Topic: Dirk Ykelenstam

Het archief van zakenadvocaat Alfons Puelinckx dat in 1995 bij een huiszoeking ontdekt werd, levert een schat aan informatie over de smeergeldoperaties van de internationale wapenhandelaar Dirk Ykelenstam. Maar de aanwijzingen over de rol van ‘godfather’ Vanden Boeynants die erin opduiken, zijn nooit verder onderzocht. [...] Puelinckx had zorgvuldig het archief bewaard van Dirk Ykelenstam, een internationale wapenhandelaar van Nederlandse afkomst die vooral in de Arabische wereld actief was. [...] Ykelenstam, die 39 jaar oud werd, overleed op 19 december 1981 in Brussel. [...] via Ykelenstam kwam de Brusselse advocaat in contact met zowat alle hoofdrolspelers in het Agusta/Dassault-schandaal en werd hij zelf medeplichtig aan illegale omkooppraktijken.

Daarvoor werd Puelinckx eind 1998 trouwens veroordeeld door het Hof van Cassatie. [...] “Ykelenstam was toen 29 jaar, hij had universitaire studies gedaan en was internationaal vice-president van Sheraton-ITT International. Hij had alle Sheraton-hotels in het Midden-Oosten gebouwd en kende de grote politieke en zakelijke milieus ginder.” De Amerikaanse multinational ITT onderhield in die periode uitstekende contacten met de CIA, de Amerikaanse geheime dienst. [...]

Nogal verontrustend waren de codes “father in law” (schoonvader), waarmee een zekere “Pol” werd aangeduid, “son in law” (schoonzoon), de schuilnaam van ene “Ph.Ch.”. Commissaris Michel Sacotte van het Hoog Comité van Toezicht analyseerde het archief van Ykelenstam en kwam in zijn proces-verbaal van 5 januari 1996 tot ondubbelzinnige conclusies: “Son in law, alias Ph.Ch.”, schreef Sacotte, “kan duidelijk geïdentificeerd worden als Philippe Chauveau. Rekening houdend met het voorgaande kunnen verschillende elementen ertoe bijdragen de toenmalige Belgische minister van Landsverdediging Paul Vanden Boeynants te identificeren als de ‘father in law’.”

De stelling van Sacotte werd ondersteund door talrijke aanwijzingen. Er was niet alleen de voornaam ‘Pol’, maar ook de keuze van de codes die overeenstemden met de bestaande familierelatie tussen VDB en Chauveau, de ene is immers de schoonvader van de andere. De Franse zakenman Chauveau trouwde in 1969 met Monique Vanden Boeynants, een dochter van de politicus. Bijkomende bewijzen vond Sacotte in een reeks documenten uit het Ykelenstam-archief die rechtstreeks verwezen naar VdB. [...]

Onderzoek van de telefoonrekeningen van de Brusselse advocaat had immers aangetoond dat Chauveau voortdurend in contact stond met Puelinckx, ook na de eerste huiszoeking en de ondervragingen van de advocaat door het gerecht in het kader van het Agusta/Dassault-onderzoek. [...] Aan de hand van de gevonden documenten konden de speurders ook de andere partners van Ykelenstam identificeren. Tot deze selecte club behoorde Mamoun Kassab Bashi, de zakenman van Syrische afkomst die na het overlijden van Ykelenstam de leiding over het netwerk overnam.

"Ik heb Bashi leren kennen via Ykelenstam", verklaarde Puelinckx aan het gerecht. "Dat gebeurde in een klein restaurant bij de Zavel, in 1979 of 1980. Hij heeft me Bashi voorgesteld als zijnde een zakenman die goede connecties had in Saoedi-Arabië en in de Verenigde Arabische Emiraten. Bashi kende daar inderdaad iedereen." In 1989 vroeg en kreeg Puelinckx van Bashi toestemming om diens Panamese nepfirma Kasma Overseas en de Zwitserse Kater- en Kattin-rekeningen te gebruiken om het smeergeld van Agusta en Dassault naar de Belgische socialistische partijen te versassen. De Syriër werd voor zijn aandeel in de omkopingszaak gedagvaard door het Hof van Cassatie, maar overleed kort voor de start van het Agusta-proces bij een verkeersongeval in Genève. [...]

Een ander lid van de groep rond Ykelenstam was Saaed Sultan Ali Darmaki, de intussen eveneens overleden minister van Protocol van de Verenigde Arabische Emiraten. Ykelenstam en zijn partners beschikten over een cluster van Belgische en buitenlandse vennootschappen, overwegend brievenbusfirma's in belastingparadijzen. Ze hadden ook anonieme bankrekeningen in Zwitserland en andere offshorelanden.

De hele structuur was speciaal ontworpen voor het discreet ontvangen en doorsluizen van smeergelden. [...] De associatie diende vooral als tussenpersoon bij de verkoop van wapentuig aan landen in het Midden-Oosten en Afrika, en in omgekeerde richting voor de verkoop van petroleum aan Europa en de VS. In de jaren tachtig had de groep herhaaldelijk zijn diensten verleend, mits betaling van commissies, aan de firma’s Dassault en Agusta.

Voor die transacties werkte de groep-Ykelenstam samen met dezelfde personen die later de smeergeldconstructies voor de SP en de PS zouden organiseren, zoals bijvoorbeeld Agusta-directeur Enrico Guerra en de Zwitserse bankier Hans Doswald van ABN-Amro in Zürich. [...] Waarom zou de Belgische politicus Vanden Boeynants in hemelsnaam commissies ontvangen op wapenverkopen van Franse en Italiaanse bedrijven aan landen in het Midden-Oosten, contracten waarmee hij op het eerste gezicht niets te maken had? Ook op deze vraag verschafte het archief van Ykelenstam een antwoord. VDB leverde immers cruciale informatie aan het Ykelenstam-netwerk. Sacotte noteerde dat “talrijke in het Ykelenstam-archief gevonden conversation notes (nota's van gesprekken) verwijzen naar informatie die ontvangen werd van een bron die Godfather werd genoemd”. [...]

In één van zijn handgeschreven nota’s verwees Ykelenstam zelfs naar zijn "speciale relatie" met VDB. "De commissies liggen tegenwoordiger veel lager", stond in in die nota van januari 1980. “Door mijn speciale relatie met Vanden Boeynants is hij bereid iets met mij te doen.” Die speciale relatie had blijkbaar alles te maken met smeergelden voor wapentransacties. [...] Maar het belangrijkste onderwerp van de brief was een poging van Ykelenstam om de Italiaanse firma Oto Melare naar voor te schuiven als mogelijke leverancier van meer dan duizend M 113-pantservoertuigen voor het Belgische leger, een zeer omstreden legeraankoop die uiteindelijk door VDB aan de firma ASCO van Roger Boas werd gegund.

Oto Melare was, net als helikopterconstructeur Agusta, een dochterbedrijf van de Italiaanse overheidsholding EFIM. [...] Ykelenstam kon in zijn brief melden dat hij over dit onderwerp diezelfde ochtend een lang gesprek had gehad met kolonel Jacques Lefebvre, de toenmalige kabinetschef van VDB. (Lefebvre pleegde later zelfmoord, toen zijn naam opdook in het smeergeldonderzoek rond Agusta en Dassault.) De Nederlander bleek goed op de hoogte van de gevoeligheden en hield terdege rekening met de speciale voorkeur van de defensieminister voor de firma Asco. [...]

Meer » tueriesdubrabant.winnerbb.com | www.apache.be

De waarheid schaadt nooit een zaak die rechtvaardig is.

2

Re: Dirk Ykelenstam

Hieronder het volledige artikel:

Appels voor de godfather

Het archief van zakenadvocaat Alfons Puelinckx dat in 1995 bij een huiszoeking ontdekt werd, levert een schat aan informatie over de smeergeldoperaties van de internationale wapenhandelaar Dirk Ykelenstam. Maar de aanwijzingen over de rol van ‘godfather’ Vanden Boeynants die erin opduiken, zijn nooit verder onderzocht.

Wapenhandel is van nature een geheimzinnige branche. Door een speling van het lot  kan het gebeuren dat er onverwacht toch een lichtstraaltje valt op praktijken die per definitie in volstrekte duisternis plaatsvinden. Op zo’n moment wordt de gewone sterveling een blik gegund in een onbekend en bevreemdend universum. Een dergelijk gelukkig toeval deed zich voor op 12 september 1995, tijdens een huiszoeking in het kantoor van de Brusselse zakenadvocaat Alfons Puelinckx.

Extravagante grillen

Puelinckx had zorgvuldig het archief bewaard van Dirk Ykelenstam, een internationale wapenhandelaar van Nederlandse afkomst die vooral in de Arabische wereld actief was. Als Puelinckx over Ykelenstam begon te praten, verschenen er pretlichtjes in de ogen van de doorgaans kille en berekende zakenadvocaat. “Ykelenstam leidde een spectaculair leven”, vertelde Puelinckx, “hij leefde aan tweehonderd kilometer per uur, zijn kaars brandde langs twee kanten tegelijk. Geen wonder dat hij zo jong gestorven is.” Ykelenstam, die 39 jaar oud werd, overleed op 19 december 1981 in Brussel.

De advocaat kon boeiende verhalen vertellen over uitstapjes met privévliegtuigen, ontmoetingen met wondermooie vrouwen, de extravagante grillen van Ykelenstam, kortom over de glamour en glitter van de internationale jetset, het fabelachtige sprookje van duizend-en-één-nacht waarvan Puelinckx via zijn vriendschap met Ykelenstam heeft mogen proeven. Maar die vriendschap lag ook mee aan de basis van zijn ondergang, want via Ykelenstam kwam de Brusselse advocaat in contact met zowat alle hoofdrolspelers in het Agusta/Dassault-schandaal en werd hij zelf medeplichtig aan illegale omkooppraktijken. Daarvoor werd Puelinckx eind 1998 trouwens veroordeeld door het Hof van Cassatie.

Begaafde zakenman

Puelinckx had Ykelenstam in 1970 leren kennen via Paribas-bankier Eric Swaelen, een broer van Frank Swaelen, CVP-politicus, voormalig minister van Defensie en gewezen senaatsvoorzitter. Het was de vroegere topman van Paribas, wijlen Maurits Naessens, die Ykelenstam had geïntroduceerd bij Swaelen. “Naessens meende dat Ykelenstam de meest begaafde zakenman was die hij ooit had ontmoet”, verklaarde Puelinckx aan het gerecht. “Ykelenstam was toen 29 jaar, hij had universitaire studies gedaan en was internationaal vice-president van Sheraton-ITT International. Hij had alle Sheraton-hotels in het Midden-Oosten gebouwd en kende de grote politieke en zakelijke milieus ginder.” De Amerikaanse multinational ITT onderhield in die periode uitstekende contacten met de CIA, de Amerikaanse geheime dienst.

“Er was een geschil gerezen tussen zijn werkgever en Ykelenstam”, verklaarde Puelinckx, “en het is omwille van dat geschil dat zijn bankier van Paribas hem naar mij heeft gestuurd. Ik heb dat probleem met een minnelijke schikking kunnen oplossen. Ykelenstam had een diepe indruk op mij gemaakt en ik zag in hem een mogelijkheid om naam te maken in het Midden-Oosten, waar hij iedereen kende. Hij was ook getrouwd met een Arabische, wat hem introducties opleverde die andere Westerlingen niet zouden gekregen hebben. Ik werd zijn juridische raadgever, ik stelde zijn contracten op, iets wat me ongemeen boeide omwille van het verschil in mentaliteit en de noodzaak om het koraniek recht, de sharia, te bestuderen. Het klopt dat Ykelenstam zich bezighield met wapenopdrachten en het is ook juist dat dit zeker niet zijn enige activiteit was. Ik wil nog onderlijnen dat Ykelenstam zeer discreet was over zijn zaken en me alleen raadpleegde wanneer hij een ernstig probleem had.”

Codelijst

Het door Puelinckx bewaarde archief bleek een goudmijn. De speurders van het Hoog Comité van Toezicht, de toenmalige anticorruptiedienst, ontdekten een schat aan informatie over de occulte transacties van Ykelenstam. Tussen zijn nagelaten papieren vonden de speurders bijvoorbeeld een netjes getypte lijst van geheime codes die door Ykelenstam en zijn partners in de wapenhandel werden gebruikt.

“Blockmachines” bleek het codewoord te zijn voor Hughes-helikopters die onder licentie door Agusta werden gemaakt in Italië en “small paller” betekende een helikopter Agusta Bell 212. Pantservoertuigen van het type OF 40 werden volgens de lijst aangeduid als “big batching plants” en gevechtsvliegtuigen Mirage en Alfa Jet van Dassault kregen de codenaam “gammas”. Met “screws” werd dan weer in Nederland vervaardigde munitie bedoeld. De Belgische munitiefabrikant PRB, toen nog een onderdeel van de Generale Maatschappij, had de schuilnaam “telexmachine” . “Apples” stond voor Amerikaanse dollars, “chicken” voor Britse ponden, “pears” voor Duitse marken en “grapes” voor Franse franken. Elke letter van het alfabet kon volgens de lijst worden vervangen door een welbepaalde andere letter, wat ingewijden in staat stelde om onder elkaar volledig in geheimschrift opgestelde boodschappen uit te wisselen.

Schoonvader en schoonzoon

Nogal verontrustend waren de codes “father in law” (schoonvader), waarmee een zekere “Pol” werd aangeduid, “son in law” (schoonzoon), de schuilnaam van ene  “Ph.Ch.”. Commissaris Michel Sacotte van het Hoog Comité van Toezicht analyseerde het archief van Ykelenstam en kwam in zijn proces-verbaal van 5 januari 1996 tot ondubbelzinnige conclusies: “Son in  law, alias Ph.Ch.”, schreef Sacotte, “kan duidelijk geïdentificeerd worden als Philippe Chauveau. Rekening houdend met het voorgaande kunnen verschillende elementen ertoe bijdragen de toenmalige Belgische minister van Landsverdediging Paul Vanden Boeynants te identificeren als de ‘father in law’.” De stelling van Sacotte werd ondersteund door talrijke aanwijzingen. Er was niet alleen de voornaam ‘Pol’, maar ook de keuze van de codes die overeenstemden met de bestaande familierelatie tussen VDB en Chauveau, de ene is immers de schoonvader van de andere. De Franse zakenman Chauveau trouwde in 1969 met Monique Vanden Boeynants, een dochter van de politicus. Bijkomende bewijzen vond Sacotte in een reeks documenten uit het Ykelenstam-archief die rechtstreeks verwezen naar VdB.

Desgevraagd hield Puelinckx zich van de domme. “Ik heb mij ook wel afgevraagd wie die personen zijn”, verklaarde hij aan het Hoog Comité van Toezicht. “Onderzoeksrechter Prignon (die Puelinckx eerder over hetzelfde onderwerp aan de tand had gevoeld, GT) heeft gezegd dat hij daar persoonlijk een aantal ideeën over had, die me aan het denken hebben gezet, maar ik kan u niet bevestigen wie de personen zijn die achter die codes schuilgaan. U noemt mij de naam van Chauveau. Ik heb hem via mijn associé-adocaat De Scheemaecker leren kennen, die hem aan mij had voorgesteld als een uitstekend fiscaal expert. Ik heb nooit enig contact gehad met Chauveau of zijn schoonvader over de zaken van Ykelenstam.” Er waren redenen om te geloven dat Puelinckx hier een loopje nam met de waarheid. Onderzoek van de telefoonrekeningen van de Brusselse advocaat had immers aangetoond dat Chauveau voortdurend in contact stond met Puelinckx, ook na de eerste huiszoeking en de ondervragingen van de advocaat door het gerecht in het kader van het Agusta/Dassault-onderzoek.

Nepfirma’s

Aan de hand van de gevonden documenten konden de speurders ook de andere partners van Ykelenstam identificeren. Tot deze selecte club behoorde Mamoun Kassab Bashi, de zakenman van Syrische afkomst die na het overlijden van Ykelenstam de leiding over het netwerk overnam. “Ik heb Bashi leren kennen via Ykelenstam”, verklaarde Puelinckx aan het gerecht. “Dat gebeurde in een klein restaurant bij de Zavel, in 1979 of 1980. Hij heeft me Bashi voorgesteld als zijnde een zakenman die goede connecties had in Saoedi-Arabië en in de Verenigde Arabische Emiraten. Bashi kende daar inderdaad iedereen.”  In 1989 vroeg en kreeg Puelinckx van Bashi toestemming om diens Panamese nepfirma Kasma Overseas en de Zwitserse Kater- en Kattin-rekeningen te gebruiken om het smeergeld van Agusta en Dassault naar de Belgische socialistische partijen te versassen. De Syriër werd voor zijn aandeel in de omkopingszaak gedagvaard door het Hof van Cassatie, maar overleed kort voor de start van het Agusta-proces bij een verkeersongeval in Genève.

Een ander lid van de groep rond Ykelenstam was Saaed Sultan Ali Darmaki, de intussen eveneens overleden minister van Protocol van de Verenigde Arabische Emiraten. Ykelenstam en zijn partners beschikten over een cluster van Belgische en buitenlandse vennootschappen, overwegend brievenbusfirma’s in belastingparadijzen. Ze hadden ook anonieme bankrekeningen in Zwitserland en andere offshorelanden. De hele structuur was speciaal ontworpen voor het discreet ontvangen en doorsluizen van smeergelden.

De associatie diende vooral als tussenpersoon bij de verkoop van wapentuig aan landen in het Midden-Oosten en Afrika, en in omgekeerde richting voor de verkoop van petroleum aan Europa en de VS. In de jaren tachtig had de groep herhaaldelijk zijn diensten verleend, mits betaling van commissies, aan de firma’s Dassault en Agusta. Voor die transacties werkte de groep-Ykelenstam samen met dezelfde personen die later de smeergeldconstructies voor de SP en de PS zouden organiseren, zoals bijvoorbeeld Agusta-directeur Enrico Guerra en de Zwitserse bankier Hans Doswald van ABN-Amro in Zürich.

Dollars voor VDB

Commissaris Sacotte verwees in zijn eerder genoemd proces-verbaal naar een klasseermap met de titel ‘Darmaki-Ykelenstam’, waarin een visitekaartje van de voorzitter van de PSC werd ontdekt. In handschrift stond op het kaartje de vermelding “Alpha Jet” , een vliegtuigtype van de Franse groep Dassault, en een berekening die sterk leek op een verdeling van commissies. Sacotte merkte op dat Vanden Boeynants van eind 1979, na zijn ontslag als minister van Defensie, tot eind 1981 voorzitter is geweest van de PSC.

Een ander handgeschreven document toonde de verdeling van commissies die Agusta en Dassault moesten betalen aan Darmaki-Ykelenstam Joint Venture, één van de brievenbusfirma’s van de groep. “Wat de door Dassault verschuldigde commissies betreft”, noteerde Sacotte, “stellen we vast dat op een commissie van 665.000 dollar (650.000 euro) die aan Darmaki-Ykelenstam verschuldigd is, deze laatste 250.000 dollar (240.000 euro) aan VDB zal teruggeven.”

Godfather

Waarom zou de Belgische politicus Vanden Boeynants in hemelsnaam commissies ontvangen op wapenverkopen van Franse en Italiaanse bedrijven aan landen in het Midden-Oosten, contracten waarmee hij op het eerste gezicht niets te maken had? Ook op deze vraag verschafte het archief van Ykelenstam een antwoord. VDB leverde immers cruciale informatie aan het Ykelenstam-netwerk. Sacotte noteerde dat “talrijke in het Ykelenstam-archief gevonden conversation notes  (nota’s van gesprekken) verwijzen naar informatie die ontvangen werd van een bron die Godfather werd genoemd”.

De commissaris citeerde twee dergelijke nota’s “die melding maken van inlichtingen die afkomstig zijn van Godfather, over gesprekken met de Franse president Valéry Giscard d’Estaing en sjeik Zahid, president van de Verenigde Arabische Emiraten, waarvan het verloop zeer gunstig was om het Gamma-project (de codenaam voor de verkoop van Alpha Jets aan Abu Dhabi, GT) concreet vorm te geven.” Elke nieuwe bestelling in het orderboekje had per slot van rekening ook gunstige gevolgen voor Sabca, de Belgische dochteronderneming van de Franse groep Dassault.

Speciale relatie

In één van zijn handgeschreven nota’s verwees Ykelenstam zelfs naar zijn “speciale relatie”  met VDB. “De commissies liggen tegenwoordiger veel lager”, stond in in die nota van januari 1980. “Door mijn speciale relatie met Vanden Boeynants is hij bereid iets met mij te doen.” Die speciale relatie had blijkbaar alles te maken met smeergelden voor  wapentransacties. Dat blijkt ook uit een brief die Ykelenstam op 4 april 1979 naar minister van Defensie Vanden Boeynants verstuurde.

“In de eerste plaats wil ik u bedanken voor de ontvangst die u aan sjeik Butti Maktoum Juma Al Maktoum hebt bereid”, schreef Ykelenstam. Sjeik Maktoum was de topman van de militaire veiligheidsdienst in Dubai en kreeg een officiële ontvangst door minister Vanden Boeynants, zoals uit de brief blijkt, en dit op vraag van de Nederlandse lobbyist. “Sjeik Maktoum was ten zeerste onder de indruk van zijn bezoek aan België”, ging Ykelenstam verder, “met name van zijn persoonlijk gesprek met u, alsmede zijn bezoek aan Leopoldsburg en de lunch waarvoor u hem, alsmede een aantal Belgische industriëlen, had uitgenodigd op uw ministerie.” In één adem verwees Ykelenstam naar “de hulp die uw ministerie heeft verleend in het vroege stadium voor de zaak Dubai “. Wat de zaak Dubai precies inhield, werd niet uitgelegd in de brief maar allicht ging het om de verkoop van Dassault-vliegtuigen aan Dubai, één van de deelstaten van de Verenigde Arabische Emiraten.

Maar het belangrijkste onderwerp van de brief was een poging van Ykelenstam om de Italiaanse firma Oto Melare naar voor te schuiven als mogelijke leverancier van meer dan duizend M 113-pantservoertuigen voor het Belgische leger, een zeer omstreden legeraankoop die uiteindelijk door VDB aan de firma Asco van Roger Boas werd gegund. Oto Melare was, net als helikopterconstructeur Agusta, een dochterbedrijf van de Italiaanse overheidsholding EFIM.

Ykelenstam kon in zijn brief melden dat hij over dit onderwerp diezelfde ochtend een lang gesprek had gehad met kolonel Jacques Lefebvre, de toenmalige kabinetschef van VDB. (Lefebvre pleegde later zelfmoord, toen zijn naam opdook in het smeergeldonderzoek rond Agusta en Dassault.) De Nederlander bleek goed op de hoogte van de gevoeligheden en hield terdege rekening met de speciale voorkeur van de defensieminister voor de firma Asco. “Indien u bereid zou zijn om EFIM een definitieve aanbieding te laten uitwerken”, schreef Ykelenstam, “zal ik onmiddellijk contact opnemen met bedrijven zoals Asco, Cockerill en eventuele andere Belgische ondernemingen om na te gaan in hoeverre een samenwerking mogelijk is.”

Puelinckx ontkent

Puelinckx kon de speurders op dit heikele terrein helaas geen stap verder helpen. “Bij mijn weten heeft Vanden Boeynants absoluut niets te maken met de zaken van Agusta of Dassault, hier of in het Midden-Oosten”, verklaarde hij tijdens een ondervraging. “Persoonlijk heb ik nooit zaken gedaan met Vanden Boeynants, en ik heb hem zelfs nooit ontmoet. Bij de lezing van dit document (dat de initialen van VDB koppelt aan een commissie van 250.000 dollar van Dassault, GT) stel ik vast dat het blijkbaar gaat over een scenario om commissies die betrekking hebben op het Midden-Oosten te verdelen, omdat dit uit de tijd van Ykelenstam de enige contacten kunnen geweest zijn die konden bestaan tussen Agusta en Dassault enerzijds en Ykelenstam en Bashi anderzijds.”

Waren de activiteiten van de Darmaki-Ykelenstam Joint Venture dan niet te vergelijken met beïnvloedingstechnieken of corruptie?, probeerden de speurders tijdens de verhoren van Puelinckx aan de weet te komen. Waarom was er anders het gebruik van codetaal nodig om dossiers aan te duiden die door de joint venture werden behandeld? “Daarover zou ik u geen enkele informatie kunnen geven”, repliceerde de advocaat. “Men heeft mij daarover nooit gesproken en ik heb er nooit vragen over gesteld. Wat de codetaal betreft, daar weet ik totaal niets van. Ik heb bij het overlijden van Ykelenstam vernomen dat er codes bestonden, toen ik ze in zijn dossiers opmerkte. Ik heb er trouwens nooit een verklaring voor willen vinden. Toen Bashi de activiteit van de joint venture alleen verder zette, heeft hij bij mijn weten de codes niet langer gebruikt zoals Ykelenstam, omdat Bashi niets op papier zette en niets van informatica kende, dit in tegenstelling tot Ykelenstam.”

Geen gevolg

Maar zijn de technieken die werden aangewend bij de betaling van het smeergeld door Agusta en Dassault in het kader van de Belgische contracten voor de helikopters en de elektronische afweersystemen voor de F16’s toch niet dezelfde als die destijds door de joint venture werden gebruikt? En is het niet opvallend dat voor de Zwitserse bankrekeningen gelijkaardige pseudoniemen zoals Kater, Kattin, Blind en Mounting werden gekozen? “Het is heel goed mogelijk dat Bashi ‘geschoold’ werd bij het overlijden van Ykelenstam en dat hij dezelfde methodes heeft gebruikt als deze laatste”, gaf Puelinckx toe. Maar dat betekende volgens hem nog niet dat de smeergeldconstructie die werd opgezet voor de socialistische partijen ook de PSC had bediend. Want, zo merkte Puelinckx blijkbaar met kennis van zaken op: “De PSC had noch Bashi, noch mij nodig om in contact te komen met Dassault, een onderneming die het Belgische politieke milieu beter kende dan ik, en eerder dan ik. Dergelijke relaties bestonden duidelijk niet tussen de SP en Agusta, want Guerra was zeer gelukkig toen hij vernam dat ik een fondseninzamelaar van de SP kende, met name Luc Wallyn. Ik benadruk nogmaals dat ik niets te maken heb met de PSC en zijn vertegenwoordigers.”

Het potentieel explosieve proces-verbaal van commissaris Sacotte over de rol Vanden Boeynants in de smeergeldoperaties van Ykelenstam, onderbouwd met tientallen documenten uit het bij Puelinckx ontdekte archief, was in eerste instantie bestemd voor de Luikse onderzoeksrechter Jean-Louis Prignon, die samen met zijn collega Véronique Ancia de leiding had over het Agusta/Dassault-strafonderzoek. Vanzelfsprekend kreeg ook raadsheer Francis Fischer van het Hof van Cassatie, bevoegd voor het luik van het onderzoek dat te maken had met ministers en gewezen ministers, een kopie van het proces-verbaal. Op 23 januari 1996 stuurde Fischer het bewuste document door naar zijn baas Jacques Velu, procureur-generaal bij het Hof van Cassatie. “Dit wordt u meegedeeld voor de gedragingen die betrekking hebben op de heer Paul Vanden Boeynants, toen deze minister van Defensie was”, schreef Fischer in zijn begeleidende brief. Voor zover bekend heeft het gerecht met deze gegevens niets gedaan.

Bron: Apache | Georges Timmerman | 27 mei 2010

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube