1

Topic: Sint-Joost-ten-Node: 2 December 1979

Samenvatting

  • Wat? Moord op Luc Verriest in een café en moordpoging op een frituuruitbater

  • Waar? Bar “Galaxy” aan de Georges Matheusstraat te Sint-Joost-ten-Node » Google Maps

  • Wanneer? 2 December 1979

  • Wie? José Fernandez-Villa

  • Status: Opgelost

Moord in bar te Brussel

Het bericht deze week dat de 46-jarige Luc Verriest de dood vond in een bar te Sint-Joost- ten-Node, toen hij tussenkwam bij heibel tussen een prostituée en een Spanjaard, noopt tot een rechtzetting. Luc Verriest had hoegenaamd geen uitstaans met het milieu waarin hij zich bevond op het ogenblik van de feiten. Dichte relaties van de man wijzen ons op het tragische van het gebeuren. De h. Verriest was bij een vriend op de verdieping boven de bar op bezoek, toen er om hulp werd geroepen.

Daarop heeft hij beneden gepoogd de gemoederen te bedaren en werd dan door de Spanjaard doodgeschoten, die dan ook werd aangehouden.

Bron: Gazet van Antwerpen | 8 December 1979

Spaans matroos maandag voor Assisenhof van Brabant

Volgende maandag verschijnt de 30-jarige Spaanse matroos José Fernandez-Villa voor het Hof van Assisen van Brabant. Fernandez wordt ervan beschuldigd een kennis van een animeermeisje, Luc Verriest, in een bar te Sint-Joost-Ten-Node te hebben doodgeschoten en nadien de uitbater van een frietkraam, de Griek Athanase Tharouniatis, eveneens te hebben willen doodschieten.

Fernandez was de avond van 2 december 1979 de bar “Galaxy” aan de Georges Matheusstraat te Sint-Joost-ten-Node binnengegaan, omwille van het animeermeisje Martine Meulemeester. Hij betaalde haar twee flessen champagne, van respectievelijk 2.000 en 5.000 fr. Toen het meisje echter weigerde hem terwille te zijn, maakte hij kabaal, met het gevolg dat haar vriend en beschermer, Luc Verriest, weldra kwam opdagen.

Verriest zou Fernandez een vuistslag hebben gegeven en hem verder hebben bedreigd, zodat de Spanjaard bang werd. Deze greep toen zijn zwaar pistool en vuurde vier kogels af, die Verriest dodelijk troffen Fernandez vluchtte de bar uit en poogde onderweg, in de Vooruitgangstraat, de bestelwagen van de Griekse frietkraamuitbater Athanase Tharouniatis te stelen. Hij kreeg met de Griek te maken die hij ook poogde neer te schieten, maar werd toen door een vriend van de Griek neergeslagen en ontwapend.

Fernandez wordt verdedigd door Mr. Jean-Claude Goblet en Mr. Jean-Marie Mawet, terwijl het openbaar ministerie is vertegenwoordigd door advocaat-generaal Jaspar. Er worden een dertigtal getuigen ondervraagd. De debatten nemen vijf dagen in beslag.

Bron: Gazet van Antwerpen | 3 Oktober 1981

Ruzie in bar eindigde met doodslag

Het Hof van Assisen van Brabant begon maandagvoormiddag aan het proces van de 30-jarige Spaanse matroos, José Fernandez-Villa, beschuldigd van opzettelijke doodslag op Luc Verriest, de vriend van de beschermer van een animeermeisje, en van een poging tot doodslag op een frituurhouder.

Op 2 december 1979 kwam Fernandez vanuit Parijs in Brussel aan. Diezelfde avond nog zocht hij vertier in de bar “Galaxy" aan de Georges Matheusstraat te Sint-Joost. Het kwam daar echter tot een hoogoplopende ruzie tussen hem en een van de animeermeisjes. De beschermer van het meisje, Maurice Neyts, kwam even kijken wat er gaande was maar vertrok toen leek dat de ruzie was bijgelegd.

Even later begon het kabaal echter opnieuw. Toen kwam Luc Verriest kijken, een vriend van Maurice Neyts. Deze zou Fernandez hardhandig hebben aangepakt en hem een paar vuistslagen hebben gegeven. Omdat hij bang was geworden, heeft Fernandez toen viermaal naar Verriest geschoten waarbij twee kogel dodelijk bleken te zijn.

Fernandez liep toen de straat op, gooide zijn regenjas weg, en stak zijn zware revolver onder zijn broeksriem. Hij wilde wat verder, aan de Vooruitgangstraat, de bestelwagen van de Griekse frituurhouder, Athanase Tharouniatis stelen. Hij mislukte echter in zijn opzet en zette daarom zijn weg verder. Hij riep een voorbijrijdende taxi, maar werd toen ingehaald door de Griek en diens zoon Demetre die Fernandez wisten te overmeesteren en te ontwapenen. Fernandez gaf gisteren toe met beide Grieken te hebben gevochten maar ontkende een van beiden te hebben willen doodschieten.

Voorzitter Van de Walle stelde Fernandez toen een reeks vragen waaruit bleek dat de man naar Brussel was gekomen om werk te zoeken.

Het wapen van de misdaad zou hij in Parijs hebben gekregen van een zekere Paco, die hem geld verschuldigd was. Voorzitter Van de Walle merkte hierbij op dat het wapen in kwestie toebehoorde aan een Spaanse politieman die in de streek van Barcelona werd neergeschoten.

Tijdens de namiddagzitting werd als eerste getuige onderzoeksrechter Ost ondervraagd. Hij verduidelijkte dat het slachtoffer Luc Verriest helemaal niet als pooier optrad en toevallig op weekendbezoek was bij zijn vriend Maurice Neyts, die op de tweede verdieping boven de bar Galaxy woonde. Beide mannen traden overwegend op als theatermuzikanten en als toondichters. Indien Verriest in de bar verscheen, was het uitsluitend om plezier te doen aan zijn vriend Neyts en alleen met het oog om er de kalmte te herstellen.

Vervolgens werden twee adjunct-commissarissen van de gemeente Sint-Joost-ten-Node als getuigen ondervraagd. Ze beschreven de Galaxy als een bar waarvan de naam op zedelijk gebied heel wat te wensen overlaat.

Ten slotte werden gerechtelijk officier Peters en gerechtelijk commissaris De Vroom ondervraagd. De laatste toonde aan de hand van dia's de verschillende fases aan van de reconstructie. Hierbij bleef beklaagde Fernandez-Villa o.m. volhouden dat hij door de sterker gebouwde Verriest werd bedreigd en zelfs een paar vuistslagen kreeg toegediend. Op het ogenblik dat Fernandez zijn wapen trok, zou Verriest hem het wapen hebben willen afnemen, wat aanleiding gaf tot een worsteling, waarbij Fernandez vier kogels afvuurde. Twee ervan raakte Verriest. Hij overleed onmiddellijk na zijn aankomst in het ziekenhuis te Schaarbeek.

Vandaag wordt het getuigenverhoor voortgezet.

Bron: Gazet van Antwerpen | 6 Oktober 1981

Psychiaters: verminderde toerekenbaarheid voor Fernandez

In het proces van de 30-jarige Spanjaard José Fernandez-Villa, beschuldigd van doodslag op Luc Verriest en van poging tot doodslag op de Griek Tharouniatis, werden gisteren dinsdag een aantal getuigen ondervraagd voor het Hof van Assisen van Brabant.

Do politiedokters Rillaert en Meersseman, die de lijkschouwing uitvoerden, stelden vast dat het slachtoffers door twee kogels werd getroffen. De eerste kogel trof de borst en kwam aan de rechterkant van het lichaam weer naar buiten, maar raakte geen vitaal orgaan. De tweede kogel, die in de buik terecht kwam, deed de lever en een nier openbarsten en raakte ook nog de maag en de alvleesklier. Deze kogel veroorzaakte dodelijke letsels waaraan niet meer door operatie kon worden verholpen.

Vier kogels

De volgende getuige, een wapendeskundige, beschreef het wapen als een Spaanse revolver Magnum 9,5mm”, waarmee vier kogels werden afgevuurd van op een afstand van tenminste 25 cm.

Een tweede wapendeskundige had het over de poging tot doodslag op de Griek. Volgens hem is het mogelijk dat de Griek zijn hand tussen de haan van de revolver en de af te vuren kogel stak, wat het schieten onmogelijk kon hebben gemaakt.

Dr. Lievens onderwierp Fernandez aan een electro-encefalogram. Dit was nagenoeg normaal, behalve een paar lichte afwijkingen die wezen op een begin van epilepsie.

De psychiaters Dr. Dehon en Dr. Rousseaux stelden vast dat Fernandez krankzinnig nog zwakzinnig is, maar wel een zekere vermindering van verantwoordelijkheid vertoont in gevolge moeilijkheden van seksuele aard. De psychiaters ondervonden dat Fernandez moeilijk affectieve bindingen met een ander kan aanknopen. Hij wordt gedomineerd door een gevoel van mislukking en wil zich laten gelden op een marginale wijze. Het feit dat hij zich seksueel niet kan bevestigen, geeft aanleiding tot neurotische angtsgevoelens, tot het verlangen om zich “almachtig” te voelen.

Martine Meulemeester was als animeermeisje tewerkgesteld in de bar “Galaxy” aan de Georges Matheusstraat te Sint-Joost-ten-Node. Getuige verklaarde dat alle mannen die haar een bezoek brengen als abnormaal kunnen worden beschouwd.

Zodra Fernandez de Galalxy-bar was binnengekomen, liet hij verstaan dat hij gekomen was voor een intieme relatie. Zij van haar kant maakte het duidelijk dat daar geen sprake kon van zijn. Fernandez was niettemin bereid 2.000 fr. te betalen voor een fles champagne.

Hij zei dat de bar hem deed denken aan het kasteel van Dracula. Hij sprak over een mes en beweerde bloed op te merken op de grond. Gevolg was dat getuige werkelijk bang werd voor Fernandez en minder dan ooit gesteld was op intieme omgang met hem. Toen getuige vaststelde dat de regenmantel van Fernandez erg zwaar woog, meende ze dat er een ijzeren staaf in verborgen zat, waarmee zo mogelijk kon worden gemoord.

Tweede fles

Fernandez bestelde niettemin een tweede fles champagne, waardoor hij ditmaal 5.000 fr. betaalde, in de hoop dat getuige hem toch terwille zou zijn. Toen ze echter bleef weigeren werd Fernandez kwaad. Gevolg was dat getuige tot tweemaal toe naar boven liep, namelijk tot bij haar “beschermer” Maurice Neyts, van wie ze verwachtte dat hij haar zou helpen. Wat dan ook enigszins gebeurde. Enkele minuten later kwam getuige opnieuw om hulp vragen en toen besloot een vriend die bij Neyts op bezoek was, Luc Verriest naar de bar te gaan. Verriest wilde aan Fernandez de 5.000 fr. terug geven. De Spanjaard weigerde dit en bleef op intieme relaties aandringen. Getuige verliet toen de bar en hoorde even later hoe Verriest door Fernandez werd neergeschoten.

De laatste getuigen dinsdag waren vader en zoon Tharouniatis, uitbaters van een frituut aan het Noordplein en een klant van hun drank en eetgelegenheid.

Ze vertellen dat ze Fernandez achterna zaten nadat hij de bestelwagen van vader Tharouniatis had willen stelen. Zij haalden de Spanjaard in bij een taxi die wat verder voor een rood licht stond. Fernander diende de taxi te verlaten en werd meteen door vader Tharouniatis vastgegrepen. Deze eiste dat de politie ter plekke zou komen. Daarop haalde Fernandez zijn revolver tevoorschijn. De Griek wist echter het wapen met beide handen te omklemmen en liep daarbij een verwonding op aan de hand. Tenslotte werd Fernandez door zoon Tharouniatis met een vuistslag neergeslagen en ontwapend.

Bron: Gazet van Antwerpen | 7 Oktober 1981

Verriest had geen uitstaans met het milieu

Voor het Hof van Assisen van Brabant werden woensdagmorgen opnieuw getuigen gehoord in het proces tegen de 30-jarige Spanjaard José Fernandez Villa, die beschuldigd wordt van opzettelijke doodslag op Luc Verriest en een poging tot doodslag op Atanase Tharouniatis.

Eerste getuige was woensdag onderzoeksrechter Ost, die kwam spreken over de verklaringen afgelegd tijdens het onderzoek door Corinne Poulet die thans in het buitenland verblijft. Ze is een 22-jarige Française, vriendin van Martine Meulemeester en op het ogenblik van de feiten als animeermeisje tewerkgesteld in een bar aan de Stassartstraat te Elsene. Vermits ze met Martine Meulemeester een afspraak had, kwam Corinne Poulet de avond van de feiten de bar Galaxy aan de Georges Matheusstraat te Sint-Joost-ten-Node binnen. Meulemeester was op dat ogenblik in een gesprek gewikkeld met Fernandez. Toen de Spanjaard uiteindelijk door de tussenkomst van Luc Verriest zijn regenjas aantrok om te vertrekken en zijn handen in de zakken stak, hoorde getuige duidelijk een geluid van metaal, nl. het manipuleren van een vuurwapen Ze hoorde achteraf herhaaldelijk schieten, maar hoorde geen woordenwisseling.

Volgende getuige was de 57-jarige Alfred Bourgaux, beter gekend als Michel Allaz, gewezen directeur van het Brussels theater “La Gaité”. Luc Verriest trad er verschillende jaren op als zanger en toneelspeler. Verriest had zeker geen uitstaans met de wereld van de prostitutie, aldus getuige.

Daarna was het de beurt aan Nicole Mueller, die als animeermeisje in de bar “La Sirene” werkt, naast de “Galaxy”. Ze kende nauwelijks Verriest, maar wist wel te vertellen dat in de bar “La Sirene” een glas champagne normaal 250 fr. kost en de klant verplicht was aan de bar te blijven. Wil hij neerzitten, dan moet hij een fles champagne van 1.200 fr. betalen.

Taxi

Een andere getuige was de 47-jarige Monique De Craen. Ze had tijdens de avond van december 1979 met haar taxi moeten stoppen voor een rood licht in de buurt van het Noordstation. Terwijl ze wachtte kwam Fernandez plotseling postvatten achter in de wagen met het verzoek dadelijk weg te rijden. Getuige weigerde, gezien ze een andere klant moest gaan halen. Toen zag getuige in haar achteruitkijkspiegel hoe drie mannen kwamen aangelopen, nl. de Griekse uitbater van een frituur, zijn zoon en een van hun klanten. De drie mannen trokken Fernandez uit de taxi, wat aanleiding gaf tot handgemeen. Getuige was reeds vertrokken toen Fernandez met zijn wapen begon te dreigen.

Vervolgens kwam Marie-Claire De Gieter, uitbaatster van het reisagentschap Quick in het Brusselse stadscentrum getuigen. Sinds ruim een jaar was Verriest bij haar werkzaam. Op dat ogenblik was hij bang zijn betrekking in het Gaité-theater te verliezen, gezien deze instelling op het punt stond de deuren te sluiten. Verriest was volgens getuige in het agentschap steeds correct, vriendelijk en erg behulpzaam. Ook volgens haar had hij geen uitstaans met het prostitutiemilieu.

Volgende getuige was de 17-jarige dochter van de Griekse frituuruitbater. Het meisje zat in de bestelwagen toen Fernandez onverwachts aan het stuur van de auto kwam zitten en tevergeefs poogde de motor te starten. Ze ging daarop haar ouders verwittigen zodat Fernandez het op een lopen zette.

Laatste getuige was psycholoog Guy Lories, die Fernandez aan verschillende testen onderwierp. Volgens deze getuige was beklaagde gewapend toen hij een animeermeisje ging opzoeken, omdat hij van nature schuchter is en zich vaak minderwaardig voelt, vooral wanneer hij in een bepaald milieu, zoals dat van de prostitutie, terechtkomt. Anderzijds begon hij luidens getuige te schieten omdat hij veronderstelde dat Verriest een buitenwipper was en bovendien een pooier die hem in een gevaarlijke situatie kon brengen.

Bron: Gazet van Antwerpen | 8 Oktober 1981

Jury krijgt bijkomende vragen

In het proces tegen de 30-jarige Spanjaard José Fernandez-Villa, beschuldigd van doodslag op Luc Verriest en een poging tot doodslag op Tharouniatis, kwamen donderdagvoor-middag het openbaar ministerie en de verdediging aan het woord voor het Hof van Assisen van Brabant.

Advocaat-generaal Jaspar zei dat Fernandez zeker niet dom is. Hij werd geboren in een fatsoenlijke Spaanse familie. Hij verbleef al een hele tijd in België nadat hij onder een valse naam Spanje had verlaten, waar hij opgespoord werd wegens de diefstal van voertuigen en vervalsing van documenten.

Fernandez zat in zijn land van herkomst een gevangenisstraf uit wegens een diefstal met geweld in een juwelierszaak. Hij was ook aanwezig toen twee Spaanse politieagenten in een buitenwijk van Barcelona tijdens de controle van een gestolen voertuig werden neergeschoten en een langdurige werkonbekwaamheid opliepen. Het wapen waarmee Verriest werd doodgeschoten, behoorde toe aan een van deze agenten.

Fernandez logeerde in Brussel in de Spastraat, waar ook drie andere Spanjaarden woonden, namelijk de drie kerels die enkele dagen na de feiten een overval gingen plegen in de juwelierszaak Wolfers te Elsene, waarbij een vrouw werd gegijzeld en een van de daders door de politie doodgeschoten.

Fernandez ging met bedoeld wapen op zak een bar opzoeken in de rosse buurt te Sint-Joost-ten-Node. Hij betaalde er twee flessen champagne, 2.000 en 5.000 fr., in de hoop dat een animeermeisje hem ter wille zou zijn. Hij mislukte in zijn opzet en toen hij door een kennis van het meisje, namelijk Luc Verriest, verzocht werd buiten te gaan, schoot hij deze met twee kogels dood. Even later poogde hij op straat weg te vluchten met een geparkeerde bestelwagen en raakte nadien nabij een taxi handgemeen met de eigenaar van dit voertuig, die hij eveneens poogde neer te schieten.

Voor de verdediging pleitte toen Mr. Jean-Marie Mawet. De advocaat achtte het lang niet bewezen dat zijn cliënt werkelijk het inzicht had Verriest dood te schieten. Verriest was heel wat groter en sterker gebouwd dan beklaagde, en deze kon gemakkelijk veronderstellen meteen pooier of een buitenwipper te doen te hebben.

Toen Fernandez van Verriest een vuistslag kreeg toegediend, haalde hij zijn wapen te voorschijn om zich te verdedigen want hij kon denken dat zijn tegenstrever hem al zijn geld wilde afnemen.

Twee kogels

Verriest wilde toen het wapen bemachtigen en tijdens de worsteling die erop volgde, werden de twee dodelijke kogels afgevuurd zonder dat Fernandez ooit het inzicht had om te doden. Toen Fernandez de bar verliet, stond Verriest trouwens nog recht. Indien Fernandez het slachtoffer werkelijk had willen doden, had hij gemakkelijk met de nog resterende kogels in zijn revolver Verriest opnieuw kunnen treffen.

Het is overigens niet bewezen dat Fernandez daarna de eigenaar van de bestelwagen wilde neerschieten. Mr. Jean-Claude Combien, tweede advocaat van de beklaagde, zei dat zijn cliënt ongetwijfeld marginaal leefde, maar niet als een beroepsdief mag worden beschouwd. Fernandez heeft geen strafregister in Spanje, evenmin als in de landen die zijn aangesloten bij Interpol.

Wat de aanranding van de twee Spaanse rijkswachters betreft, sprak de advocaat zijn twijfel uit of zijn cliënt er wel aanwezig was. Mr. Gomblet achtte het evenmin bewezen dat Fernandez het inzicht koesterde een overval te plegen opeen juweliers zaak te Elsene.

Toen Fernandez de bar Galaxy was binnengegaan, kreeg hij de indruk dat hij werd bestolen. Hij moest immers 7.000 fr. betalen voor twee flessen champagne zonder dat hem iets anders in ruil werd aangeboden. Toen Verriest begon te slaan, moest Fernandez wel hebben gedacht dat hij in een valstrik was gelokt. Hij kreeg angst en begon te schieten.

De pleiter vroeg het Hof drie bijkomende vragen aan de jury te stellen. De eerste vraag heeft betrekking op de provocatie van Verriest, de tweede verwijst naar het toedienen van slagen en verwondingen zonder het inzicht te doden, maar die de dood tot gevolg hadden. De derde vraag maakt melding van een accidentele doodslag.

Advocaat-generaal Jaspar betoogde dat de vraag over de provocatie moet worden aangenomen. Ook de openbare aanklager was daarmee akkoord, evenals met de slagen en verwondingen.

Bron: Gazet van Antwerpen | 9 Oktober 1981

Levenslange dwangarbeid voor Fernandez

Door het Assisenhof van Brabant werd de 30-jarige Spanjaard José Fernandez-Villa gisteren veroordeeld tot levenslange dwangarbeid. Hij werd beschuldigd bevonden aan opzettelijke doodslag op Luc Verriest en aan poging tot doodslag op de Griekse frituuruitbater Anastase Thourouniatis.

In de voormiddag was de zitting ingezet met de replieken van het openbaar ministerie. Advocaat-generaal Jaspar zei dat de verdediging hoofdzakelijk steunde op de verklaringen van haar cliënt. Fernandez is echter een leugenaar, wat duidelijk aan het licht kwam toen hij beweerde dat hij een bar had uitgebaat in Barcelona, of dat hij de dag van de feiten in Brussel was aangekomen, wat telkens onjuist bleek.

In werkelijkheid is Fernandez een man die in Spanje betrokken was hij het neerschieten van twee rijkswachters, en die in Brussel verbleef met het oog op een overval die hij op een juwelierszaak in Elsene wilde plegen. Ook wilde hij wel degelijk de Griekse eigenaar van een bestelwagen neerschieten, wat duidelijk blijkt uit de verklaring van een getuige. Niets bewijst dat bij het doodschieten van Luc Verriest een worsteling plaatsvond. Dat de twee dodende kogels schuin in het lichaam terechtkwamen, kan worden verklaard door de bewegingen die Verriest maakte om aan de projectielen te ontsnappen.

Volgens het openbaar ministerie is er geen sprake van provocatie, en evenmin van slagen en verwondingen zonder het inzicht te doden. Een bijkomende vraag over “doodslag uit onvoorzichtigheid” kan evenmin worden aangehouden.

Angst

Namens de verdediging vroeg Mr. Jean-Marie Mawet de jury toch de provocatie aan te houden, gezien Fernandez dacht dat Verriest een echte pooier was die zijn leven in gevaar kon brengen. Anderzijds staat het volgens de advocaat vast dat Fernandez zeker niet het inzicht had om Verriest te doden, zodat hij slechts schuldig kan worden bevonden aan "slagen en verwondingen met dodelijk afloop”.

Al tweede advocaat van de verdediging, had Mr. Jean-Claude Goblet het eerst over de episode met de Griekse frituuruitbater. Op dat ogenblik had Fernandez Verriest reeds neergeschoten en was hij helemaal de kluts kwijt. Niets bewijst dat Fernandez ook de Griek wilde neerschieten.

Verwijzend naar de feiten in bar “Galaxy” waar Verriest werd doodgeschoten, verklaarde de advocaat ervan overtuigd te zijn dat de kogels tijdens de worsteling om het wapen werden afgevuurd. Niet alleen in de bar, maar ook later, tijdens zijn poging om weg te geraken, werd Fernandez gedreven door angst.

14 Vragen

Vervolgens las voorzitter Van de Walle een tussenarrest voor, waaruit blijkt dat het Hof twee van de drie bijkomende vragen, uitgaande van de verdediging, aanvaardt. Het gaat om vragen in verband met provocatie en over slagen en verwondingen met dodelijke afloop.

Nadat Fernandez zijn spijt had uitgesproken over wat er gebeurde, las voorzitter Van de Walle de 14 vragen voor die de jury diende te beantwoorden. Na een beraadslaging die bijna twee uur duurde, bevond de jury Fernandez schuldig aan opzettelijke doodslag zonder provocatie van Luc Verriest, en aan poging tot doodslag op Anastase Thourouniatis. Voorts wordt hij ook schuldig bevonden aan het bezit van een vals paspoort en een vals rijbewijs, het dragen van een valse naam en onwettig verblijf in België.

In een kort rekwisitoor verklaarde advocaat-generaal Jaspar. dat er geen verzachtende omstandigheden in aanmerking kunnen worden genomen. Hij eiste levenslange dwangarbeid.

Bron: Gazet van Antwerpen | 10 Oktober 1981

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | YouTube