Bij de huiszoeking bij Libert werden op zolder dus plastic zakken vol met confidentiële NAVO-telexen gevonden. Hij had, zoals gezegd, reeds getracht om de NAVO-telexen te ‘laten ontdekken’ aan de hand van een brand in zijn appartement, maar die poging mislukte. Het was pas met de aanhouding van Barbier dat ze uiteindelijk aangetroffen werden.
De telexen waren gestolen van het transmissiecentrum van de Generale Staf in Evere. Daar kwamen voornamelijk militaire gecodeerde berichten van de NAVO toe. Opvallend genoeg wist niemand van het transmissiecentrum in Evere dat er überhaupt telexen ontvreemd waren.
Michel Libert was de sleutelfiguur in de diefstal. Hij werkte bij de decoderingsdienst van het transmissiecentrum en had zo toegang tot de geheime documenten. Hij slaagde er in 1981 in om enkele documenten naar buiten te smokkelen en te laten zien aan Paul Latinus. Latinus toonde ze op zijn beurt aan Christian Smets, commissaris van de Veiligheid van de Staat. Bij onderzoeksrechter Coppieters ‘t Wallant zei commissaris Smets dat Latinus hem in 1981 telexen getoond had. Hij had die niet goed bekeken en Latinus wilde niet onthullen waar hij ze vandaan had. Begin 1982 had Latinus hem Althing getoond, Althing was een soort van magazine van de WNP, waarin hij een artikel stond over de positie van Sovjetschepen. Hij had toen geverifieerd of de Veiligheid op de hoogte was en dat bleek het geval.
Volgens Latinus wist Smets maar al te goed de herkomst van de documenten. De Maarschalk rapporteerde, naar eigen zeggen, ook aan zijn buitenlandse, Amerikaanse chefs. Deze zouden hem aangespoord hebben om verder telexen te stelen. Libert bleef samen met nog een vijftal handlangers gedurende twee jaar documenten verder buitensmokkelen. De inhoud ervan werd gepubliceerd in Althing. Het blad werd gepubliceerd op helrood papier, zodat het niet gekopieerd kon worden. Een rode achtergrond heeft immers een volledig zwarte kopie als resultaat.
Althing bleef op die manier enkel circuleren in een kleine groep van ingewijden. Haquin heeft toch zo’n exemplaar kunnen inkijken. Hij beschrijft:
“ligging Sovjetschepen in de Middellandse Zee in april-mei 1982; bijzonderheden over de stationering van Oost-Duitse jachtbommenwerpers in Polen; inlichtingen in verband met plannen over terroristische aanslagen op leden van de SHAPE in België (met name generaal Rogers, maarschalk Tercy, generaal Kussberg, generaal Lawson, brigade-generaal Garibaldi, luitenant-generaal Mack), gevolgd door een actie tegen de NATO. Volgens Althing kaderen deze plannen in een offensief dat Europa wil destabiliseren. Andere inlichtingen gaan over Vietnam, China, over het conflict rond de Malvinas, over de NAVO-maneuvers in West-Berlijn, onder Frans opperbevel gehouden. Verder; details over de rekrutering van soldaten in Kitona (Zaïre), over de desertie en ondervoedinin het Zaïrese leger, over de oppositie tegen het Mobutu-regime in de grensgebieden met Angola en Zambia, over de rebellen in Zuid-Kivu."
Volgens Barbier kon de dubieuze figuur en opdrachtgever Faez Al Ajjaz de documenten verkopen voor veel geld aan de Argentijnen. Die lagen op dat moment overhoop met Engeland over de Falklandeilanden.
Het stelen van militaire geheimen staat gecatalogeerd als hoogverraad. Waarom namen de WNP-leden zo een risico? Latinus vertelde later dat het om aan te tonen was hoe slecht de beveiliging in het transmissiecentrum van de Generale Staf in Evere was. Ze wilden het gebrek aan efficiëntie van de in België genomen veiligheidsmaatregelen aan de kaak te stellen. Volgens hem was het om te voorkomen dat de communisten geheime documenten zouden kunnen stelen, door zelf te stelen wilden ze aantonen dat de beveiliging niet goed genoeg was.
Zijn Amerikaanse opdrachtgevers wilden op die manier een verhoging van de beveiliging bekomen. Het zou kunnen dat de WNP gemanipuleerd werd door een vreemde dienst. Het is een thema waar nog dieper op ingegaan zal worden. Latinus, Barbier en Libert lieten meermaals verstaan dat ze werkten voor een internationale organisatie. Eigenlijk slaagde de WNP wel in hun opzet om aan te tonen hoe slecht de beveiliging was. Opvallend is dat er pas aandacht aan werd geschonken op het moment dat Barbier opgepakt werd en er huiszoekingen kwamen. Zonder dat feit waren de diefstallen nooit uitgekomen.
Er startte een gerechtelijk onderzoek. Daaruit bleek dat er amper controle was op de werknemers. En als er al eens controle was, dan gebeurde dat via een steekproef. Fouilleringen gebeurden weinig of niet. Meestal werden de telexen ontvreemd wanneer ze vernietigd moesten worden. De persoon die daarvoor bevoegd was, moest vaak helemaal alleen naar de versnipperingsmolen. Het bleek het perfecte moment om wat naar buiten te smokkelen.
Bij de huiszoeking werden niet alleen de NAVO-telexen gevonden, maar ook blanco toegangskaarten van het transmissiecentrum. Blijkbaar werd de voorraad blanco toegangskaarten weinig gecontroleerd. Niemand had de verdwijning van die kaarten gemeld.
Er waren een zevental militairen bij betrokken, waaronder Libert die in deze zaak het langst in voorhechtenis heeft gezeten. Ze worden aangeklaagd voor landverraad. In juni 1985 verwees de Brusselse raadkamer Libert en de rest naar de correctionele rechtbank. In 1988 verklaarde die rechtbank zich echter onbevoegd inzake landverraad van beroepsmilitairen. In 1989 stelt het Hof van Beroep dat de zaak verjaard was. Maar de beschuldiging van landverraad verhuisde tenslotte toch nog naar de militaire rechtbank. Ook de Krijgsraad stelde vast dat de zaak verjaard was. De militairen werden op die manier nooit veroordeeld. Over het algemeen is er weinig actie ondernomen om de daders te straffen. De meesten van hen waren net na de ontdekking van de diefstal nog steeds in functie, maar werden overgeplaatst naar andere eenheden.
Bron: De Westland New Post: Pop-up van een veranderende samenleving? (thesis) | Lander Van de Sompel | 2017
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
twitter |
YouTube