Bail maar noch in de tuin, waar het gereedschap van de dag tevoren nog lag, noch in het huis werd enig teken van leven aangetroffen. Niets wees op een diefstal want er lag zelfs nog geld op de tafel.
's Anderendaags ging men samen met de burgemeester terug op zoek naar Bail, zonder resultaat evenwel. Toen Max Smolders zondag vertelde aan de buren dat men diende te zoeken naar een rode Daf, de auto van Bail, merkte een van de omstaanders op dat er al twee dagen zulke auto in de Beukenlaan stond, op nog geen kilometer van de woning van Paul Bail.
De burgemeester en Smolders gingen daar omstreeks 11u een kijkje nemen en de pachter herkende de auto formeel. Alle deuren waren los, de kinderen hadden er zelfs zaterdag in gespeeld. Bij nader onderzoek bleek evenwel dat de koffer gesloten werd en dat er een bloedplas onder de wagen lag. Onmiddellijk werd de rijkswacht opgeroepen en met de hulp van een garagist werd de koffer open gebroken.
Vraagtekens
Men vond er het lijk van Paul Bail in een deken gewikkeld in terug. Rond het pak was een koord gebonden. Omstaanders beweren dat de auto er vrijdagmorgen omstreeks half twee stond maar dat er niets verdachts is waargenomen in de buurt. Later in de namiddag kwam onderzoeksrechter Winnen, substituut procureur des konings Declercq, commissaris Tulkens van de Leuvense gerechtelijke politie en luitenant Speelman van de Tiense rijkswacht ter plaatse.
Uit de eerste vaststellingen is gebleken dat het slachtoffer een gewelddadige dood is gestorven maar de lijkschouwing dient uit te wijzen hoe. Ook over het motief tast men nog in het duister. Paul Bail had in heel Hoegaarden geen enkele vijand en ook roofmoord lijkt onwaarschijnlijk. Een lastige opdracht voor de Leuvense speurders ...
Bron: Gazet van Antwerpen | 18 Augustus 1980
Hoegaardse rentenier werd gewurgd
Paul Bail (64), de rijke weduwnaar wiens lijk zondagmiddag in de koffer van een geparkeerde auto te Hoegaarden werd aangetroffen, is om het leven gekomen door wurging nadat hij eerst op het hoofd geslagen werd met een glazen voorwerp. Dat is het resultaat van de lijkschouwing die de wetsdokter maandagnamiddag op het slachtoffer uitvoerde.
Uit het onderzoek van de gerechtelijke politie bij het parket te Leuven en de BOB van Tienen, onder leiding van onderzoeksrechter Jos Winnen, is ook gebleken dat Paul Bail wel eens een dubbel leven zou kunnen geleid hebben. In Hoegaarden stond de man als zeer gunstig en bezadigd aangeschreven. Iemand die met iedereen goed over de baan kon, die de buren hielp waar hij kon en waar kennissen vrij in en uit de tuin mochten lopen.
Uit het onderzoek zou mogelijk blijken dat de man in zijn appartement te Elsene, in de Hoge Schoollaan 71, een heel ander levensritme aannam. In dit verband stellen de speurders zich vragen over de kennissen en vrienden van Bail. Volgens fax Smolders, de pachter van de hoeve naast het buitenverblijf te Hoegaarden, is het niet onmogelijk dat Bail donderdagavond omstreek 20u30 nog per auto bezoek gekregen heeft.
De aandacht gaat ook uit naar een Franstalige vrouw die zondag bij de vaststellingen aanwezig was en die ondertussen kon geïdentificeerd worden maar nog niet ondervraagd. Zij zou eventueel kunnen inlichtingen geven over de relaties van het slachtoffer of zelfs over een mogelijke verloofde.
Auto
Omdat een ander motief nog niet met zekerheid kon worden ontdekt sluiten de speurders een vrouwenhistorie dus niet uit. Een groot vraagteken blijft ook de auto waarin het lijk aangetroffen werd. Waarom werd hij met zijn eigen auto vervoerd, en waarom hebben de moordenaars het lijk niet verder dan een kilometer weg gebracht? Omdat het tuingerief nog in het park lag, wat zeker niet de gewoonte was van de nauwgezette Bail, wordt ook niet uitgesloten dat hij in de tuin eerst is bewusteloos geslagen en daarna gewurgd. Merkwaardig was ook dat binnen in het huis de tafel stond gedekt
Naast de borden lag een hele collectie sleutels uitgespreid. Sleutels van deuren, kasten en koffers. Allemaal vragen voor de speurders, die het onderzoek ijverig voortzetten. De politie van Tienen heeft gisteren wel een 26-jarige zwerver uit Schaarbeek aangehouden. De man doolde al een paar dagen door de streek. Hij wordt ondervraagd.
Bron: Gazet van Antwerpen | 19 Augustus 1980
Met metaaldetector op zoek naar autosleutels van Hoegaardse rentenier
In verband met de moord op Paul Bail (64), de rijke rentenier wiens lijk zondag te Hoegaarden in zijn auto werd gevonden, tasten de Tiense rijkswacht en BOB en de gerechtelijke politie bij het Parket te Leuven nog in het duister. Ook het motief is nog niet te achterhalen.
Wel staat vast dat - voor zover dit nu al is na te kijken - noch op het domein noch in de woning te Hoegaarden, noch op het appartement te Elsene iets zou gestolen zijn.
De BOB van Tienen tracht nu met een metaaldetector in de buurt van de auto in de Beukenlaan en op het domein van de vermoorde de sleutel terug te vinden van de auto. Deze zijn inderdaad nog steeds zoek.
Ondertussen kon ook worden vastgesteld, dat het bezoek dat Bail donderdagavond kreeg omstreeks 20u30, bestond uit een man en een vrouw. Deze twee personen worden nu gezocht omdat ze mogelijk aanwijzingen kunnen geven.
Ook alle personen die het slachtoffer donderdagavond of later nog zouden gezien hebben, worden verzocht contact op te nemen met de BOB van Tienen of met de gerechtelijke politie bij het parket te Leuven.
Bron: Gazet van Antwerpen | 20 Augustus 1980
Hoegaardse rentenier vermoord met koord
Paul Bail (64) die zondag vermoord werd aangetroffen te Hoegaarden, werd met een koord gewurgd. De knopen die in deze koord zijn op dezelfde wijze gelegd als deze die de paracommando's gewoonlijk bezigen.
De dader zou groot zijn. Tot deze vaststellingen is men gekomen na de lijkschouwing. Verder wordt door de gerechtelijke politie bij het parket te Leuven en door de Tiense rijkswacht en BOB verder ijverig gezocht naar enig spoor dat naar de dader kan leiden. In de Beukenlaan waar de auto van het slachtoffer met het lijk gevonden werd, was men woensdag met een metaaldetector op zoek naar de autosleutels en vandaag zou deze speurtocht verder gezet worden.
Belangrijker is evenwel dat men uit aantekeningen in het buitenverblijf te Hoegaarden heeft kunnen vinden met wie het slachtoffer de laatste uren voor de moord nog afspraken had. Deze personen worden nog ondervraagd omdat dezen mogelijk belangrijke inlichtingen zouden kunnen verschaffen. In dit verband is men ook op zoek naar een man met een hoed, die daar nog zou gezien zijn.
Op basis van ondervragingen van personen in de omgeving wordt op het ogenblik gewerkt aan een robotfoto. De gemeente Hoegaarden heeft reeds laten weten dat zij geïnteresseerd is om het domein waar Paul Bail woonde, aan te kopen. Vrijdag is er te Hoegaarden een eredienst voor het slachtoffer dat daarna te Solré St.-Gery wordt begraven.
Bron: Gazet van Antwerpen | 21 Augustus 1980
Hoegaardse rentenier moet zijn moordenaar gekend hebben
De Hoegaardse rentenier, Paul Bail, die zondag dood werd aangetroffen in zijn auto langs de Beukenlaan te Hoegaarden moet vermoedelijk zijn moordenaar gekend hebben. Bail liet ’s avonds immers niemand meer binnen, tenzij hij deze kende en deze minstens 24u op voorhand een afspraak had gemaakt.
Verder wordt het niet uitgesloten geacht dat Bail op het ogenblik dal hij werd neergeslagen staande wilde telefoneren. En hieruit zou dan weer kunnen blijken dat de dader groot van gestalte is. De sleutel van de auto waarnaar gezocht werd met een metaaldetector werden nog niet teruggevonden.
Het onderzoek is hiermee in een moeilijk stadium gekomen. De speurders weten bijna met zekerheid dat moet gezocht worden in de kennissenkring van het slachtoffer, maar deze kring is - vooral in het Brusselse - zo uitgebreid dat het zoeken is naar een naald in een hooiberg. Wel wordt nog steeds verder gewerkt aan de robotfoto’s van het echtpaar dat donderdagavond nog bij Bail op bezoek zou geweest zijn en aan een tekening van een man die later in de buurt van de auto van het slachtoffer werd opgemerkt.
Bron: Gazet van Antwerpen | 22 Augustus 1980
Onderzoek in Hoegaardse moordzaak vordert moeizaam
De BOB van Tienen en de gerechtelijke politie van Leuven hebben aan de hand van getuigenissen robotfoto’s samengesteld van een verdachte en een getuige van de moord op de Hoegaardse rentenier Paul Bail.
De man met de hoed is door buren op de avond van de moord samen met een vrouw voor de woning van Bail gezien. Hij draagt een snor, is 45 à 50 jaar oud, en ongeveer 1,7 meter groot, heeft zwart haar en een normale lichaamsbouw. Hij wordt gevraagd zich in verbinding te stellen met de gerechtelijke politie van Leuven, omdat hij over belangrijke informatie kan beschikken.
De andere wordt verdacht van de moord. Hij is door de bewoners van de Beukenlaan op de avond van de moord bij de auto van Bail gezien. Hij is ongeveer 30 jaar oud en 1,80 tot 1,85 meter groot. Hij heeft blonde haren en een normale lichaamsbouw.
Iedereen die inlichtingen kan geven over deze twee personen, wordt verzocht contact op te nemen met de dichtstbijzijnde politie- of rijkswachtpost.
Eredienst
Vrijdagvoormiddag had te Hoegaarden een eredienst plaats voor de vermoorde rentenier. De uitvaartmis werd bijgewoond zo'n 20 familieleden en 250 andere kerkgangers. De gerechtelijke politie van Leuven nam verscheidene foto’s van de aanwezigen en noteerde nummerplaten van auto's. Later op de dag werd Paul Bail begraven in Solre-Saint-Gery, nabij de Franse grens.
Bron: Gazet van Antwerpen | 23 Augustus 1980
Moordenaar was kennis van Hoegaardse rentenier
De moordenaar van de Hoegaardse rentenier Paul Bail is bekend. Na een week intens speuren door de gerechtelijk politie bij het parket te Leuven en de BOB van Tienen, waarbij zelfs speurders vrijwillig uit vakantie waren gekomen om de zaak mee tot een goed einde te brengen, kon onderzoeksrechter Jos Winnen zondagavond dit goede nieuws voor de bewoners van Hoegaarden meedelen.
De dader is Michel Proot (27) uit de Gevaertlaan te Genval, die inderdaad uit de kenniskring van het slachtoffer komt. Motief voor de afschuwelijke daad is roofmoord. Uit de woning van Paul Bail zijn inderdaad voorwerpen verdwenen, o.a. een postzegelcollectie, waarvan de waarde nog niet te schatten is.
Koelbloedig
Michel Proot, een gewezen brandweerman in het Brusselse en een gewezen paracommando, blijkt een gevaarlijk individu te zijn. Hij wordt onder andere nog verdacht van andere feiten zoals een brandstichting te Bastogne en een schietpartij te Terkameren. De man werd zaterdag na de begrafenis van Paul Bail in zijn woning te Genval opgepikt en bekende zondagmorgen hoe hij op uiterst koelbloedige manier, haast cynisch, Paul Bail neersloeg, zijn handen op zijn rug bond en hem met een koord wurgde, waarna het slachtoffer in een deken werd gewikkeld en in de auto werd gelegd.
De auto werd dan weggereden naar de Beukenlaan om het vinden van het lijk te bemoeilijken. Michel Proot moet wel de nodige tijd genomen hebben om de woning van Paul Bail grondig te doorzoeken. Hij moet hulp gehad hebben van een paar vrienden, waarvan een verdacht wordt als mededader, de andere als medeplichtige. Beiden werden ook opgepikt. Hun aandeel wordt op het ogenblik nog onderzocht, maar ze werden samen met de moordenaar onder aanhoudingsmandaat geplaatst.
Michel Proot, die op zijn identiteitskaart officieel student in informatica heet, heeft na zijn daad zeer grondig alle sporen van zijn aanwezigheid willen wegwissen, toch blijkt hij een detail over het hoofd gezien te hebben. Een strohalm waaraan de speurders zich hebben vastgeklampt tot ze na een week zoekwerk de dader te pakken hadden van wat nu al een van de meest afschuwelijke moorden in het Tiense wordt genoemd.
Meteen betekent de aanhouding van de moordenaar het einde van de paniek bij de Hoegaardse bevolking, vooral in de buurt van de Beukenlaan waren heel wat mensen uitermate ongerust en verlieten hun woningen alleen nog als het echt moest. Iedereen wantrouwde een beetje iedereen. Voor deze bewoners is nu een einde gekomen aan de schrik. Voor de speurders evenwel begint het werk pas. Nog talrijke vragen moeten beantwoord worden en nog diverse details moeten in de puzzel geplaatst worden. Maar de jacht op de dader kon beëindigd worden.
Bron: Gazet van Antwerpen | 25 Augustus 1980
Moordenaar van Hoegaarden wilde speurders verwelkomen met granaten
Michel Proot, de moordenaar van de Hoegaardse rentenier Paul Bail, wilde de speurders die hem op het spoor waren, gewoon van kant maken met granaten. In zijn woning te Genval werd trouwens een volledig wapenarsenaal gevonden van overvalhelmen tot een ploertendoder, een dolk en een automatisch geweer met afgezaagde loop.
De leden van de gerechtelijke politie bij het parket te Leuven die zaterdagavond Michel Proot aan zijn woning opwachtten en inrekenden kregen als welkom van de moordenaar: “Een geluk dat ge me niet binnen zijt komen halen, want alles was klaar om u te verwelkomen met een paar granaten”.
Dat de kerel op bijna alles voorbereid was bleek ook uit het feit dat hij zowel thuis in zijn zetel als in zijn auto altijd een dolk in de buurt had steken. De vrouw van de moordenaar, een tolk, was gedurende drie weken op vakantie. Zondagavond kwam de nietsvermoedende vrouw terug thuis. Het echtpaar, dat Franssprekend is, heeft geen kinderen.
Op de bewuste avond van de moord, 14 augustus, is Michel Proot samen met een vriend naar het domein van Paul Bail getrokken. Proot kende de rijke rentenier omdat hij er al eens klusjes had voor opgeknapt. Met een valse sleutel is Michel Proot gewoon door de voordeur binnengegaan. Paul Bail bevond zich op dat ogenblik op de verdieping en is met een zaklantaarn naar beneden gekomen. De moordenaar heeft zijn slachtoffer met en fles spuitwater van achter de deur neergeklopt en toen het lichaam nog stuiptrekkingen vertoonde met een koord gewurgd. Daarna heeft Michel Proot het zich erg gemakkelijk gemaakt in de woning en uiterst rustig alles doorzocht.
Een waardevolle postzegelverzameling en een paar boeken werden meegenomen. Omstreeks 22u30 die avond werd hij immers nog opgemerkt door een voorbijganger. Ook een vrouw in de Beukenlaan had de man gezien in de buurt van de auto. Het is trouwens op aanwijzingen hiervan dat een robotfoto kon gemaakt worden.
De jonge kerel, die de wacht hield buiten, ontkent de feiten. Ook bij hem thuis werden wapens aangetroffen. Michel Proot komt ook in aanmerking voor de antiekdiefstallen die rond de jaarwisseling bij Paul Bail te Hoegaarden gepleegd werden. Ook wordt nagekeken of hij mogelijk in de streek nog andere misdrijven zou gepleegd hebben.
Woensdagavond had te Hoegaarden onder massale belangstelling een wedersamenstelling van de feiten plaats.
Bron: Gazet van Antwerpen | 26 Augustus 1980
Massale belangstelling voor wedersamenstelling te Hoegaarden
Maandagavond, tot laat in de nacht, had te Hoegaarden de wedersamenstelling plaats van de afgrijselijke moord op de rijke rentenier Paul Bail. Michel Proot (27) uit Genval deed alles nog eens triomfantelijk over onder het oog van onderzoeksrechter Winnen, de substituten Declercq en Cailloux, commissaris Tulkens, luitenant Speelman, leden van de gerechtelijke politie en de BOB van Tienen en de Hoegaardse veldwachters.
De Tiense rijkswacht had uitgebreide veiligheidsmaatregelen genomen, en terecht, want praktisch heel Hoegaarden was op de been om de moordenaar te zien en uit te jouwen. Reeds vanaf 17u hadden de kijklustigen plaats genomen achter de nadarhekken die waren opgesteld. Toen omstreeks 21u de combi van de Leuvense centrale gevangenis kwam aangereden met de dader, barstte de rijendikke menigte los in scheldwoorden en verwijten. Leuzen als “moordenaar” en “assasin” waren niet uit de lucht.
Wurg knoop
Het kon Michel Proot echter allemaal niet deren. Rustig toonde hij hoe hij op 14 augustus 's avonds omstreeks half negen met een valse sleutel binnendrong en daarna Paul Bail met een fles neersloeg. Om toch maar zeker te zijn dat zijn slachtoffer dood was legde hij een speciale para-commando-knoop rond handen en nek zodat Bail bij de minste beweging zichzelf wurgde. Uit de lijkschouwing is trouwens achteraf gebleken dat Bail gestorven is door wurging.
Uit de reconstructie is anders weinig nieuws tevoorschijn gekomen. V. uit Zaventem, die verdacht wordt van medeplichtigheid, omdat hij in de tuin op wacht zou gestaan hebben, blijft alle hem ten laste gelegde feiten ontkennen. Ook M. uit Genval, die verdacht wordt van heling van de geroofde postzegelalbums en kostbare boeken, beweert niets met de zaak te maken te hebben.
Nadat Proot gedurende meer dan twee uur het huis op de Houtmarkt te Hoegaarden doorzocht heeft, werd het lijk van Paul Bail in een deken gewikkeld en in de koffer van zijn eigen auto gedragen. Proot reed dan met zijn slachtoffer naar de Beukenlaan te Hoegaarden, slechts één kilometer verder, en liet de wagen ter plaatse. Hij heeft daar ook de autosleutels weggegooid om eventuele sporen uit te wissen.
Een buurtbewoonster had hem daar evenwel opgemerkt wat hem later noodlottig werd, samen met de notities van Bail die werden teruggevonden en waar de naam van zijn vriend op voor kwam.
Omstreeks 3u30 in de morgen was de reconstructie afgelopen en konden de speurders eindelijk van een (korte) nachtrust gaan genieten.
Bron: Gazet van Antwerpen | 27 Augustus 1980
Moordenaar van Hoegaarden blijft aangehouden
Michel Proot (27) uit Genval die op 14 augustus in Hoegaarden de rijke rentenier Paul Bail vermoordde, blijft aangehouden. Dat heeft de Leuvense raadkamer vrijdagmorgen beslist. Samen met hem blijven ook V. uit Zaventem en M. uit Genval nog minstens één maand langer opgesloten. Deze laatsten blijven evenwel alle schuld ontkennen.
Proot heeft trouwen in januari van dit jaar nog in de cel gezeten. Toen werd hij er sterk van verdacht een reeks diefstallen en brandstichtingen op zijn actief te hebben maar in afwachting dat zijn zaak door de rechtbank zou behandeld worden, werd hij in voorlopige vrijheid gesteld.
Rijkswachters van Bertogne hadden Proot toen gezien in de omgeving van enkele chalets waarin was ingebroken. Bij een controle van zijn auto werd toen trouwens een heel arsenaal wapens aangetroffen: een revolver, een mitraillette met afgezaagde loop en springtuigen. Omwille van al die verdenkingen is Proot destijds, samen met twee andere pompiers, bij de brandweer van Schaarbeek aan de deur gezet.
Bron: Gazet van Antwerpen | 30 Augustus 1980
Bracht moordenaar van Hoegaarden ook postzegelverzamelaar van Dilbeek om?
Verscheidene rechercheurs onderzoeken of Michel Proot, de 27-jarige uit Genval die vorige maand de Hoegaardse rentenier Paul Bail heeft vermoord, ook niet schuldig zou kunnen zijn aan andere niet opgeloste moorden. De speurders willen er niet veel over kwijt, maar toch zou een en ander aan het licht zijn gebracht.
Iemand uit de naaste omgeving van Michel Proot zou zich hebben laten ontvallen dat de gewezen para-commando eens aan de tand zou moeten worden gevoeld voor de weerzinwekkende moord op een bejaarde Dilbeekse postzegelverzamelaar op 30 april van vorig jaar. Twee mannen, 25 tot 30 jaar, schoten toen de bejaarde neer in zijn woning, Kaudenaarde 70 te Dilbeek.
Onmiddellijk vroegen de speurders zich af of de daders Franstalige Belgen waren. En zoals bij de Hoegaardse rentenier namen de daders te Dilbeek ook een postzegelverzameling mee, waarvan achteraf toch zou zijn gebleken dat ze niet veel waarde had.
Uit goed ingelichte bron hebben we nu vernomen dat er nog andere vergelijkingspunten zijn tussen de moord te Hoegaarden en die te Dilbeek. In gerechtelijke kringen heeft men goede hoop de moord op de 76-jarige Ange Hanssens te Dilbeek op te lossen. Men zal eerstdaags de gearresteerde Michel Proot ondervragen.
Een moord op een prostituee enkele jaren geleden te Brussel, wordt ook opnieuw onderzocht. Het is immers opgevallen dat die vrouw op een bijna gelijkaardige manier werd vastgebonden als de rentenier te Hoegaarden. Als voormalige para-commando had Michel Proot gedurende zijn militaire dienst de kunst geleerd om iemand een knoop rond de nek en de handen te leggen, waarbij het slachtoffer bij de minste beweging zichzelf wurgt. Zowel bij de moord op de prostituee te Brussel als bij de moord te Hoegaarden en die in Dilbeek gingen de daders met een zelfde cynisme te werk. In Dilbeek ontstond een hevige worsteling waarbij de bejaarde postzegelverzamelaar zware slagen kreeg. De daders hadden toen geld geëist, maar moesten, behalve dan met een postzegelverzameling met lege handen vertrekken.
Ondertussen zoekt de gerechtelijke politie ook heel naarstig verder naar de medeplichtigen van Michel Proot.
Bron: Gazet van Antwerpen | 10 September 1980
Wedersamenstelling van moord te Hoegaarden
Te Hoegaarden had gisteren de wedersamenstelling plaats van de moord op rentenier Paul Baille. De misdaad had plaats op 15 augustus 1980. De verdachte, Michel Proot uit Genval, moest aanwijzen hoe hij door het park naar de woning van het slachtoffer was gelopen. Men wilde aan de weet komen or hij met valse sleutels was binnen gegaan. De verdachte wilde daarover echter niets loslaten. Hij zal weldra moeten verschijnen, eerst voor de raadkamer en later voor de Kamer van inbeschuldigingstelling met het oog op een latere behandeling door het Assisenhof.
Bron: Gazet van Antwerpen | 20 Maart 1982
Twee wegens roofmoord voor Assisenhof van Brabant
Het Hof van Assisen van Brabant, voorgezeten door raadsheer Robert Jans, handelt van maandag 30 mei af het proces van de 30-jarige Michel Proot uit Rixensart en van de 36-jarige Cyriel Vanderhaeghe uit Zaventem. Beiden worden ervan beschuldigd tijdens de nacht van 14 op 15 augustus 190 een roofmoord gepleegd te hebben op de 63-jarige rentenier Paul Bail in diens buitenverblijf te Hoegaarden.
Het lichaam van de vermoorde Paul Bail werd drie dagen na de feiten, aangetroffen in de bagagekoffer van zijn eigen wagen. Op 20 augustus daaropvolgend maakte een advocaat aan de rijkswacht van Tienen bekend dat één van de daders vermoedelijk Michel Proot was. Weldra bleek de tweede dader Cyriel Vanderhaeghe te zijn.
Geen van beide verdachten was aanvankelijk bereid om bekentenissen af te leggen. Eerst op 24 augustus 1980 gaf Proot toe Paul Bail te hebben gedood. Hij verklaarde samen met Vanderhaeghe en met behulp van valse sleutels, in de woning van het slachtoffer te zijn binnengedrongen. Ze maakten echter zodanig veel lawaai, dat de eigenaar in zijn slaap werd gewekt en kwam kijken wat er gaande was. Bij de keukendeur sloeg Proot toen het slachtoffer neer met een fles mineraal water, en bond vervolgens via de hals zijn polsen vast op de rug met een nylonkoord. De lijkschouwing bracht later aan het licht dat het slachtoffer werd gewurgd.
De twee indringers maakten van de gelegenheid gebruik om bij het slachtoffer een reeks albums met postzegels weg te nemen, alsmede geld en verschillende waardevolle voorwerpen.
Ze laadden toen het lichaam van het slachtoffer, dat ze in een deken hadden gewikkeld, in de bagagekoffer van de wagen van de overledene, waarmee ze vervolgens wegreden. Proot zou nadien 50.000 fr. van Vanderhaeghe hebben ontvangen voor bewezen diensten. Dit bedrag werd overigens later in de woonplaats van Proot teruggevonden. Achteraf werd de versie over de feiten nog herhaaldelijk gewijzigd. Beide beklaagden staan eveneens terecht voor een hele reeks diefstallen en verboden wapenbezit.
Bron: Gazet van Antwerpen | 28 Mei 1983
Proot en Vanderhaeghe spreken mekaar tegen
Het Hof van assisen van Brabant, voorgezeten door Raadsheer Robert Jans, begon maandagvoormiddag aan het proces van de 30-jarig Michel Proot, student, wonende Avenue Gevaert, 195, te Rixensart, en van de 36-Jarige Cyriel Vanderhaeghe, tekenaar, wonende Steenweg op Vilvoorde 78, te Zaventem Beiden worden ervan beschuldigd in de nacht van 14 op 15 augustus 1980, een roofmoord gepleegd te hebben op de 63-jarige rentenier Paul Bail in diens tweede woonplaats, namelijk een buitenverblijf met park, gelegen Houtmarkt 1, te Hoegaarden. Beide beklaagden staan eveneens terecht wegens een heIe reeks diefstallen en verboden wapenbezit.
Proot wordt verdedigd door Mr. Erik Vergauwen en beklaagde Vanderhaeghe door Mr. Guy François - en Bruno Godart. Het openbaar ministerie is vertegenwoordigd door advocaat-generaal Jean-Pierre Jaspar. De jury is samengesteld uit 7 dames en 5 heren.
De zitting van maandagvoormiddag beperkte zich tot de samenstelling van de jury en ook tot de voorlezing van de akte van beschuldiging, die niet minder dan 26 bladzijden beslaat.
Bij de aanvang van de namiddagzitting bleek dat advocaat-generaal Jaspar. zoal was voorzien, werd vervangen door advocaat-generaal Vandemeulebroeke.
Toen volgde de ondervraging van beklaagde Michel Proot, een man, middelmatig van gestalte, met volle baard en snor. Proot zei in 1978 kennis te hebben aangeknoopt met de tweede beklaagde, Cyriel Vanderhaeghe, nl. als lid van een automobielclub.
Ze ontmoetten elkaar twee of driemaal per week en voelden zich beiden aangetrokken door de natuur en de paranormale wetenschappen.
Proot kende ook het toekomstig slachtoffer, rentenier Paul, bij wie hij af en toe werkjes ging opknappen, zoals het herstellen van uurwerken.
Bekentenis
Na zijn arrestatie gaf Proot verschillende versies over de feiten. Op 24 augustus 1980 bekende Proot tezamen met Vanderhaeghe in de woning van Paul Bail te zijn binnengedrongen. Toen hij door de eigenaar werd betrapt sloeg hij deze neer met een fles mineraal water waarna hij het slachtoffer de handen op de rug vastbond met een touw, dat hij eerst om de hals had gebracht en dat ten slotte de dood door wurging veroorzaakte. Proot zou dan samen met Vanderhaeghe het lichaam in de bagagekoffer van de wagen van het slachtoffer hebben geladen en er mee zijn weggereden tot in de Beukenlaan waar het voertuig met het stoffelijk overschot inderdaad werd teruggevonden.
Proot zou deze versie hebben gegeven die hij thans verzonnen noemt want hij beweert niet eens ter plaatse te zijn geweest toen het slachtoffer werd gedood. Hij zou die versie hebben gegeven, alleen om zijn vriend Vanderhaeghe te sparen.
Volgens de huidige versie van Proot, die hij voor het eerst kenbaar maakte op 11 maart 1981, zou Vanderhaeghe bij Bail alleen zijn binnengedrongen, het slachtoffer zou hem hebben betrapt en in de badkamer zijn uitgegleden. Vanderhaeghe zou Bail vervolgens hebben gewurgd, eerst met de handen en vervolgens met een touw. Om een diefstal van postzegels te simuleren en het gerecht op een dwaalspoor te brengen betreffende de moord op Bail zou Vanderhaeghe 50.000 fr. hebben aangeboden aan Proot, geld dat inderdaad bij zijn arrestatie werd teruggevonden.
Maagpijn
Vanderhaeghe zei dat hij enkele uren voor de feiten, nl. omstreeks 14u, het toekomstig slachtoffer BaiI, verwittigde dat hij hem niet zou kunnen komen helpen, gezien hij al te veel maagpijn had. Vanderhaeghe bleef dan ook thuis en ging in de late avond een wandeling maken met zijn moeder.
Op 15 augustus 1980 kreeg Vanderhaeghe een telefoontje van Prooi die hem meldde dat BaiI was vermoord, dat hij, Proot, zeker niet de misdaad had gepleegd, maar er toch bij was toen de feiten plaatsvonden. Deze woorden verwonderden Vanderhaeghe ten zeerste want hij had zulks niet kunnen vermoeden van Proot, ook al gedroeg deze zich de jongste dagen op een erg eigenaardige manier en liep hij soms rond met zelfmoordplannen.
Een paar dagen later ging Vanderhaeghe samen met Proot naar de haven van Antwerpen om er een boot te bezichtigen die te koop was voor 50.000 fr. en waarmee ze hoopten de wereld rond te reizen. Vanderhaeghe ontkent formeel 50.000 fr aan Proot te hebben geschonken, zogezegd om een diefstal van postzegels bij Bail te simuleren, diefstal bedoeld om het gerecht te misleiden. Wel gaf Vanderhaeghe toe een namaaksleutel van de toegangsdeur tot de woning van Bail te hebben laten maken, met de bedoeling het slachtoffer te kunnen beroven.
Vandaag worden de eerste getuigen ondervraagd.
Bron: Gazet van Antwerpen | 31 Mei 1983
Manier van vastbinden deed slachtoffer stikken
In het proces van Michel Proot en Cyriel Vanderhaeghe, beschuldigd van roofmoord op rentenier Paul Bail te Hoegaarden, werd dinsdagvoormiddag onderzoeksrechter Jozef Winnen uit Leuven, ondervraagd voor het Hof van Assisen van Brabant. De onderzoeksrechter zei dat hij een drietal dagen na de misdaad verwittigd werd dat het autootje van Paul Bail verlaten was aangetroffen in de Beukenlaan te Hoegaarden nabij een braakliggend stuk
grond. Uit de bagagekoffer van de wagen bleek bloed te vloeien.
De onderzoeksrechter verwittigde de plaatselijke burgemeester, die op zijn beurt een garagehouder opdracht gaf de bagagekoffer open te maken. In de koffer lag, gewikkeld in een deken, het stoffelijk overschot van Paul Bail, de handen met een touw vastgeknoopt op de rug. Het slachtoffer was nog in het bezit van zijn portefeuille die alleen maar identiteitspapieren bevatte en waaruit het geld was verdwenen.
In de woonplaats zelf van het slachtoffer, ongeveer 1 km verder, werd weinig wanorde vastgesteld. Er werden wel enkele bloedvlekken op de vloer ontdekt en eveneens scherven van een fles mineraalwater. Een advocaat, die de moeder van Vanderhaeghe goed kende, belde op 20 augustus 1980, namelijk een week na de feiten, een rijkswachtofficier te Leuven op met de melding dat de misdaad heel vermoedelijk het werk was van Michel Proot.
Toen deze een paar dagen nadien werd aangehouden begon hij te ontkennen, maar weldra ging hij tot bekentenissen over. Proot beweerde het slachtoffer te hebben neergeslagen met de fles mineraalwater, vervolgens verschillende postzegelalbums te hebben geroofd, nadien de handen van het slachtoffer via de hals op de rug te hebben vastgebonden en ten slotte het lichaam samen met Vanderhaeghe tot in de bagagekoffer van de wagen van Peul Bail te hebben gesleept.
In verband met deze bekentenissen werd later tot een reconstructie van de feiten overgegaan waarbij Vanderhaeghe een totaal ondergeschikte rol speelde, gezien hij in werkelijkheid niet eens aan de feiten scheen te hebben deelgenomen, al bezat hij wel het dubbel van de sleutel die toegang kon verlenen tot de woonplaats van het slachtoffer Bail.
Tijdens deze wedersamenstelling maakte Prooi details bekend die er duidelijk op wezen dat hij de feiten had gepleegd. Tijdens de namiddagzitting werd wetsgeneesheer prof. Verresen als getuige ondervraagd. Deze deskundige ging over tot de lijkschouwing van het slachtoffer in het dodenhuis van de Sint-Rafaël kliniek te Leuven.
Hij stelde vast dat de hoofdhuid van het slachtoffer kwetsuren vertoonde en dat er nog steeds allerlei glasscherven op kleefden, doch ook de linkerhand van het slachtoffer was ernstig gekwetst en ook daar waren verschillende glasscherven op achtergebleven. Het zag er naar uit dat het slachtoffer zijn hoofd met de hand had willen beschermen toch een duchtige slag werd toegediend. Mogelijk werden er twee slagen op het hoofd toegebracht. Deze slag of slagen op het hoofd waren echter niet dodelijk, vermits ze geen schedelbreuk veroorzaakten en ook gezien ze de hersenen ongeschonden lieten.
Dodelijk was in feite een nylonkoord die tweemaal om de hals van het slachtoffer werd gedraaid en vervolgens vastgemaakt aan de handen die op de rug werden vastgebonden. Beklaagde Proot verklaarde aan de wetsgeneesheer tijdens de wedersamenstelling dat hij dergelijke manier van vastbinden had gebruikt omdat hij wist dat daarbij bij elke beweging van het slachtoffer de koord nauwer om de hals toesnoert wat tot verstikking moet leiden. Het slachtoffer kwam dan ook door verstikking om het leven.
Een tweede deskundige was prof. Van Brussel eveneens uit Leuven. Deze werd belast met het nagaan van de kracht die diende ontwikkeld om een gevulde glazen fles mineraalwater stuk te slaan op een mensenhoofd. Uit het eindresultaat bleek dat de kracht die Proot diende te ontwikkelen om de fles mineraalwater op het hoofd van het slachtoffer Bail te breken gelijk stond met 750 kg, wat erg aanzienlijk is.
Vandaag gaat het getuigenverhoor verder.
Bron: Gazet van Antwerpen | 1 Juni 1983
Proot en Vanderhaeghe waren twee fantasten
In het proces van Michel Proot en Cyriel Vanderhaeghe, beschuldigd van roofmoord op de rentenier Paul Bail te Hoegaarden, werden woensdagvoormiddag opnieuw verschillende getuigen gehoord voor het Hof van Assisen van Brabant.
Belangrijkste getuige was psychiater Max Vandenbroucke die een beeld schetste van beide beklaagden. Deskundige zei dat Proot 7 jaar lang als ziekenverzorger bij de brandweer had gewerkt en er in 1980 aan de deur werd gezet toen was gebleken dat hij opzettelijk een chalet in brand had gestoken in de Ardennen. Proot die steeds een kwetsbare persoonlijkheid had en van nature erg schuchter was, poogde deze handicap te overwinnen door zich voor te doen als een zware jongen. Hij ging moeilijke sporten beoefenen en als milicien werd hij paracommando.
Zolang Proot zijn moeder en 10 jaar oudere echtgenote in de buurt had, bleef hij enigszins binnen de perken van de werkelijkheid. Eens hij aan de invloed van deze twee personen was ontsnapt, ging hij volledig op in allerlei dwaze fantasieën, aldus de psychiater. Nadat hij zijn werk als brandweerman was kwijtgeraakt, beschikte Proot over veel vrije tijd. Hij maakte toen kennis met Vanderhaeghe die eveneen een fantast was, maar in mindere mate. Geldgebrek dreef beiden ertoe te gaan stelen.
Wat de roofmoord op Paul Bail betreft, ging Proot na een lange ondervraging uiteindelijk tot bekentenissen over. Zoals uit de wedersamenstelling van de feiten bleek, sprak Proot daarbij de waarheid, behalve wat Vanderhaeghe betreft, die hij tot elke prijs bij de misdaad poogde te betrekken, maar er blijkbaar niet in slaagde.
Enkele maanden na deze bekentenissen beweerde Proot onschuldig te zijn. Hij verklaarde toen dat een Antwerpse vriend de dader was en later beschuldigde hij gewoon Vanderhaeghe als de enige doder. Sinds Proot de versie over zijn eigen schuld wijzigde, werd hij volgen de psychiater als het ware de gevangene van zijn nieuw zelf opgebouwd verdedigingssysteem. Proot verklaarde trouwens aan de psychiater dat hij zijn versie over de feiten had gewijzigd om het onderzoek van het gerecht volledig in de war te sturen.
De psychiater zei anderzijds dat de moeder van Vanderhaeghe, zelf de dochter van een hoog ambtenaar, haar man in de steek liet omdat deze tot een lager milieu behoord . De scheiding deed zich voor toen beschuldigde 2 jaar oud was. De daaropvolgende jaren werd Vanderhaeghe door zijn moeder en de familie van moeders zijde, die rijk was, erg verwend. Hij liep later in het Nederland de Latijn-Griekse humaniora tot het vierde jaar.
Daarna probeerde hij tevergeefs architect te worden, later wou hij kunstenaar zijn en ontpopte hij zich als een talentvol tekenaar. Meestal leefde hij op de kosten van zijn familie, al was hij 6 maanden lang handelsvertegenwoordiger en ook een tijdje privé-detective. Op het ogenblik van de feiten leefde hij vooral van diefstallen.
Samen met Proot had Vanderhaeghe weliswaar in het Brusselse ook een bureau voor paranormale wetenschappen geopend, dat echter geen enkel succes kende. Ook al was hij een fantast, toch stond Vanderhaeghe altijd dichter bij de werkelijkheid dan Proot.
Nog een getuige was rijkswachtadjudant André Willems die ter plaatse afstapte toen de wagen van het slachtoffer in de Beukenlaan te Hoegaarden was aangetroffen. Onder de wagen bevond zich een bloedvlek en in de bagagekoffer van het voertuig het in een deken gewikkeld lichaam van het slachtoffer.
Vervolgens kwam gerechtelijk commisaris Tulken uit Leuven. Hij was het die Proot de tweede versie van de feiten hoorde formuleren, na zijn poging tot ontsnapping uit de gevangenis van Leuven in november 1980. Proot beweerde toen dat hij een vriend, zekere Robert uit Antwerpen, had willen gaan opzoeken, want volgens hem was deze Robert de man die het slachtoffer had vermoord.
Bron: Gazet van Antwerpen | 2 Juni 1983
Getuigen oneens over hoe Bail zijn deuren afsloot
In het proces van Michel Proot en Cyriel Vanderhaeghe, beiden beschuldigd van roofmoord op de rentenier Paul Bail te Hoegaarden, werden donderdagvoormiddag verschillende getuigen voor het Hof van Assisen van Brabant ondervraagd.
Eerste getuige, gerechtelijk officier Henri Fonteyn, nam deel aan de eerste ondervraging van Proot. Deze beweerde toen met de glimlach om de mond helemaal niets met de roofmoord op Paul Bail te maken te hebben en voegde eraan toe dat hij zou blijven ontkennen ook al mocht men bepaalde elementen ten zijnen laste ontdekken.
Een andere getuige was landbouwer Maximiliaan Smolders van een boerderij die paalt aan het eigendom van Paul Bail, die er de eigenaar van was. Getuige huurde behalve de boerderij als hooiland ook het aanpalend park dat eveneens aan Paul Bail toebehoorde. Volgens getuige was Bail een vriendelijke, opgewekte en levendige man die zich tevreden stelde met een lage huishuur.
Wel was Paul Bail bang geworden sinds hij enkele maanden voordien het slachtoffer werd van een diefstal. Getuige Smolders stelde op 15 augustus 1980 vast dat Bail was verdwenen, dat de garagedeur van Bail open stond, dat het slot ervan was beschadigd en dat ook het voertuig van Bail was verdwenen. Samen met twee bewoners van het dorp ging getuige toen de woonplaats van Bail verkennen. Er werd niets verdachts opgemerkt maar twee dagen later, nl. op zondagvoormiddag, werd de wagen van Paul Bail verlaten ontdekt op een kilometer van zijn woonplaats in de Beukenlaan te Hoegaarden. Er was bloed uit de bagagekoffer gelopen en daardoor ontdekte men het lichaam van het slachtoffer.
Nog een getuige was Louis Hardiquest, een 73-jarige gepensioneerde en eveneens buurman van Paul Bail. Deze getuige bezat de sleutel van Bail's huis. Hij was het die samen· met Smolders en een andere dorpsgenoot de woning van Bail binnenging toen bleek dat deze was verdwenen. Getuige zegde dat Bail de gewoonte had 's avonds de toegangsdeuren tot zijn woonplaats zowel aan de voorkant als aan de achterkant van het huis af te grendelen met een gewoon slot en met een schuifslot. Overdag bleven de deuren aan de achterkant van het huis open. Het slachtoffer had de gewoonte om 23 uur te gaan slapen.
Nog een getuige was Marcel Costermans die samen met zijn echtgenote voor Paul Bail allerlei werkjes opknapte. De laatste keer dat getuige een bezoek aan Bail bracht zag hij in de eetkamer een doos met gebakjes. Bail stelde getuige voor een paar van deze gebakjes mee te nemen, gezien de persoon die hij verwachtte en die later tweede beklaagde, Cyriel Vanderhaeghe bleek te zijn, niet was komen opdagen.
Getuige had het vervolgens over de manier waarop Paul Bali de deuren van zijn woonplaats 's nachts vergrendelde. Volgens deze getuige en zulks in tegenstelling met de verklaringen van getuige Hardiquest, grendelde Paul Bail alleen de voordeur af met een gewoon slot samen met een schuifslot, terwijl de achterdeuren van het huis enkel met een gewoon slot werden gesloten. De manier van vergrendelen is van belang gezien beklaagde Proot ervan verdacht wordt de avond van de feiten in de woning van Bail te zijn binnengedrongen met behulp van een dubbele sleutel die hem door beklaagde Vanderhaeghe overhandigd was.
Tijdens de namiddagzitting verscheen als getuige de 40-jarige echtgenote van beklaagde Proot, een secretaresse bij de Euromarkt. Ze zegde dat haar man Proot, die tien jaar jonger is dan zij, van grappen hield, dat hij bij de brandweer ging omdat hij er allerlei sporten kon beoefenen en ook omdat hij aldus andere mensen kon helpen. Op zekere dag was Proot de enige brandweerman die het aandurfde op de TV-antennemast boven het Rogiercentrum te Sint-Joost-ten-Node te klauteren.
Volgens de echtgenote oefende beklaagde Vanderhaeghe een nadelige invloed uit op haar man. Vanderhaeghe gedroeg zich als een fantast, weigerde te werken om niet ondergeschikt te worden aan anderen en beweerde een schuilplaats te kennen waar de schat van de tempeliers ligt opgeborgen. Telkens als Proot zijn vriend Vanderhaeghe ontmoette, bezondigde hij zich achteraf aan allerlei buitensporigheden wat misschien kan verklaren waarom hij een chalet in de Ardennen in brand ging steken.
Nog een getuige was de 67-jarige advocaat Mr. Albert Decuyper uit Zaventem. Deze heeft reeds sinds 10 jaar de moeder van beklaagde Vanderhaeghe in dienst als full-time secretaresse. De advocaat kent ook beklaagde Vanderhaeghe sinds ongeveer 8 jaar. Op 20 augustus 1980 kreeg Mr. Decuyper het bezoek van beklaagde Vanderhaeghe die vergezeld was van zijn vriend Jean-Luc Michotte. Vanderhaeghe leek helemaal buiten zichzelf en verklaarde een telefoontje van Proot te hebben gekregen waarbij deze zegde dat hij Bail had kapotgemaakt.
Gezien Vanderhaeghe bang was om het gerecht van deze zware feiten op de hoogte te brengen belde Mr. Decuyper een bevriend officier op bij de gerechtelijke politie. Deze vriend was echter afwezig en daarom telefoneerde Mr. Decuyper naar de rijkswacht van Leuven met de melding dat Proot de vermoedelijke dader was van de moord te Hoegaarden wat het begin betekende van het onderzoek.
Volgens Mr. Decuyper isVanderhaeghe een zenuwzieke man, een altruïst die zijn eigen hemd zou weggeven maar die zodanig aan de zenuwen lijdt dat hij nooit in staat was enig ernstig werk te verrichten.
Vandaag gaat het getuigenverhoor verder.
Bron: Gazet van Antwerpen | 3 Juni 1983
Laatste getuigen aan het woord
Het proces tegen Michel Proot en Cyriel Vanderhaeghe, ervan beschuldigd een reeks diefstallen te hebben gepleegd wat geleid heeft tot een moord hetzij om de diefstal te vergemakkelijken, of om de onstrafbaarheid ervan te verzekeren, is aan de vijfde dag toe voor het Assisenhof van Brabant, dat de laatste getuigen hoort.
De moeder van Vanderhaeghe bevestigt dat haar zoon tijdens de ganse avond en de nacht van 14 tot 15 augustus 1980 thuis is gebleven. Drie instructeurs van de commando’s komen de training die Proot tijdens zijn legerdienst heeft ondergaan uitleggen. Op een vraag wordt verklaard dat een koord is voorzien in de uitrusting bij een operatie om te klimmen. Het gaat hier om een nylonkoord van 11 tot 12 mm. Het vastleggen van een gevangene met koorden wordt niet aangeleerd.
Majoor André Mulkay van de brandweerdienst van de agglomeratie van Brussel bevestigt dat Proot deel heeft uitgemaakt van het korps van oktober 1973 tot januari 1980. In verband met de dienst wijst hij erop dat een fout werd begaan door de beklaagde waarvoor hij gedurende negen dagen op non-activiteit werd gesteld: hij had zich verwijderd van zijn bewakingsplaats en hij had tegen een grote snelheid gereden met een dienstwagen. Persoonlijk heeft de majoor geen enkel incident gehad met de beklaagde die zich heel correct gedroeg. Hij wijst er echter op dat hij minder contacten heeft gehad met zijn collega’s. Hij bevestigt dat Proot uit het brandweerkorps werd ontslagen wegens erge feiten begaan in de streek van Bastenaken
In afwezigheid van twee getuigen las de voorzitter hun verklaringen die tijdens het onderzoek werden afgelegd voor. Jean-Luc Michotte was op de hoogte van de feiten omdat hij een relaas had gelezen in de kranten. Hij bevestigde dat Proot aan hem en ook aan Vanderhaeghe had voorgesteld in te breken bij Bail en dat het trio hiervoor op verkenning was uitgegaan te Hoegaarden.
Hij bevestigt ook wat door Proot werd gezegd in een telefoongesprek op 19 augustus 1980. Hij stipte aan dat Proot, na de moord op Bail te hebben ontkend, er aan toegevoegd heeft: “Dat heeft mij toch iets opgebracht”. Ook Michotte zegt dat de twee beklaagden het voornemen hadden samen bij Bail te gaan op 14 augustus maar dat Vanderhaeghe hiervan afzag. Hij zegt ook dat Proot aan Vanderhaeghe in de nacht van 13 op 14 augustus in vertrouwen heeft gezegd dat hij voornemens was Bail te vermoorden zonder zijn bedoelingen te verduidelijken.
Nicole Barbanson, de vriendin van Vanderhaeghe, vertelt dat op 14 augustus Proot in de voormiddag naar haar belde om te vragen waar haar vriend was. Hij verklaarde haar dat hij voornemens was met hem naar Hoegaarden te gaan en dat hij reeds de dag voordien dat voornemen had te kennen gegeven. Barbanson stipte nog aan dat Vanderhaeghe niet zinnens was naar Hoegaarden te gaan.
Charle Gevaert, van het brandweerkorps van de agglomeratie die Proot onder zijn bevel had, zei over de beklaagde dat hij een eenzaat was en de indruk wekte niet met mensen te kunnen omgaan, maar hij had over hem niet te klagen. Hij was zeer beleefd. Tijdens een brand was hij een goede gezel maar hij had een hekel aan karweitjes.
Andere brandweerlieden komen nog bevestigen dat Proot zijn werk goed uitvoerde maar dat hij de pest had aan karweitjes. Hij deed zich voor als een zware jongen en hij vertelde allerlei verzinsels. Een brandweerman die ook zijn legerdienst heeft gedaan bij de commando’s beweert dat men een gevangene niet kan onschadelijk maken door hem een koord rond de hals en de polsen of de enkels te binden.
In de namiddag moet het Hof nog enkele getuigen voorgesteld door de verdediging aanhoren. Het proces zal vandaag worden voortgezet.
Bron: Gazet van Antwerpen | 4 Juni 1983
Proot en Vanderhaeghe schuldig aan moord
In het proces tegen de 30-jarige Michel Proot en de 36-jarige Çyriel Vanderhaeghe, beschuldigd van roofmoord op rentenier Paul Bail, hield het openbaar ministerie dinsdagvoormiddag zijn rekwisitoor. Vooraf had voorzitter Jans de bevindingen van een expert voorgelezen in verband met twee vragen van de verdediging.
De eerste betrof een contract waarmee Vanderhaeghe een garage huurde van Proot. Het handteken van Vanderhaeghe was vals en werd nagebootst, vermoedelijk door Proot.
De tweede vraag had betrekking op een toegángsbewijs tot een bioscoop, waarop aan de achterzijde een datum was geschreven. Daarmee wilde Proot bewijzen dat hij niet aan de moord kon hebben deelgenomen. De expert kwam tot de bevinding dat het ticket veel vroeger was afgeleverd.
Advocaat-generaal Vandemeulebroecke zei dat beklaagden alleszins vreemde kerels zijn, die o.a. de schat van de Tempeliers wilden opgraven of vitalizerende planten telen in serres. Ook planden ze een bootreis rond de wereld, maar om het schip te kopen moesten ze geld hebben. En dat dachten ze bij Bail te rapen.
Volgens de aanklager was Proot de moordenaar van Bail; hij heeft het trouwens aanvankelijk bekend. Vanderhaeghe speelde een ondergeschikte rol, maar is eveneens schuldig aan moord, want hij trok de wacht op, hielp bij het verslepen van het lijk. Bovendien nam hij de kostbare postzegelverzameling van het slachtoffer mee.
Wel gaf het openbaar ministerie toe over geen enkel materieel element te beschikken waaruit de schuld van de twee beklaagden moest blijken. Er zijn echter voldoende andere elementen waaruit die wel naar voor komt, aldus de aanklager.
Bron: Gazet van Antwerpen | 8 Juni 1983
Vrijspraak gepleit voor Vanderhaeghe
Woensdag was het de laatste dag in het proces tegen de 30-jarige Michel Proot en de 36-jarige Cyriel Vanderhaeghe, beiden beschuldigd van roofmoord op de 63-jarige rentenier Paul Bail te Hoegaarden.
De zitting begon met de pleidooien voor Vanderhaeghe. De verdediging van Proot was dinsdagnamiddag reeds aan het woord geweest.Mr. Vergauwen had toen gezegd dat de verschillende versies van zijn cliënt ingegeven waren door angst voor het alleen zijn in de cel en de straf die hem te wachten stond. De advocaat pleitte dat Proot de doodslag vrijwillig had begaan, maar zonder het voornemen te doen. Hij wilde Bail enkel buiten westen slaan.
Mr. Micheline Fraiture, die woensdag als eerste voor Vanerhaeghe pleitte, wees op de persoonlijkheid van haar cliënt, die zijn leven lang een adolescent bleef en een fantast is. Hij kende de zachtaardige Bail, die hij zeker nooit kwaad zou hebben gedaan.
Mr. Bruno Godaert zei dat Vanderhaeghe niet aanwezig was toen Bail werd vermoord door Proot. Proot beweert dat Vanderhaeghe buiten de wacht optrok, maar dat is gelogen aldus pleiter. Vanderhaeghe heeft een alibi. Zijn moeder heeft verklaard dat hij tot zeker half negen die avond thuis was en met zijn vriendin heeft hij omstreeks 23u30 een lang telefoongesprek gevoerd.
Bron: Gazet van Antwerpen | 9 Juni 1983
Twintig jaar voor Michel Proot
Het Assisenhof van Brabant heeft Michel Proot veroordeeld tot twintig jaar dwangarbeid en Cyriel Vanderhaeghe tot drie jaar gevangenisstraf met uitstel voor het gedeelte dat hij nog niet uitzat. Proot werd schuldig bevonden aan roofmoord op Paul Bail te Hoegaarden. Vanderhaeghe ging in deze zaak vrijuit, maar was wel schuldig aan diefstallen en wapendracht.
De zitting was donderdag begonnen met de replieken. Advocaat-generaal Vandemeulebroecke bleef er bij dat Proot rentenier Bail met opzet had gedood en dat Vanderhaeghe in de buurt was toen dit gebeurde. De aanklager achtte beide beklaagden tot slot schuldig aan verscheidene andere diefstallen, verboden wapenbezit en wapendracht.
Voor Proot repliceerde mr. Vergauwen, die herhaalde dat zijn cliënt alleen maar slagen met dodelijke afloop had toegebracht zonder het inzicht te doden. Mr François ten slotte zei dat Vanderhaeghe niet te Hoegaarden was toen Proot de rentenier om het leven bracht.
Na de replieken kregen de beklaagden het woord. Proot had niets te zeggen. Vanderhaeghe wel: “Ik zweer dat ik niet te Hoegaarden aanwezig was”. Nadat voorzitter Jans de dertig vragen had voorgelezen, trok de jury zich terug. Zeven vragen hadden betrekking op de roofmoord, de overige 23 op andere diefstallen, wapendracht en wapenbezit.
Na een beraadslaging van drie uren vond de jury Proot schuldig aan roofmoord en oordeelde dat Vanderhaeghe, wat deze misdaad betreft, vrijuit gaat. Wel werd deze beklaagde schuldig bevonden aan enkele diefstallen en wapendracht.
Het openbaar ministerie eiste vervolgens de doodstraf voor Proot en vroeg voor Vandehaeghe een kleine straf, gedeeltelijk met uitstel. Pleitend voor Proot vroeg mr. Vergauwen de jury niet de zwaarste straf toe te kennen aan zijn cliënt.
Bron: Gazet van Antwerpen | 10 Juni 1983