'Gladio-agenten zijn nog steeds actief'

"Inlichtingendiensten kijken heel anders tegen, de ontwikkelingen in Rusland en de landen in de voormalige Sovjetunie aan, dan politici. Ondanks het vallen van de Muur worden er op spionagegebied nog heel wat activiteiten ontplooid. Belgische en Nederlandse Gladio-agenten zijn nog altijd op elkaars grondgebied actief. Al moeten we hun waarde ook niet overdrijven."

De Belgische inlichtingenofficier Le Blanc (een fictieve naam, omdat hij anoniem wil blijven) werkte veertien jaar onder een dekmantel in Amsterdam. Op zijn flat in de hoofdstad ontving hij agenten van verschillende buitenlandse inlichtingendiensten. Door zijn verblijf in Nederland èn de contacten met collega-agenten zegt hij goed op de hoogte te zijn van de activiteiten van de Nederlandse Gladio.

De beweringen vorige week van een Nederlandse Gladiotopman dat zijn organisatie nog altijd actief is, agenten werft en fondsen aanboort, hebben voor flink wat beroering gezorgd. Ook de paters in het Belgische Essen zijn boos op de Gladiochef, vanwege de bewering dat hun klooster gebruikt zou zijn als schuilplaats voor buitenlandse geheim agenten. André Moyen, gekwalificeerd Belgisch spionagechef die nu in Brussel geniet van een pensioen, bevestigde het verhaal echter wel.

Le Blanc vindt dat de waarde van Gladio in oorlogstijd niet overdreven moet worden. "Pas op hè, misschien maar twintig percent van de agenten weet dat ze voor Gladio werken. Aan de anderen is gevraagd of ze in tijd van nood iets willen doen. Die mensen denken dat ze betrokken zijn bij een organisatie als bescherming bevolking. Ik verwacht dan ook dat als de nood aan de man is, de helft af zal haken. Dat geldt ook voor de Nederlandse Gladio."

In België is gesuggereerd dat er contacten zouden bestaan tussen Gladio en de Bende van Nijvel, berucht geworden door het doden van een groot aantal klanten van de supermarktketen Delhaize in de jaren tachtig. Le Blanc: "Ik heb die verwevenheid nooit kunnen vinden. Wel tussen de Bende van Nijvel en de Strijdende Communistische Cellen, die het in België hadden voorzien op bankgebouwen en op NATO-objecten, waar ze bommen plaatsten."  "Ik ben ervan, overtuigd dat het één organisatie was. Met twee gezichten en maar met één doel. De openbare orde en rust in België verstoren zodat bepaalde figuren de macht naar zich konden toetrekken om de rust weer te herstellen."

Dossiervorming is vreemd in de wereld van de inlichtingendiensten, ook al vormen dossiers een groot risico voor de staat, zo zegt Le Blanc. "In buitenlandse kluizen heb ik documenten liggen die rouleren als mij iets overkomt. Want dat is het schizofrene van het inlichtingenwerk. Je kunt verpletterd worden door je eigen organisatie als je buiten de pot pist. En dat moment bepaal je niet zelf."

Bron: Nieuwsblad van het Noorden | 19 september 1994

52

650 kilo aan munitie van Gladio ingeleverd door verzetsstrijder:

Honderden wapens ingeleverd in Rotterdam waaronder Colt van 35.000 euro

In Rotterdam zijn de afgelopen weken honderden wapens ingeleverd bij de politie. Onder meer 60 vuurwapens en 650 kilo aan munitie werden afgestaan.

De inleveractie is voortgekomen uit een Rotterdams burgerinitiatief, bedoeld om het aantal vuurwapens in Rotterdam en omgeving terug te dringen. Tot gisteren konden mensen twee weken lang wapens straffeloos inleveren bij de politie.

De politie is tevreden met de actie, zegt Tarik Topcu, portefeuillehouder vuurwapens: "De opbrengst is boven verwachting. Daarnaast wilden we met de actie het maatschappelijk debat over wapenbezit aanwakkeren."

Volgens Topcu is de kans groot dat het aantal ingeleverde wapens nog toeneemt. Agenten hebben nog tien afspraken staan en gemiddeld worden er per afspraak twee wapens ingeleverd.

Bijzondere exemplaren

De politie denkt niet dat de ingeleverde wapens afkomstig zijn uit het criminele milieu. Wel wordt bij elk wapen nagegaan of het mogelijk is gebruikt bij een misdrijf.

Met name onder de vuurwapens zitten een paar bijzondere exemplaren. Zo werd een Colt uit het einde van de negentiende eeuw ingeleverd. Een dergelijk wapen is al snel zo'n 35.000 euro waard.

Daarnaast leverden familieleden van verzetsstrijders wapens uit de Tweede Wereldoorlog in bij de politie. Die komen mogelijk in musea terecht.

De 650 kilo aan munitie werd ingeleverd door de broer van een verzetsstrijder. Die had de munitie en wapens in huis, omdat hij deel uitmaakte van het Gladio-netwerk. Dat netwerk was opgericht na de Tweede Wereldoorlog, met als doel voorbereid te zijn op een inval van Rusland tijdens de Koude Oorlog.

De Rotterdamse politie hoopt dat de inleveractie gekopieerd wordt door andere eenheden in het land, zodat er meer wapens van straat verdwijnen en de discussie over wapenbezit breder gevoerd kan worden.

Bron: NOS | 5 Februari 2019

53

Vandaag in de Volkskrant:

Kabinet spreekt alsnog waardering uit voor ultrageheime verzetsgroep uit Koude Oorlog

Het kabinet spreekt alsnog grote waardering uit voor leden en nabestaanden van de Stay Behind-organisatie, een ultrageheime verzetsgroep die tijdens de Koude Oorlog klaarstond om het gewapend verzet te gaan vormen. Het is voor het eerst dat de Nederlandse regering publiekelijk de organisatie prijst.

Nazaten van drie oud-leden van de organisatie uitten in 2017 in de Volkskrant hun frustratie over het gebrek aan openheid en erkenning van de regering. Het geheime werk van hun vaders had voor veel spanning en vragen gezorgd. Zij verenigden zich, verzochten om het openen van archieven en spraken in december met minister Ank Bijleveld van Defensie.

Demissionair premier Mark Rutte en Bijleveld spreken nu namens het kabinet ‘erkentelijkheid en grote waardering’ uit voor de oud-leden en hun nabestaanden. ‘Gedurende de vele jaren dat zij deel uitmaakten van de Stay Behind-organisatie hebben de leden zich, vanuit een hoge mate van vaderlandsliefde, voor een deel belangeloos en uiterst consciëntieus en professioneel op hun verantwoordelijke en moeilijke taak voorbereid in het belang van ons koninkrijk. Dit heeft in meerdere gezinnen aanzienlijke spanningen teweeggebracht en beperkingen opgelegd in de familie- en persoonlijke levenssfeer. De inzet verdient de allerhoogste waardering’, schrijven Bijleveld en Rutte. Het is voor het eerst dat de Nederlandse regering publiekelijk de Stay Behind-organisatie prijst.

In 2017 onthulde de Volkskrant de namen van verschillende personen die bij Stay Behind zaten, die ook wel O&I (Operaties & Inlichtingen) werd genoemd. Onder hen ‘Peter Vermeulen’(schuilnaam) en Gerard Pelt, die van 1953 tot 1983 hoofd sabotage was. Pelt schreef onder meer een handleiding sabotage die als opleidingsmateriaal voor andere leden diende. De zoon van Peter Vermeulen, Pieter Kok, bracht de verschillende nazaten bijeen. De dochter van Pelt, Hadewych Jansen op de Haar, over de erkenning: ‘Het is een eerste stap die we als kinderen en kleinkinderen beschouwen als een gebaar van de overheid om de inzet van oud-agenten te erkennen en eren.’

Dubbelleven

De verzetsorganisatie bestond uit een paar honderd burgers die tijdens de Koude Oorlog klaarstonden om als de Sovjet-Unie zouden binnenvallen het verzet te leiden. Een deel zou uitwijken naar Spanje, een ander deel zou in Nederland ondergronds gaan en een agentennetwerk aansturen. De coördinatie was in handen van Defensie, Algemene Zaken en de Binnenlandse Veiligheidsdienst, voorloper van de AIVD.

Leden mochten er niet over spreken, zelfs niet met hun echtgenoot. Ze hadden schuilnamen en leidden een dubbelleven. De groep was gespecialiseerd in psychologische oorlogsvoering, sabotage en liquidaties. Op tientallen plekken in Nederland waren wapens verstopt in ondergrondse opslagplaatsen.

Na het artikel meldden zich meer nazaten die dezelfde ervaring hadden. Defensie, Algemene Zaken en de inlichtingendiensten wilden echter geen openheid geven. Ook bleek een deel van het archief vernietigd en de rest tot staatsgeheim verklaard.

Uiteindelijk ging een werkverband namens inmiddels acht oud-leden het gesprek aan met Tweede Kamerleden en Defensie. Dat heeft nu tot de eerste stap geleid. Verder is afgesproken dat er ‘nader archiefonderzoek’ zal volgen, een belangrijke wens van de nabestaanden. ‘Ons belangrijkste doel is het geopend krijgen van alle resterende overgebleven archieven, gericht op een volledige en integere geschiedschrijving waarin het werk van de agenten in alle facetten in beeld komt’, zegt Jansen op de Haar namens de werkgroep.

Bron: de Volkskrant | Huib Modderkolk | 1 maart 2021

54

Ben wrote:

Uit de scriptie waarnaar hierboven een link staat, haal ik volgende - interessante - info over de wapenopslagplaatsen van het Nederlandse stay-behind-netwerk:

Er is al vermeld dat de agenten thuis over een eigen uitrusting beschikten, die zij zelf beheerden. Er waren ook centrale voorraden aangelegd. In een brief van 10 juli 1952 van de leiding van de organisatie aan de Luitenant Generaal B.R.P.F. Hasselman, chef van de Generale staf, wordt gemeld:

"Belangrijke proeven zijn gehouden om een methode te vinden om het materiaal dat in oorlogstijd nodig is, reeds in vredestijd op te bergen zonder dat dit materiaal tijdens een eventuele langdurige bewaring door de inwerking van vocht zou bederven. Het vinden van 21 plaatsen die zó zijn gelegen dat men er menselijkerwijze ook tijdens een bezetting ongemerkt bij kan, het ingraven van deze bergplaatsen gedurende de nachtelijke uren, het voorkomen van ontdekking zowel tijdens de graafwerkzaamheden als daarna, vereist een techniek en een vindingrijkheid waarmee jaren gemoeid zijn."

Engelen stelt in zijn rapport vast dat er in 1988 al 39 geheime bergplaatsen, caches genoemd waren voorbereid. Deze bergplaatsen bevatten wapens, sabotagemateriaal, gecodeerde gegevens, verbindingsapparatuur en zendplannen. Daarnaast waren er nog 15 geheime bergplaatsen waar waardemiddelen lagen opgeslagen, contanten, gouden munten en edelstenen. Voor 1980 vond het aanleggen van deze caches plaats door eigen medewerkers van de staf. Een zeer zwaar nachtelijk werk, bij voorkeur onder slechte weersomstandigheden wanneer de kans op pottenkijkers klein was. Een en ander trok een zware wissel op de mensen. Gaten graven, met containers slepen en daarna de boel weer camoufleren was een titanenklus. De auteur van deze scriptie heeft dit uit eigen ervaring vastgesteld. Sommige agenten werden na hun voltooide opleiding nog enkele maanden geschoold in het beheer van zo'n geheime bergplaats.

In 1966 werd een wapenvondst gedaan in de Wieringermeerpolder, de vinder was een gepensioneerde wachtmeester van de rijkspolitie. De wapenvondst werd afgedaan als zijnde wapens uit de Tweede Wereldoorlog. In 1966 had dat geen hoge attentiewaarde, de pers besteedde er nauwelijks aandacht aan.

In 1980 vond er weer een incident plaats waardoor er tijdelijk aandacht in de pers en de politiek ontstond voor een mogelijke ondergrondse organisatie. Het bestaan van een wapendepot kwam in april 1980 aan het licht toen bij het Limburgse Heijthuisen mensen met een metaaldetector op een bergplaats stuitten. De plaatselijke rijkspolitie wilde doen geloven dat het een ’rommeltje uit de Tweede Wereldoorlog was. De Limburger Maas en Roerbode meldde dinsdag 8 april 1980:

"Kisten vol wapens gevonden. Volgens de eerste gegevens zou het gaan om kisten vol mitrailleurs, geweren, granaten en grote hoeveelheden munitie. Volgens de rijkspolitie afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog."

De truc welke in 1966 werkte ging deze keer niet op. Jan de Klerk, redacteur van Het Limburgs Dagblad, liet zich niet met een kluitje in het riet sturen. De Klerk bleef doorvragen, door de Rijkspolitie werd hij naar de officier van justitie verwezen, vandaar naar het ministerie van Justitie en vervolgens via Binnenlandse Zaken naar het ministerie van Defensie. Hem werd afgeraden nog verder te zoeken, in verband met de veiligheid van de staat zouden er toch geen mededelingen meer volgen. Voor De Klerk was de zaak niet afgedaan. Landelijke dagbladen zoals Vrij Nederland en de Volkskrant plaatsten op 21 juni artikelen over de wapenvondst. In de Tweede Kamer werden door het PSP-Kamerlid F. van der Spek vragen gesteld. Minister Scholten van Defensie wilde nergens op antwoorden, hij beriep zich op artikel 68 van de Grondwet.

Van der Spek heeft bij het Amerikaanse congres nagevraagd of daar bekend was waar de in Nederland gevonden kisten met wapens en onderhoudsmaterialen mogelijk vandaan kwamen. Hij wilde weten of de geheime dienst CIA er iets mee te maken had. Een bevredigend antwoord heeft hij niet gekregen.

In de herfst van 1983 vonden gravende schooljongens bij Rheden opnieuw een wapenopslagplaats. De pers maakte er melding van en opnieuw was er ophef en publiciteit. Volgens burgemeester H.V. van Walsum waren het wapens van de Nederlandse staat. Van der Spek vroeg de regering op 21 september 1983 schriftelijk om opheldering. De vicevoorzitter van de vaste Kamercommissie voor Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (de commissie stiekem) Van den Bergh (PvdA) hoopte dat minister De Ruiter zich niet weer achter artikel 68 van de grondwet ging verschuilen.

De (beknopte) rapportage van die commissie over deze periode is inmiddels openbaar. Het verslag op 6 maart 1985 gaat over de voorgaande periode van bijna vijf jaar, het beslaat zeven pagina's met weinig tekst. In het verslag wordt uiteraard de BVD besproken. In één alinea wordt aandacht besteed aan de Inlichtingendienst Buitenland, waarachter de stay-behind zich verstopte, over de geheime organisatie wordt niets vermeld. Publiekelijk werden er vragen gesteld. Het dagblad Het Parool kopte op 13 april 1985 op pagina twee. 'Onvoldoende zicht op de speurders De Ruiter.' In het artikel wordt vastgesteld dat de commissie in vijf jaar "geen nieuws heeft gehoord, niets belangwekkends heeft meegemaakt en niets van belang heeft opgespoord. Dat komt omdat deze commissie, gemeten naar de normen van parlementaire controle, de minst actieve en de minst mededeelzame van de Kamer is, niet van zichzelf geneigd het de regering lastig te maken, niet van zichzelf geneigd achter de feiten aan te jagen en wel het minst geneigd veel bijeen te komen."

De commissieleden uit 1983, Den Uyl, De Vries, Nijpels en Engwirda konden dit in hun zak steken. Deskundigheid op het gebied van geheime diensten zal bij deze politici niet aanwezig zijn geweest. De commissieleden waren echter geen mensen die zich gemakkelijk met een kluitje in het riet lieten sturen.

Het probleem was de tegenstelling tussen geheim en openheid met de bijbehorende verantwoording. De enkele Kamerleden die wel interesse toonden werden door de minister vrolijk afgescheept. Het PPR- Kamerlid Lankhorst verklaarde "We worden van het kastje naar de muur gestuurd." De minister kon langzamerhand niet alles meer in de doofpot stoppen. De Ruiter verklaarde ondermeer:

"Onder verantwoordelijkheid van de minister van Defensie zijn op een paar plaatsen in Nederland wapens opgeslagen met het doel deze zo nodig te gebruiken in een bepaalde fase van een eventuele oorlog. Deze wijze van opslag wordt thans beëindigd."

Het was nu wel duidelijk dat de ondergrondse onbewaakte caches een groot risico vormden. In 1984 werd besloten het cacheren "uit te besteden" aan geheime specialisten van de Koninklijke Marechaussee. De caches voor sabotagemateriaal, dus met wapens en explosieven waren voorbereid maar zij zouden pas bij oorlogsdreiging worden gevuld.

In een zeer geheime brief van de minister van Defensie aan de Commandant van de Koninklijke Marechaussee, gedateerd 25 april 1984, geeft de minister opdracht om ten eerste: overleg te voeren met een gedelegeerde van de organisatie over de aard en de behoefte aan sabotagemateriaal, wapens en munitie. Ten tweede: een plan voor te bereiden voor het cacheren in vredestijd van sabotagemateriaal, wapens en munitie. In geval van dreigend oorlogsgevaar moesten de caches worden gevuld. Ten derde: in geval van een dreigende oorlogssituatie vijftig man gedurende een week ter beschikking te stellen voor het daadwerkelijk cacheren van het materiaal. Als de dreiging over zou zijn, moesten de caches onmiddellijk weer worden ontruimd. Meer mensen waren zo bij de voorbereiding van stay-behind betrokken.

Na korte tijd verdween de aandacht van de pers voor "geheime wapenvondsten", een link naar stay-behind werd niet gelegd. In 1989 viel de Berlijnse muur, de dreiging uit het Oosten was voor velen niet langer reëel.

Rond 1990 bestond er nog een professionele en efficiënte geheime organisatie. In 1992 werd besloten om de Nederlandse stay-behind-organisatie op te heffen. Het is bijzonder dat in alle jaren van het bestaan van de organisatie en ook nog jaren erna alle betrokkenen loyaal hun mond hebben gehouden. Dick Engelen schrijft in zijn artikel 'Lessons learned':

"Men kan bewondering hebben voor de veldmedewerkers, de tientallen mannen en vrouwen die - soms jarenlang - belangeloos hun tijd en energie daartoe hebben ingezet. Bewondering ook voor het feit dat men, staven en veldmedewerkers, in staat is geweest de organisatie zo lang geheim te houden.".

Bron: Een geheime organisatie in beeld (scriptie) | Herman Schoemaker


Je zou bijna denken dat enkele, door de overheid, goedbetaalde  Gladio leden zich verraden voelden, en dat ze dachten niet meer nodig te zijn. En toen als afpersing De Bende van Nijvel en de CCC zijn begonnen? In combinatie met de gevonden wapendepots, hun geheim werd toen immers blootgesteld. Het einde van het ijzeren gordijn en het communisme was in zicht, dus ze zouden min of meer overbodig worden.
Het is maar een hersenspinsel van mij, maar wie weet ...

55

Merovinger wrote:

'Gladio-agenten zijn nog steeds actief'

"Inlichtingendiensten kijken heel anders tegen, de ontwikkelingen in Rusland en de landen in de voormalige Sovjetunie aan, dan politici. Ondanks het vallen van de Muur worden er op spionagegebied nog heel wat activiteiten ontplooid. Belgische en Nederlandse Gladio-agenten zijn nog altijd op elkaars grondgebied actief. Al moeten we hun waarde ook niet overdrijven."

De Belgische inlichtingenofficier Le Blanc (een fictieve naam, omdat hij anoniem wil blijven) werkte veertien jaar onder een dekmantel in Amsterdam. Op zijn flat in de hoofdstad ontving hij agenten van verschillende buitenlandse inlichtingendiensten. Door zijn verblijf in Nederland èn de contacten met collega-agenten zegt hij goed op de hoogte te zijn van de activiteiten van de Nederlandse Gladio.

De beweringen vorige week van een Nederlandse Gladiotopman dat zijn organisatie nog altijd actief is, agenten werft en fondsen aanboort, hebben voor flink wat beroering gezorgd. Ook de paters in het Belgische Essen zijn boos op de Gladiochef, vanwege de bewering dat hun klooster gebruikt zou zijn als schuilplaats voor buitenlandse geheim agenten. André Moyen, gekwalificeerd Belgisch spionagechef die nu in Brussel geniet van een pensioen, bevestigde het verhaal echter wel.

Le Blanc vindt dat de waarde van Gladio in oorlogstijd niet overdreven moet worden. "Pas op hè, misschien maar twintig percent van de agenten weet dat ze voor Gladio werken. Aan de anderen is gevraagd of ze in tijd van nood iets willen doen. Die mensen denken dat ze betrokken zijn bij een organisatie als bescherming bevolking. Ik verwacht dan ook dat als de nood aan de man is, de helft af zal haken. Dat geldt ook voor de Nederlandse Gladio."

In België is gesuggereerd dat er contacten zouden bestaan tussen Gladio en de Bende van Nijvel, berucht geworden door het doden van een groot aantal klanten van de supermarktketen Delhaize in de jaren tachtig. Le Blanc: "Ik heb die verwevenheid nooit kunnen vinden. Wel tussen de Bende van Nijvel en de Strijdende Communistische Cellen, die het in België hadden voorzien op bankgebouwen en op NATO-objecten, waar ze bommen plaatsten."  "Ik ben ervan, overtuigd dat het één organisatie was. Met twee gezichten en maar met één doel. De openbare orde en rust in België verstoren zodat bepaalde figuren de macht naar zich konden toetrekken om de rust weer te herstellen."

Dossiervorming is vreemd in de wereld van de inlichtingendiensten, ook al vormen dossiers een groot risico voor de staat, zo zegt Le Blanc. "In buitenlandse kluizen heb ik documenten liggen die rouleren als mij iets overkomt. Want dat is het schizofrene van het inlichtingenwerk. Je kunt verpletterd worden door je eigen organisatie als je buiten de pot pist. En dat moment bepaal je niet zelf."

Bron: Nieuwsblad van het Noorden | 19 september 1994


De Gladio piste blijf ik interessant vinden.
Want ik kan mij nog steeds niet voorstellen dat "gewone criminelen"dit op hun geweten kunnen hebben.

56

Oorlog is tactiek en stategie en ook de koude oorlog was een oorlog. Ik denk dat onze "Leblanc" zijn beste dag niet had toen hij dit verklaarde: "In België is gesuggereerd dat er contacten zouden bestaan tussen Gladio en de Bende van Nijvel, berucht geworden door het doden van een groot aantal klanten van de supermarktketen Delhaize in de jaren tachtig. Le Blanc: "Ik heb die verwevenheid nooit kunnen vinden. Wel tussen de Bende van Nijvel en de Strijdende Communistische Cellen, die het in België hadden voorzien op bankgebouwen en op NATO-objecten, waar ze bommen plaatsten."  "Ik ben ervan, overtuigd dat het één organisatie was. Met twee gezichten en maar met één doel. De openbare orde en rust in België verstoren zodat bepaalde figuren de macht naar zich konden toetrekken om de rust weer te herstellen."

Er was dus volgens hem WEL verwevenheid met de CCC maar NIET met de Bende van Nijvel.

Denk daar eens rustig over na. En vraag je ook eens af waar al die wapens vandaan kwamen die ergens in de grond staken . En al dat goud etc.... En vraag je dan eens af of al die aankopen ingeschreven werden in bijvoorbeeld de begroting. Het geld moest toch ergens vandaan komen he.

En hoe wist Bouhouche van die geheime opslagplaatsen? En op welk moment heeft hij dat geheim prijs gegeven ?

Bekijk ook Temse eens van uit dat perspectief en ook Dekaise. Wat hadden die bijvoorbeeld daar in Temse dat men goed had kunnen gebruiken.? Kortom, hoe moest die geheime organisatie zich bewapenen ? Financieren?

Ik kan hier nog duizend vragen bedenken ivm de praktische organisatie. In plaats van te schelden en mekaar de duivel aan te doen concentreer jullie hier eens op. In plaats van de sigeunerhypothese ( die voor mijn part ook ernstig mag genomen worden) begin eens aan deze hypothese. En begin aub jullie zinnen niet met ik geloof of ik geloof niet. Het is geen kwestie van geloven maar van toetsen aan de werkelijkheid én aan de feiten.

Denk bijvoorbeeld aan het verhaal over Pierre Carette op weg in kostuum en met aktentas naar de staatsveiligheid. Kan dit verhaal kloppen? Wie heeft dit verhaal de wereld in gestuurd. Waren er ook journalisten die tot Gladio behoorden?

Er valt nog zoveel te onderzoeken en te bekijken dat de moeite waard is . Hoeveel dagen hebben we ondertussen nog ?

Een aantal "gangsters " hebben " verklaard dat zij voor  "een organistie " werkten , wisten zij voor welke organisatie zij werkten. ? Dat zijn de vragen die ons zouden moeten bezig houden.

Welke spreekwoordelijke bom moeten wij hier laten ontploffen om de aandacht van amateurs en specialisten af te leiden ? Heb je nog wat hersenspinsels in je kast liggen Mincky. ? En hoe krijgen we Luc Paard van zijn paard? Hoe kunnen we eenieders kwaliteiten hier benutten op een positieve manier. ? Ook een goede morgen iedereen.

57

DEN HAAG (ANP) - Tegen twee mannen die worden verdacht van afpersing van Nutricia, is gisteren bij de rechtbank in Den Haag vier en vijf jaar cel geeist. De twee zeggen voor de geheime organisatie Gladio te hebben gewerkt en daardoor te zijn ontspoord.

https://www.trouw.nl/nieuws/vier-en-vij … ~b5478ba4/

Oud-minister Lardinois was lid van ultrageheime verzetsorganistatie tegen eventuele Sovjet-invasie
Oud-minister van Landbouw en voormalig Eurocommissaris Pierre Lardinois (CDA) was in de jaren zestig lid van de ultrageheime Stay Behind-organisatie. Het gaat om een Nederlands gezelschap dat, in het geval van een inval door de Sovjet-Unie, het gewapend verzet moest gaan vormen.

Huib Modderkolk20 november 2020, 10:14

Dat blijkt uit aantekeningen die Lardinois maakte in zijn tijd als Landbouwattaché op de ambassade in Londen. Deze zijn gevonden door biograaf Peter Bootsma, die ze heeft verwerkt in het boek Pierre Lardinois – een leven voor de landbouw dat deze week verscheen.

Lardinois was een invloedrijk politicus in de naoorlogse periode. Hij kwam uit Brabant, werd lid van de KVP en was achtereenvolgens landbouwattaché in Londen, Kamerlid, minister van Landbouw en eurocommissaris voor landbouw vanaf 1973. Zijn periode in Londen viel samen met het hoogtepunt van de Koude Oorlog – begin jaren zestig tijdens de zogeheten Cubacrisis (1962).
Hoe en waarom Lardinois werd gerekruteerd voor de ultrageheime verzetsorganisatie is niet bekend. Leden mochten er, uit angst voor het uitlekken van het bestaan van het genootschap, niet over praten of iets op schrift zetten. Toch maakte Lardinois enkele aantekeningen waaruit zijn lidmaatschap blijkt. ‘Bij elke stay behind moet je mensen hebben die niet automatisch worden gearresteerd door de Russen’, schreef hij bijvoorbeeld.

No method te kinderachtig
Engeland was een belangrijke plek voor de organisatie. Op de militaire basis Fort Monckton aan de zuidkust werden trainingen gegeven aan leden van Stay Behind, door de Amerikaanse geheime dienst CIA en de Britse evenknie MI6. Ook Lardinois kreeg daar waarschijnlijk een training.
Uit zijn Nederlands-Engelse aantekeningen komt een beeld naar voren van iemand die zich bezighoudt met beïnvloeding. ‘[Psychological Warfare]-officer – moet niet bewezen worden dat hij liegt!’ en ‘in een kleine gemeenschap zijn altijd bepaalde figuren met meer invloed > het is beter deze te beïnvloeden.’ Ook leerde hij over intimidatie en zelfs liquidaties. ‘No method is te kinderachtig als de target er gevoelig voor is. Denk er tevens [aan] dat de target veelal is getrouwd. Een pakje met een dode rat kan voor haar nog effectiever zijn.’ Maar ook: ‘Het kan weleens nodig zijn iemand te liquideren.’

Over de Stay Behind-organisatie en wie erbij zaten, is niet zoveel bekend. Alleen de minister van Defensie en Algemene Zaken en de hoofden van de Nederlandse geheime diensten wisten ervan en wie erbij betrokken waren.

Brandbommen en bazooka’s
Drie jaar geleden onthulde de Volkskrant de namen van verschillende personen die bij Stay Behind zaten. Een van hen was Gerard Pelt die van 1953 tot 1983 hoofd sabotage was. Hij schreef een handleiding sabotage dat als opleidingsmateriaal diende.

Ook kende hij veertig ondergrondse opslagplaatsen in Nederland waar wapens lagen. ‘150 centimeter onder het maaiveld. 525 pistolen, 9 mm. 175 stenguns en munitie. Daarnaast 700 handgranaten. Kneedbare springstof C4 met chemische tijdontstekers. Brandbommen met tijdpotloden, vuurkoord en snelvuurkoord. Acht bazooka’s met telkens drie rockets, 16 karabijnen, 16 pistolen met silencer, slee-guns als zijnde een typisch moordenaarswapen.’ Ook Lardinois bezat een pistool; hij bewaarde dat in een afsluitbare ruimte op een kinderkamer.
De kinderen van Pelt deden drie jaar geleden samen met nazaten van twee andere Stay Behind-leden een oproep om meer duidelijkheid te geven over het verleden van hun vaders. De geheimzinnigheid en de geheime activiteiten, plus het gebrek aan erkenning later, hebben bij hen het nodige leed veroorzaakt.

Na het artikel in de Volkskrant meldden zich verschillende personen die dezelfde ervaring hadden. Defensie, Algemene Zaken en de inlichtingendiensten willen geen antwoorden geven op vragen over Stay Behind. Een deel van het archief is vernietigd en de rest is tot staatsgeheim verklaard. Naar aanleiding van de oproep van de kinderen van inmiddels acht Stay Behind-leden heeft de Tweede Kamercommissie Defensie minister Ank Bijleveld om een reactie gevraagd. Zij zal in december in gesprek gaan met een afvaardiging van de groep.

http://prntscr.com/20bug9x

Dit brengt ons ook bij de vraag of er kontakten bestaan hebben tussen Nederlandse en Belgische Stay Behind groepen ? Met Temse in gedachten zou dit wel eens belangrijk kunnen zijn .

59

@ stiletto:  zie post 51.

60

@stiletto

"Humo had ondertussen nog twee andere getuigen opgesnord, gewezen werknemers van Wittock-Van Landeghem, en die zijn even duidelijk: voor de overval op 10 september 1983 was men bij Wittock-Van Landeghem al in de weer met kevlar-vesten voor de rijkswacht. “Op het moment van de overval maakten we nog niet veel vesten. Nu eens twee, dan weer drie,” zegt een ex-werkneemster. “Ik denk dat we er hooguit een paar maanden of een jaar mee bezig waren. Ze werden in verschillende kleuren gemaakt. De kaki-vesten waren voor het Nederlandse leger, heb ik altijd horen zeggen.”
“Daar zat een extra onderdeel op, zodat het geweer niet van de schouder kon vallen. Daarna begonnen we ook grijze en blauwe vesten te maken. Die waren voor de beveiligingsmaatschappij Securitas en voor de rijkswacht. Die voor Securitas kon je herkennen aan de badge die vooraan op de borst wordt gestikt. Die van de rijkswacht kregen een kraag die je rechtop kon zetten om de hals te beschermen. Die vesten werden getest in het lab, waar Gilvert Janssens de baas was. Hij was verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole in de schietstand.”
“Op het moment van de overval maakten we al kaki-vesten voor het leger en blauwe kevlar-vesten voor de rijkswacht,” zegt een vroegere meestergast van Wittock-Van Landeghem. “Die vesten werden getest in de hangar achter op het terrein. Daar mochten wij niet komen. Er kwamen mensen van het leger en van de rijkswacht. Die van het leger waren niet in uniform. Die van de rijkswacht soms wel. Achteraan stonden ook kartonnen dozen, maar daar zaten de vesten voor het leger in. De overvallers van de Bende van Nijvel hebben mijn mes gepikt en daarmee hebben ze die dozen opengesneden. Maar ze hebben die legervesten niet meegenomen.” Het ‘bijzonder minutieuze onderzoek’ van Verdurmen lijkt bij nader toezien toch niet zo secuur te zijn geweest.




Te onthouden:

- Wittock-Van Landeghem leverde eerder al het Nederlands leger...

- waarom zouden (ex-)medewerkers van Wittock-Van Landeghem liegen om zo de onderzoekers (van de Bende Van Nijvel) in diskrediet te brengen?

- waarom beweert en blijft de rijkswacht dan toch beweren dat er voor de aanslag door 'de Bende Van Nijvel' geen contacten waren met Wittock-Van Landeghem, waarom deze LEUGEN?*

- waarom verdedigt ex-rijkswachter (!!!!) Paul Verdurmen door de leugen van de rijkswacht te bevestigen onder auspiciën van het Comité P zijn ex-werkgever en legt hij hiermee een BOM onder de integriteit van het Comité P, net dat orgaan dat integriteit nodig heeft voor zijn bestaansredenen?

In dit verband nog even:
"In het proces-verbaal dat de heer Verdurmen van de Dienst Enquêtes van het Comité P in 1996 opstelde voor onderzoeksrechter Hennuy over de eventuele contacten tussen de rijkswacht en de firma Wittock-Van Landeghem vóór 10 september 1983, wordt verwezen naar de verklaring die de gewezen commandant van de rijkswacht Bernaert in dit verband heeft afgelegd. Deze wist nog dat bij het natrekken van de leden van de groep Diane "..GEEN rekening werd gehouden met ex- leden van de BOB Brussel, die zeer goede bindingen hadden met het SIE en de gewoonten van het huis kenden (Quid Bouhouche - Beijer)"
Verdurmen heeft namelijk vastgesteld dat op het moment van de overval al 61 stuks van de betrokken kogelvrije vesten in België waren verkocht en dat toen reeds alle beveiligingsbedrijven in België op de hoogte waren van het feit dat de firma in kwestie die kogelvrije vesten produceerde. Bovendien waren er reeds 400 verkocht aan het Nederlandse leger en werd in 1980 gewerkt aan een bestelling voor de Franse gendarmerie. (Bron: Verslag Tweede Bendecommissie)

- waarom zetten professor Fijnaut en professor Verstraeten hun integriteit OOK op het spel door deze slechte bewijsvoering en foute stelling van ex-rijkswachter Paul Verdurmen letterlijk over te nemen in hun gepubliceerde rapporten? (voor alle duidelijkheid, ik heb nog steeds zeer hoge waardering voor beide op dit moment, maar met serieuze bedenkingen wat dit betreft, ALS het zou kloppen)





*BOB Brussel dus... welke protagonisten die hier vaak vernoemd worden zaten er ook alweer bij de BOB Brussel???