Re: Claude Dery

Uit Het Geheim van Belliraj:

Dinsdagavond, 3 oktober 1989 om 18u35

'Geen terreuraanslag’

De huls van de kogel waarmee Wybran werd vermoord, wordt vrij vlug gevonden, maar de kogel zelf blijkt onvindbaar. Zelfs een uitgebreide zoektocht met metaaldetectoren in de wijde omgeving levert niets op. Het projectiel blijft spoorloos. Wel duikt er een andere kogel op. Die wordt de dag na de moord door een bewakingsagent van GMIC aangetroffen op de parking van het ziekenhuis. Wapendeskundige Claude Dery ziet direct dat deze kogel niets met de moord te maken kan hebben. Het blijkt een Britse geweerkogel die dateert uit de Tweede Wereldoorlog. “Vermits het projectiel niet was begraven , zou het kunnen gaan om een verzamelstuk, dat ergens onder het zand werd gevonden en daar gegooid werd om het onderzoek te verstoren,” noteert Dery is zijn rapport.

Blijft de vraag: is hier een flauwe grappenmaker aan het werk of wil iemand de Belgische speurders doelbewust voor de gek houden?

En dan is er die uitgebrande Volkswagen Golf, die enkele dagen na de moord wordt ontdekt in de buurt van de parking van het Erasmusziekenhuis, op het einde van een zandweg die uitgeeft op de Olympische Dreef. Er wordt onmiddellijk verondersteld dat de auto werd gebruikt door de moordenaars. “De nummerplaten waren van de wagen gehaald, vooraleer hij in brand was gestoken,” schrijft De Standaard. “Het koetswerknummer was vakkundig weggevijld. In principe konden we de auto daardoor niet meer ‘identificeren’. Maar de BOB-’ers van de Brusselse antiterrorisme-sectie ontdekten toch het motornummer. Volgens een garagist ging het om een Golf GTI van het oude model. Na het in brand steken van de wagen, kon de dader makkelijk de berm naar de oprit van de Brusselse Ring oplopen om daar in een andere wagen te stappen.

Het is ook mogelijk dat de dader langs de verlaten Olympische Dreef op de grens met Neerpede, opgepikt werd door een medeplichtige.” Het type van de auto en de manier waarop hij werd ‘behandeld’, roept griezelige herinneringen op aan de Bende van Nijvel, de ongrijpbare groep terroristen op, misdadigers die in de jaren tachtig een reeks moorden, roofovervallen op supermarkten, inbraken en diefstallen heeft gepleegd. Maar de Golf blijkt eveneens een vals spoor te zijn. Er komt nooit een antwoord op de vraag wie die auto daar heeft achtergelaten. Was het opnieuw een flauwe grap of een doelbewuste poging om het onderzoek te verstoren?

Eigenaardig is eveneens de rol die wapenexpert Claude Dery speelt in het onderzoek. Aan de ene kant gelooft hij niet dat het om een terroristische aanslag gaat, aan de andere kant neemt hij zelf het eigen initiatief om de Mossad te hulp te roepen. Begrijpe wie begrijpen kan. Dery, een ggepensioneerde militair en gewezen medewerker van de militaire inlichtingendienst SDRA, is door het parket ingeschakeld als ballistisch expert. Op dinsdagavond rond 21 uur arriveert ook hij in het Erasmusziekenhuis. In de buurt van het rechterachterwiel van de Audi was intussen door een politieman de kogelhuls gevonden. Die wordt door Dery herkend als een huls van kaliber 7.65mm van het merk Sellier & Bellot Prague, munitie van Tsjechoslowaakse makelij.

Dit type van munitie, maar dan afgevuurd door een ander wapen, werd volgens Dery ook gebruikt voor de dubbele Moskee-moord (zie hoofdstuk xx), de moord op een klusjesman van de Saoedische ambassade en de moord op Raoul Schouppe (zie hoofdstuk xx). Dery doet hier een kapitale vaststelling: hij legt voor het eerst een materieel verband tussen vijf van de zes moordaanslagen die pas twintig jaar later zullen kunnen worden toegeschreven aan Belliraj.

Maar deze wetenschap helpt het onderzoek in de zaak Wybran geen stap vooruit, redeneert de wapenexpert, want dit soort goedkope munitie is courant in omloop in ons land en wordt haast overal verkocht. Zolang het wapen niet is gevonden, is er bijgevolg geen enkele zekerheid. Of de moordenaar een geluidsdemper heeft gebruikt, kan Dery niet vaststellen. “Maar dat hulpmiddel is niet nodig op zo’n grote oppervlakte als de parking waar de feiten zijn gepleegd,” meent hij. “We zouden de test kunnen doen op hetzelfde uur als de gepleegde feiten. We denken dat de ruimte en het verkeer inde buurt de knal aanzienlijk moeten maskeren.”Dery komt vreemd genoeg in zijn ballistisch rapport tot de conclusie dat het wellicht niet om een terroristische aanslag gaat. Wybran werd immers neergeschoten met één enkel schot van een 7,65mm pistool en “dus is vanuit een louter ballistisch standpunt, de versie van een terroristische aanslag niet de meest waarschijnlijke,” meent de expert.

Zijn redenering gaat als volgt:

  1. "Het kaliber 7,65 wordt bijna niet gebruikt door terroristen, tenzij door een beginneling of door het Turks-Joegoslavisch-Albanees terrorisme."

  2. "Terroristen, net zoals maffiaspecialisten, maken hun slachtoffer altijd af met een genadeschot. In dit geval werd er maar één schot afgevuurd op een afstand van een tot drie centimeter, maar men mag niet uitsluiten dat een blokkering van het wapen of een moment van paniek bij de dader heeft verhinderd dat er meerdere schoten werden afgevuurd."

  3. "Opeisingen van reële terreurdaden gebeuren meestal zeer kort na de feiten, vermits publiciteit het doel is van een terreurdaad. In dit geval, volgens de informatie die ons werd gegeven, werd de daad pas meer dan 31 uur na de feiten opgeëist." (…)

De verklaring die Abdelkader Belliraj begin 2008 heeft afgelegd aan de Marokkaanse politie sluit naadloos aan bij de vaststellingen die in 1989 door het Belgische gerecht werden gedaan. In zijn verklaring geeft Belliraj een gedetailleerde beschrijving van de aanslag op Wybran. Volgens het proces-verbaal van zijn ondervraging van 16 februari 2008 verklaarde Belliraj letterlijk: “Nog altijd in het kader van liquidatieoperaties van belangrijke joodse Belgische personaliteiten, ten voordele van de Organisatie van Abu Nidal, ben ik overgegaan tot het schaduwen en viseren van dokter Joseph Wybran, hoofd van het departement immunologie van het universitair Erasmusziekenhuis in Anderlecht, voorzitter van de CCOJB en voorzitter van de vrijmetselaarsloge (sic), met het doel hem te vermoorden omwille van zijn radicale zionistische standpunten. Alle informatie werd door mezelf verzameld. (…)

Mossad

Joseph ‘Jo’ Wybran was niet de eerste de beste. Als voorzitter van het CCOJB, de Franstalige Joodse koepelorganisatie, fungeerde hij als boegbeeld van de Joodse gemeenschap. Hij werd geboren in 1940 in Brussel, zijn ouders kwamen in de jaren twintig vanuit Polen naar ons land. Tijdens de Tweede Wereldoorlog overleefde Wybran de jodenvervolging omdat hij door Belgische families in hun huis werd verborgen. Als student aan de ULB was hij in de jaren zestig voorzitter van de Vereniging van Joodse Studenten in België. Later werd hij ook voorzitter van het Comité Belge d’Aide Médicale à Israël, van de Brusselse afdeling van B’Nai Brith en van het Auschwitzcomité. Hij was professor immunologie aan de ULB, diensthoofd immunologie van het Erasmusziekenhuis en een internationaal gereputeerd wetenschapper.

Gelet op de maatschappelijke functies die Wybran bekleedde, is het perfect logisch dat de Israëlische inlichtingendienst Mossad een eigen onderzoek instelt naar de aanslag. Mossad-agenten, wellicht onder diplomatieke cover verbonden aan de Israëlische ambassade in Brussel (het hoofdkwartier van de Mossad voor WestEuropa), komen in elk geval snel na de moord naar het Erasmusziekenhuis en hebben mogelijk een invloed gehad op het gerechtelijk onderzoek. De Standaard verneemt uit betrouwbare bronnen “dat de Mossad al tijdens de nacht van dinsdag op woensdag informatie verzamelde over de aanslag,” dit wil zeggen: nog voor de Belgische politiegoed en wel aan de slag gaat.

Op de ochtend van 5 oktober (de dag van de opeising) stelt wapenexpert Dery aan onderzoeksrechter Cudell voor dat er contact zou worden opgenomen met “de veiligheidsverantwoordelijke van de ambassade van Israël om na te gaan of de modus operandi en de ballistische parameters reeds werden vastgesteld buiten de grenzen van België”. Dery vraagt met andere woorden in bedekte termen om de Mossad te hulp te roepen, die een vergelijking kan maken met eerdere aanslagen in andere landen. De wapenexpert krijgt van de onderzoeksrechter opdracht het nodige te doen. Een dag later meldt Dery dat hij contact heeft gehad met “de verantwoordelijke van de veiligheid van de Joodse gemeenschap”. Wat het eventuele resultaat is van deze demarche, raakt niet bekend.

We hebben dus enerzijds de vaststellingen en de démarches van Claude Dery. En anderzijds (als bovenstaande info klopt) kunnen we vermoeden hoe de Mossad te werk is gegaan om het onderzoek zelf in handen te houden, of ten minste een voorsprong te hebben op de Belgische speurders:

  • De avond van de moord probeert de Mossad alle info te krijgen over het onderzoek;

  • De dag nadien wordt een kogelhuls gevonden die niets met de moord te maken heeft;

  • Enkele dagen na de moord wordt een uitgebrande Golf GTI gevonden die eveneens niets met de moord te maken heeft.

Heeft de Mossad de kogelhuls op de parking geworpen en de Golf geplaatst? Het was in elk geval duidelijk de bedoeling om de Belgische speurders op een verkeerd spoor te zetten. En Claude Dery (werkend voor de Mossad?) vraagt zelf aan de onderzoeksrechter om de Mossad in te lichten en te bevragen over de moord.

Tja ...

Re: Claude Dery

In principe zou een directe verwijzing naar de Mossad door Dery in dit geval 'not done' zijn omdat de link rechtstreeks en direct is, een ex inlichtingen officier zoals Dery zou hiermee moeten rekening houden. Indien de Mossad hier een hand in had, dan zou Dery door zijn voorstel wel wat onaangename aandacht naar de Mossad trekken. Maar ja iedereen maakt fouten en soms doet een dienst misschien ook niet echt de moeite om hun betrokkenheid te verbergen. Het lijkt mij zeer plausibel.

Servo per Amikeco

Re: Claude Dery

Merovinger wrote:

Die wordt de dag na de moord door een bewakingsagent van GMIC aangetroffen op de parking van het ziekenhuis.

De 2 zonen van Dery werkten bij GMIC.

Re: Claude Dery

Nog een mooi voorbeeldje van de professionele "expertise" van Claude Dery. En tiens, weer eens Jean-Paul Dumont als advocaat van de dader.

Assassinat ou crâne défoncé "par erreur"?

Curieux procès que celui qui se déroule, dans un climat de nervosité sans raison sérieuse, devant les assises du Brabant, pour juger un trio accusé d'avoir assassiné, un matin de novembre 1985, un consommateur du café L'Alhambra, boulevard Emile Jacqmain, à Bruxelles. Si le défilé des témoins de justice a permis de clarifier la situation, mardi après-midi, tout porte à croire que ce procès connaîtra encore bien des difficultés.

D'abord pour des raisons d'organisation pratique. Les diverses conclusions de la défense regrettant un certain nombre de défauts considérés comme autant de moyens de cassation en puissance ont causé des retards. Ensuite, plusieurs avocats importants en cette affaire sont attendus aux assises de Mons lundi prochain pour l'ouverture du procès de Josiane Debruyne (filière boraine). Pour des raisons de qualification enfin. On en reparle ci-dessous. Dernier témoin de la journée, le médecin-psychiatre Rassamy Hen a fait grande impression. Il n'a pas seulement bien situé les prévenus par rapport à leur propre trajectoire de vie, mais il a jeté un éclairage précieux sur l'ensemble du drame.

Le psychiatre ne croit pas, au terme de ses minutieuses investigations, qu'Alain De Rouck ait vraiment voulu assassiner le pauvre John Pfaff, dont on a montré sur écran géant devant les jurés l'atroce dernier portrait, la moitié du crâne éclaté par une décharge de riot gun reçue à bout portant. Mais il a parlé de "scène de Western". Des jeunes qui vont jouer les durs, les cow-boys de deuxième zone, avec une arme qu'ils connaissent à peine. Tout ce drame se situe, rappelons-le, à une époque troublée de la vie nocturne bruxelloise: on avait abattu un "indicateur", poignardé une prostituée, assassiné un patron de bar martiniquais ...

Pour le psychiatre, les trois accusés sont des personnalités pathologiques, avec des retards de toutes nature dus à une enfance fort perturbée, mais qui ne sont pas des malades mentaux pour autant et ne doivent pas entrer en ligne de compte pour bénéficier de la loi de défense sociale.

La présidente, Mme Lumen, a eu beaucoup de difficultés à maintenir dans des limites décentes la passe d'armes entre le défenseur d'Alain De Rouck, Me Jean-Paul Dumont, et l'expert en balistique M. Claude Dery. Il est vrai que celui-ci, en parlant du "contexte des déclarations", ou de "respect pour la défense", ou encore de "tueur selon l'expression des médias" faisait intervenir une série d'appréciations qui sortaient un peu des limites de sa mission. Ceci ajouté à une erreur manifeste (il parlait de canon scié alors qu'il n'en n'était rien) fut à l'origine de réactions violentes.

La question était de savoir si la détente de l'arme était sensible ou non. Pour l'expert, elle ne l'est point, ce qui signifie en clair que De Rouck aurait dû volontairement tirer sur la détente. La présidente prend l'arme dans ses mains et en fait l'essai. Le clic est rapide. Cela part assez vite! dit la présidente, dont les avocats de la défense pourront s'abstenir sans doute de considérer qu'elle n'instruit pas assez à décharge...

On risque de se trouver bientôt devant une difficulté majeure de qualification. Tout le procès s'est engagé résolument sur un point précis: non, ce n'est pas un assassinat, c'est un accident. En donnant un coup de son riot gun au pauvre Pfaff, dont les officiers de justice ont dit qu'il n'avait pas de liens avec le "milieu", le coup est parti par accident. La qualification de départ est «homicide volontaire». On ajoutera sans doute d'autres questions. Homicide "involontaire"? Comme un malheureux accident de la route, avec un maximum de deux ans? Peut-être faudra-t-il, si l'on veut que le débat sur la peine reste à un niveau décent, repenser à ces "coups volontaires" avec quelques circonstances aggravantes objectives... On y reviendra, c'est sûr.

Bron: Guido Van Damme | Le Soir | 8 februari 1989

Re: Claude Dery

En hier het verhaal over de expertise rond de fameuze GP 9mm gevonden in een pot bolognaisesaus in de diepvriezer van Bouhouche.

Un mois supplement prevu pour le proces Bouhouche-Beijer, les experts et le pistolet "à la bolognaise"

Avec les retards pris depuis dix jours, le nouveau calendrier du procès Bouhouche-Beijer, revu par le président Paul Mafféi, pourrait durer un bon mois de plus que prévu, probablement jusqu'au début janvier. En l'annonçant hier aux jurés, le président Mafféi leur a aussi promis, dans ces conditions, de suspendre l'audience entre Noël et Nouvel-An. Mais le calendrier du procès pourrait aussi être écourté si la cour d'assises devait donner raison à Mes Chomé et Galant, conseils de Beijer, qui se fondent sur l'arrêt de renvoi pour rappeller que le volet Zwarts (le vol d'or en 1982 à l'aéroport de Bruxelles, avec pour circonstance aggravante le meurtre présumé du policier de la Sabena Francis Zwarts) est prescrit et ne doit donc plus être évoqué.

La cour d'assises n'en est toujours qu'au premier volet du dossier: le vol des armes chez l'ingénieur Mendez en mai 1985, huit mois avant son assassinat en janvier 1986. Durant la matinée d'hier, consacrée à l'audition de quatre experts en balistique, il n'a pratiquement été question que d'une seule arme, le fameux pistolet GP 9 mm dit "à la bolognaise", une arme provenant de Mendez, qui devait servir à l'évasion de Bouhouche et fut découverte sur indication donnée par son épouse, le 15 janvier 1988. Ce GP était dissimulé avec de faux documents d'identité dans le congélateur, sous une sauce bolognaise. Mme Bouhouche affirma d'abord l'avoir reçu de Beijer puis précisa que ce GP provenait d'un stock entreposé dans un box loué.

A l'époque, ce sont les premières conclusions de l'expert en balistique Claude Dery, pour lequel ce GP était une arme reconstituée, dont les stries laissées par la culasse sur la douille de référence tirée par lui correspondaient aux stries observées sur une munition tirée au bois de La Houssière et saisie dans le cadre de l'enquête sur les tueries du Brabant. Ce sont ces déclarations qui, en janvier 1988 déjà, firent capoter le procès de la filière boraine, aux assises du Hainaut.

Deux juges d'instruction et des douilles du Brabant

Dès le samedi 16 janvier 1988, l'expert Dery avait été requis par le juge Schlicker, qui instruisait l'affaire Mendez, pour expertiser de toute urgence le GP «à la bolognaise». Le dimanche 17, le juge Lacroix, en charge du dossier des tueries du Brabant, désignait deux autres experts, MM. Demanet et Celens, pour examiner le GP et une douille retrouvée avec d'autres dans une carrière du bois de La Houssière, non loin de l'endroit où les tueurs des Delhaize de Braine, Overijse et Alost avaient abandonné des chèques volés et la Golf de la dernière tuerie fin 1985. Mais on ignore pour quelle raison précise, ce 17 janvier 1988, le juge Lacroix eut brusquement l'idée d'envoyer cette seule douille (on en avait retrouvé bien davantage) à l'expert Dery. Une question pour le juge Lacroix, qui ne figure cependant pas dans la liste des témoins.

M. Dery estime, aujourd'hui encore, que la douille du bois de La Houssière porte bien un boulevard de stries concordantes provenant de cette culasse. Nous l'avons examinée le dimanche en collège, avec MM. Demanet et Celens, dit-il, ils sont arrivés aux mêmes conclusions que moi, même si par la suite M. Celens n'a plus voulu se prononcer, et que M. Demanet était moins formel. Pour moi, aucun doute aujourd'hui encore. Mais je précise que par la suite, l'enquête sur les tueries a montré que cette douille n'avait pas de lien avec les faits du Brabant wallon. J'ai en outre signalé qu'une autre douille, trouvée dans la Santana des tueurs brûlée en 1982 après l'attaque chez l'armurier Dekaise à Wavre, portait également des stries de concordance avec la culasse du GP expertisé. Je n'ai plus eu de nouvelles ensuite, et j'ignore si l'enquête a poursuivi dans cette direction.

Mais les experts Demanet et Celens ne sont pas de l'avis de M. Dery. Sa technique de concordance est à rejeter. Nous travaillons sur la recherche de la signature caractéristique d'une arme, corrige M. Demanet. M. Celens est plus net encore: J'avais accepté l'urgence. Pressés par les circonstances, M. Demanet et moi avons surévalué les résultats de M. Dery. Pour moi il est exclu que la douille du bois de La Houssière porte les traces caractéristiques de la culasse du GP «à la bolognaise». Je n'en ai pas dormi cette nuit-là. J'ai avisé le juge de mon erreur, que je ne recommencerai pas.

L'après-midi, Robert Beijer demandait à la XIe chambre du Conseil d'État la suspension de la décision du directeur de la prison de Forest qui lui refuse l'emploi en cellule de son ordinateur contenant les éléments du dossier devant servir à sa défense. L'auditeur M. Saint-Viteux a conclu au rejet de la requête. Le président Messine doit rendre prochainement son arrêt.

Bron: René Haquin | Le Soir | 15 september 1994

16

Re: Claude Dery

Advocaat Moerman over Dery: "De overtuigingsstukken waren een onderzoek op zich waard. Aan het eind van het verhaal wist wapendeskundige Claude Dery niet meer op welke munitie hij zijn verslag gebaseerd had, want hij had ze allemaal in een confituurpot gestopt in een ruimte die vol stond met van die potten."

Bron: Beetgenomen | Hilde Geens

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

17

Re: Claude Dery

Wat een gedoe, dus kunnen we niet eenvoudig tot een eindverdict komen of het bolognaise-wapen nu al dan niet "warm" was? Alles bij elkaar geteld: waaraan dien je nu geloof te hechten?

Re: Claude Dery

Tja, de Confituurbende was waarschijnlijke een gepastere naam geweest dan de Bende van Nijvel.

Re: Claude Dery

Over de zaak Giannakis waar Bouhouche met hollow point munitie had gevuurd, schrijft Beijer in zijn boek 'De laatste leugen" de volgende gebeurtenis:

Op dat moment komt Claude Dery in beeld, hij is bekend als een ballistisch 'expert' bij het parket van Brussel. De aanhalingstekens staan hier op hun plaats, want Dery is vooral een liefhebber die van ballistiek zijn hobby heeft gemaakt, een hobby die hij op verloren momenten beoefent in de kelder van zijn woning in de Waelhemstraat in Schaarbeek. Destijds bestond er nog geen instituut van de criminalistiek in België en het is dus Dery die meestal belast wordt met de ballistische expertises voor het parket. Het toeval wil dat ik commandant Dery ken omdat we samen aan sportschieten hebben gedaan. Nog voor ik naar Leopoldsburg ging, bezocht ik de AVIA-club in Evere, die gerund werd door Dery. Hij is een commandant van de luchtmacht en werkt voor de SGR (Service Générale de Renseignements, de militaire inlichtingendienst).

Bouhouche komt me enkele dagen na het incident met Giannakis opzoeken. Hij zit duidelijk met een probleem:

"Luister, kunnen we geen diner organiseren bij je Chinese vrienden (zoals eerder uitgelegd, was ik goed geïntroduceerd in het Chinese milieu in Brussel) met die vent, die expert? Ik weet dat je hem kent, je hebt me verteld dat jullie samen gingen schieten in de AVIA ..."

Ik vind het voorstel een beetje vervelend. Ik ben er trouwens niet helemaal zeker van dat ik Dery zal kunnen overhalen, want we zijn geen intieme vrienden, hoogstens gewoon kennissen. Niettemin contacteer ik hem en organiseer een etentje. Tijdens het diner vertelt Bouhouche hem over zijn zorgen:

"Ik weet dat u belast bent met de expertise in de zaak Giannakis. In alle eerlijkheid, ik zit een beetje in een lastig parket. Zou het niet mogelijk zijn om te verzwijgen dat de kogels die in de voorzetels van de auto werden gevonden, munitie was van het type Remington Peters 9 mm Para Hollow Point 115 hagel?"

Dery toont zich nogal inschikkelijk en is waarschijnlijk blij om iemand te ontmoeten die even gepassioneerd is door wapens als hij. Hij laat zich vrij makkelijk overhalen en aanvaardt om er in zijn rapport niets over te schrijven, zonder verdere details. Een leugen uit vergeetachtigheid ... Hij demonstreert bij die gelegenheid hoe relatief zijn plichtsbewustzijn is en hoe rekbaar de grenzen van zijn integriteit als expert zijn. Maar goed, Bouhouche kreeg zijn zin.

Wanneer uit de lijkschouwing van Mendez blijkt dat hij werd neergeschoten met dezelfde kogels Remington Peters 9 mm Para Hollow Point 115, legt Dery direct het verband met de affaire Giannakis.

"Tiens, dat doet me aan iets denken, verklaart hij, stomverbaasd. Ah j, rijkswachter Bouhouche … (De stommeling!)"

"Bouhouche? vraagt Kapitein Rousseau. Dat is vreemd. We hebben hem twee dagen geleden nog gezien bij mevrouw Mendez! Hmm … Goed, we gaan ons in elk geval niet laten inpakken. Excuseer, maar … bent u zeker van wat u zegt? Ik bedoel, kan u het bewijzen?"

"Ja, ja, ik moet nog een rapport hebben over die zaak, ik zal het terugvinden."

De zorgvuldige Dery twijfelt niet, maar ... vergeet domweg dat hij in het bewuste rapport geen melding heeft gemaakt van kogels van het type Hollow Point.

Re: Claude Dery

Merovinger wrote:

Zou het niet mogelijk zijn om te verzwijgen dat de kogels die in de voorzetels van de auto werden gevonden, munitie was van het type Remington Peters 9 mm Para Hollow Point 115 hagel?

Hagel? Zal wel grains zijn (slaat op het kruit dat in de huls zit).