Re: Rijkswacht

Helaas voor hun heeft onze Louis daar in 91 een stokje voorgestoken. Het is nu zelfs zo ver gevorderd dat je verschillende bewakingsactiviteiten niet mag combineren. Bijvoorbeeld een agent waardetransport mag niet portieren in de horeca en een privaat detective mag geen andere bewakingsopdrachten uitvoeren behalve zijn onderzoeksdaden. Ook leden van de inlichtingendiensten mogen de eerste 5 jaar na hun ontslag niet werkzaam zijn voor een private veiligheidsfirma. Terwijl je in het buitenland bij allerhande veiligheidsfirma's tal van mensen vind die uit die branche komen. Bijgevolg trekken die mensen, met brevetten van de ADIV-DAS-SFG enzo meer gewoon naar buitenlandse firma's om daar een centje bij te verdienen.

Servo per Amikeco

12

Re: Rijkswacht

Een nieuwsbericht van 24 maart 1979:

De centrale computer van de Belgische Rijkswacht wordt druk gebruikt door de onderwereld van Brussel en Luik, zo heeft de Gazet van Antwerpen donderdag onthuld.

De computer, pronkstuk van de strak opgezette militaire Rijkswacht die in Belgie erg onpopulair is, wordt door de onderwereld van valse gegevens voorzien. Er worden belastende gegevens uitgehaald en ook kunnen misdadigers te weten komen wat de Rijkswacht over hun duistere zaken nu wel weet en wat niet.

De Gazet van Antwerpen suggereert dat er veel geld mee is gemoeid om toegang tot de computer te krijgen. Het blad signaleert een geval van een adjudant van de Rijkswacht die gegevens verstrekt zou hebben over op handen zijnde invallen in "sauna-instellingen". De Generale staf van de Rijkswacht in Brussel wenste geen commentaar te geven op het artikel.

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

13

Re: Rijkswacht

In de periode van de overvallen van de Bende van Nijvel gingen rijkswachtpatrouilles nooit zonder uzi op pad. Wim De Ridder is jarenlang rijkswachter geweest: "Naast ons handvuurwapen hadden we een uzi in de combi liggen voor het geval we geconfronteerd werden met zwaar banditisme. In de periode van de overvallen van de Bende van Nijvel gingen we nooit zonder uzi op patrouille. Het is een halfautomatisch wapen, maar daarom niet minder dodelijk dan een volautomatisch geweer”, zegt de gewezen gendarm. "In het wapen kon een lader worden gestoken met 20 tot 40 kogels. (...)"

Bron » www.gva.be

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

Re: Rijkswacht

Ook tegenwoordig bestaan er nog steeds bijzondere patrouilles die routineus worden uitgerust met een machinepistool, tegenwoordig is dat een Steyr of HK MP5

Servo per Amikeco

Re: Rijkswacht

Anderzijds heeft één van de leden van de militaire veiligheid in de periode 1985-1988 een aantal verslagen opgesteld over personen, en met name (ex-)rijkswachters, die op de een of andere manier van doen zouden kunnen hebben met de Bende van Nijvel, althans met de overvallen te Aalst en te Temse.

Van de verslagen waarop hier wordt gedoeld, zijn er in dit verband drie werkelijk van belang. Het eerste verslag dateert van 10 augustus 1987. In dit verslag werd er gewezen op het feit dat een belangrijk iemand uit het extreem-rechtse milieu (X) die mogelijks ook was betrokken bij diverse vormen van zware criminaliteit, goede relaties onderhield met enkele (ex-)rijkswachters, op diverse niveaus: rijkswachter, brigadecommandant en dirigerend officier. Zijn relaties met hen waren zo goed dat hij – naar werd aangenomen – "door de rijkswacht" werd getipt over een belangrijke huiszoeking, met als gevolg dat de wapens waarnaar men op zoek was, niet meer werden aangetroffen.

Het tweede verslag dateert van 14 september 1987 en vormt een samenvatting van "enkele gegevens betreffende sommige leden van de rijkswacht en enkele persoonlijke bedenkingen nopens gegevens" die reeds aan de orde werden gesteld in voorgaande verslagen. In dit verslag werden allereerst nog eens nadrukkelijk de goede connecties tussen X en diverse officieren van de rijkswacht onderstreept. Ten bewijze hiervan werd aangevoerd dat een rijkswachter op een gegeven moment van een officier te horen kreeg dat hij X "met rust" moest laten, dat deze X in het gezelschap van rijkswachtofficieren aanwezig was op een bepaalde plechtigheid, en dat X samen met officieren van het korps een drugtransactie had gefingeerd om een wapentransactie ongehinderd te kunnen laten doorgaan.

Anderzijds werd nu gesteld dat in de rijkswacht het gerucht ging dat de zo-even genoemde tip over een huiszoeking afkomstig was van de gerechtelijke politie. Verder werd in dit verslag veel aandacht geschonken aan de bewering van iemand dat X deel zou uitmaken van "een club van ongeveer 12 rijkswachtofficieren" (waar van er 6 met naam en rang werden genoemd) die "een politie binnen de politie of een staat binnen de staat" zouden vormen. Deze officieren zouden voor bepaalde zaken beroep doen op de medewerking van enkele onderofficieren van het korps.

Het derde verslag – van 26 januari 1988 – handelde voor een groot deel ver één van die onderofficieren. Een "medewerker" van de rapporteur verdacht een bepaalde ex-rijkswachter er namelijk van "om medegewerkt te hebben aan de organisatie van één of meerdere aanslagen van de Bende van Nijvel".Deze persoon had op het einde van de jaren 1970 gewerkt op de generale staf van de rijkswacht en hield zich daar enkel bezig met politieke activiteiten van personen of groeperingen in België. Hij zou ook toen al hebben gewerkt voor een buitenlandse inlichtingendienst. Het probleem met deze verslagen wordt door degene die ze heeft opgesteld, goed aangegeven in het derde verslag: het gaat om de verdenking van een tipgever.

Welke waarde kan echter aan diens uitlatingen worden gehecht? Hoe betrouwbaar is deze tipgever? Hoe betrouwbaar is zijn informatie? De rapporteur geeft hieromtrent geen enkele indicatie. Mede hierom is het van groot belang om te wijzen op een interne nota-wisseling uit juni 1986 over de kandidatuur van een bepaalde rijkswachter voor de militaire veiligheid. In een van de bedoelde nota's werd opnieuw gesteld dat X: "verschillende vrienden in politie- en rijkswachtmiddens" telde die hij had bekomen "door hen allerlei gunsten te verlenen (verkoop van auto's aan uitzonderlijke voorwaarden, ter beschikking stellen van vrouwen, verhandeling van wapens, enzovoort, hij kan alles bezorgen). Onder zijn gekende vrienden bij de rijkswacht noteren we buiten (adjudant A, CF/ RV),kolonel (B,CF / RV), generaal (G, CF/ RV), kolonel (D, CF/ RV)(deze laatste had een verhouding met zijn dochter gedurende een zestal maanden). Door het leveren van al die gunsten heeft X (CF/ RV)al deze personen onder dwang staan indien nodig." Iemand uit de leiding van de militaire veiligheid tekende hierbij echter het volgende aan:

"b.Zekere verificaties zouden misschien nuttig zijn vooral om mij een idee te geven van de waarde die ik aan deze inlichting kan hechten (Eén. bron? Meerdere bronnen? Vermoedens gebaseerd op?).
c. Géén akties “extra muras” (onderzoek noch bewaking) starten alvorens er mij over gesproken te hebben."

Het antwoord op deze vragen bestond enerzijds uit een herhaling en aanvulling van de eerdere beweringen, en anderzijds uit de mededeling dat de rapporteur in kwestie (nemen wij aan) "reeds geruime tijd (±2 jaar)vastgesteld dat (CF/ RV) nauwe kontakten heeft met politionele kringen". Hoe hij dat heeft vastgesteld, wordt echter niet gezegd.

Het is hierom dat men maar moeilijk kan inschatten wat men moet denken van het algemene rapport dat het betrokken lid van de militaire veiligheid in februari 1997 heeft opgesteld over de "verslagen,persoonlijke nota's en herinneringen rond gebeurtenissen, die kaderen in de aanslagen van de zogenaamde bende van Nijvel", Temeer omdat in de inleiding van dit verslag X wordt opgevoerd als de voornaamste bron van zijn inlichtingen, onder de toevoeging dat "sommige inlichtingen werden bevestigd door andere bronnen, andere weer niet". Want in de tekst zelf wordt dit onderscheid namelijk niet, of toch niet systematisch aangehouden. Overigens geeft de rapporteur zelf ook te kennen dat zijn informant een gevaarlijk man was. Hij is er immers "stellig van overtuigd dat X mij niet alles vertelde omdat hij ook gepoogd heeft om mij te gebruiken en te compromitteren.

Dit gezegd zijnde, kan er ten eerste op worden gewezen dat in dit rapport opnieuw de voorvallen en relaties worden beschreven die hiervoor ook al werden aangehaald. Ten tweede wordt nog eens melding gemaakt van de bewering van "een beruchte figuur" in rechts-extremistische kringen dat er in 1985-1986 in deze kringen werd gedacht aan de uitvoering van een staatsgreep die al jaren voordien was gepland, onder meer door "verscheidene rijkswacht- en legerofficieren." Of deze rijkswachtofficieren behoorden tot de (latere) "groep van 12" is een vraag waarop niet wordt ingegaan. Wel wordt verder zonder enig voorbehoud gesuggereerd dat de rijkswacht op vrijdag 11 september 1987 alsnog een staatsgreep wilde plegen.

Betrokkene had dit vernomen van een informant en hij had diens berichten hieromtrent zo serieus genomen dat hij "toen onmiddellijk de HC (had) verwittigd en hem gevraagd de militaire overheid te verwittigen." En de rapporteur zag zich in zijn mening enerzijds gesterkt door het feit dat deze HC later, in een gesprek met een hoofdcommissaris van gerechtelijke politie, had gezegd dat het nu wel gedaan zou zijn met die staatsgreep, en anderzijds door het feit dat enkele jaren nadien iemand anders hem had bevestigd "dat alle rijkswachters op 11 september 1987 inderdaad op één uur préadvies stonden, maar dat het personeel absoluut niet wist waarom."

Van enige verificatie van deze beweringen door het betrokken lid van de militaire veiligheid is volgens de stukken geen sprake geweest. Ten derde wordt deze keer nadrukkelijk een relatie gelegd tussen de "groep van 12" en de (ex-)rijkswachter die er door een informant van werd verdacht te hebben meegewerkt aan de organisatie van één of meerdere aanslagen van de Bende van Nijvel. Typisch is alleen dat er ditmaal niet bij gezegd wordt dat deze verdachtmaking enkel was gebaseerd op de uitlatingen van één enkele (niet nader omschreven) informant. Voorts wordt nog eens onderstreept dat de bedoelde groep "regelmatig clandestien vergaderde in een privé-club in de buurt van (...) te Brussel".

Bron: 2de Bendecommissie - bijlage 4

Re: Rijkswacht

Uit Het Nieuwsblad van het Noorden van 15.11.1985:

http://nsm08.casimages.com/img/2015/01/13//15011310341414738712873589.jpg

Re: Rijkswacht

Citaten uit boek "Flik geflikt": voor de 2de wereldoorlog waren er 8387 RW's, kort daarna al 12.248. Na de oorlog leek het communisme het grootste gevaar te zijn. In 1919 was GPP (Gerechtelijke Politie bij de Parketten) door Justitie opgericht en in 1947 werd de BOB opgericht door de Rijkswacht (Defensie). De BOB hield zich in de jaren na WOII bezig met politiek geladen materies en kwam de dossiers inkijken (sic) bij GPP over verdachte of subversieve burgers (zoals communisten of leden van Volksunie).

Begin jaren zeventig kwam aan het licht dat een rijkswachtdetachement op het commissariaat-generaal jarenlang dossiers kwam "stelen", ze kopieerden en versluisden naar het CBO. Ik (= Guido De Ville) kwam ooit, toevallig in het bezit van een uiterst geheim rapport van rijkswachtofficier Rubens (dd. 21.03.1971); hij was één van de infiltranten op het commissariaat-generaal en beschreef het hele opzet als volgt: terwijl ze samenwerkten om de nationale en internationale documentatie te exploiteren, slaagden ze erin een Trojaans paard binnen te brengen in de burcht van de Gerechtelijke Politie. De Rijkswacht heeft er een gigantische informatiebron gevonden. In 1974 ambieerde de Generale Staf van de Rijkswacht een getalsterkte van 20.000 rijkswachters...

Re: Rijkswacht

Nog wat citaten uit Flik geflikt van Guido De Ville: één van de eerste aanslagen van de Bende van Nijvel was de brutale diefstal van kogelvrije vesten in Temse, vesten voorzien ten behoeve van de Rijkswacht. Niemand kon van het bestaan van die vesten afweten, behalve de Rijkswachttop. Dat kon een overweging zijn om dit korps op afstand te houden ivm het onderzoeksteam rond de Bende van Nijvel, maar op alle niveau's werkte de BOB zich binnen en domineerde mee het onderzoek. Uit een interview met Frans Reyniers (toen hoofdcommissaris bij GPP): "ik weet wie er achter zat; het waren geen bandieten, het waren BOB'ers en hun motief was pure extreemrechtse ideologie".

Re: Rijkswacht

Merovinger wrote:

Nu kunnen wij allemaal deze bijzonder interessante thesis lezen.

the end, via deze link is de thesis ontoegankelijk. Heb je er soms een andere? Of zou je me de pdf door kunnen sturen?

Re: Rijkswacht

Walter De Smedt, voormalig onderzoeksrechter en gewezen raadslid van de comités P en I, ontdekte in 1988 dat de rijkswacht beschikte over een eigen geheime inlichtingendienst, de Gerechtelijke Informatie Dienst (GID). Uit zijn opiniestuk over het dossier Dutroux:

(...) De zoektocht naar de waarheid, naar een antwoord op de vraag waarom de kinderen niet vroeger konden gevonden worden, kende een hoogtepunt toen commissievoorzitter Verwilghen onderzoeksrechter Martine Doutrèwe confronteerde met de rijkswachters die het onderzoek hadden uitgevoerd. De onderzoeksrechter bleef erbij dat zij niet in kennis was gesteld van de operaties Othello en Décimes, de door de Rijkswacht uitgevoerde observatie van Dutroux. De rijkswachters bleven beweren dat zij wél alles ter kennis hadden gebracht. Deze tegenspraak bracht de commissievoorzitter er toe vast te stellen dat één van hen niet de waarheid sprak.

(...) Het parlementair onderzoek werd voorafgegaan door een onderzoek door twee procureurs-generaal. Die wezen in hun verslag op het bestaan van geheime rijkswachtdocumenten. Daarop vroeg justitieminister De Clerck aan het Vast Comité P een advies te geven over wat met die geheime documenten kon gebeuren. Het comité gaf geen antwoord op die precieze vraag, maar startte een eigen onderzoek over de wijze waarop het gerechtelijk onderzoek was gevoerd. Dat had een boze brief van minister De Clerck tot gevolg. Hij merkte op dat het comité niet bevoegd was om de werking van het gerecht te onderzoeken, dat hij dat ook niet had gevraagd, en hij nam akte van het feit dat het comité ongevraagd zijn eigen onderzoek was begonnen.

Drie leden van het comité ondervroegen de in het gerechtelijk onderzoek betrokken politieambtenaren, stelden daarover processen-verbaal op, hielden daarover meerdere vergaderingen en stelden daarop een verslag op dat aan het parlement werd overgemaakt. Zij brachten ook aan een gemengde parlementaire commissie mondeling verslag uit. In het schriftelijk verslag werd gesteld dat de rijkswacht alles schriftelijk en mondeling aan de onderzoeksrechter ter kennis had gebracht zodat er geen sprake was van een parallel rijkswachtonderzoek. In de mondelinge voorstelling werd alle schuld bij de onderzoeksrechter gelegd en werd beweerd dat deze haar onderzoek in plan had gelaten om op verlof te gaan.

Blijkbaar was er twijfel over de waarde van dit verslag, want het parlement besloot daarop het gehele onderzoek nogmaals over te doen.

De waarheid

De wijze waarop het Vast Comité P het onderzoek voerde, leidde binnen het comité tot ernstige aanvaringen. Voorzitter Troch had het onderzoek aan twee leden, gewezen politieambtenaren, gegeven en besliste dat comité-lid De Smedt er niet mocht in tussenkomen en hij er zelfs geen kennis van mocht nemen. Daar was een reden voor. Als onderzoeksrechter in Antwerpen had dit lid [Walter De Smedt] in 1988 reeds een omvangrijk onderzoek gevoerd naar de nieuwe werkwijze van de rijkswacht en daarbij had hij ontdekt dat de rijkswacht een eigen, geheime inlichtingendienst had opgericht, de Gerechtelijke Informatie Dienst.

Het onderzoek bewees dat deze dienst niet alleen inlichtingen verzamelde, maar ook werkelijke operaties deed waarbij huiszoekingen, inbeslagnames en zelfs aanhoudingen gebeurden. Om het bestaan van de geheime dienst en de toegepaste methoden voor de onderzoeksrechter af te schermen, werden de processen-verbaal vervalst. Het in de operatie ‘Antwerp Tower’ aanvankelijk opgestelde proces-verbaal vermeldde acht rijkswachters waarvan er geen enkele bij de operatie aanwezig was. Wie wel de operatie had gedaan, de chef van de GID en Duitse politieambtenaren van het Mobiel Einsatz kommando, werden er niet in vermeld.

Bij een huiszoeking op de generale staf van de rijkswacht werden ook documenten aangetroffen die bewezen dat alles vanuit Het Centraal Bureau voor Opsporingen van de rijkswacht werd gecoördineerd en geleid.

Dat de operaties Othello en Décimes soortgelijke operaties van de door het Centraal Bureau voor Opsporingen geleide Gerechtelijke Informatie Dienst konden zijn en wegens het geheime karakter ervan ook onderzoeksrechter Doutrèwe er buiten gelaten werd, was voor voorzitter en gewezen onderzoeksrechter Troch geen optie. (...)

Bron: www.apache.be | 23 augustus 2016