efkes terug oprafelen:
Op 15 november 1985 wordt Bultot opnieuw gearresteerd, nu voor illegaal wapenbezit. Een maand later komt hij alweer vrij en vlucht hij prompt naar Paraguay.
Antoine Delsaut is een ex-koloniaal, gepensioneerd militair, wapenfreak, goed bevriend met Bultot én informant van de Staatsveiligheid. Pas goed twee jaar later, op 3 december 1987, vertelt Delsaut zijn verhaal aan de speurders in Dendermonde.
Dat verhaal begint een dag voor de raid in Aalst: "Op 8 november 1985 is er een telefoongesprek geweest tussen Bultot en mijn vrouw. Hij vroeg me of ik hem een mitraillette kon bezorgen omdat een van zijn vrienden dit dringend nodig had. 's Avonds heeft hij teruggebeld. Hij vroeg of wij het nodige gevonden hadden (...). Ik heb hem gezegd dat ik eens zou uitkijken."
Delsaut bezorgde Bultot wel vaker wapens, ze zaten per slot van rekening in dezelfde schietclub. De man had nog een uzi liggen en stelde voor die uit te lenen, maar dat wapen stond geregistreerd en dus kon Bultot er niks mee.
Delsaut en zijn vrouw mogen dan bevriend zijn met de ex-gevangenisdirecteur, als ze op 9 november in het laatavondjournaal de beelden zien van het bloedbad, krijgen ze een naar gevoel. Bultot, zo is afgesproken, zal de volgende ochtend bij hen thuis in Anderlecht komen aperitieven. En dan ben je spion of je bent het niet: Delsaut verstopt een bandopnemer achter een sanseveria en hoort Bultot uit over de gebeurtenissen van de vorige dag.
Delsaut: "Tijdens ons gesprek werden de feiten van Aalst aangehaald. Hij beweerde dat men die feiten in de schoenen van extreem rechts wou schuiven. Hij beweerde dat zij, leden van extreem rechts, wisten wie de feiten had gepleegd (...). Hij zei dat het vreemd was dat het steeds een Delhaize was en dat het om afpersing ging. Hij zei dat het Nederlanders waren. Hij beweerde dat niemand zou durven spreken omdat men nadien de gevolgen zou ondervinden. Alles is in handen van de Nederlanders, ging hij verder. 'Moest ge alles weten, dan zoudt ge binnen het halfuur willen vertrekken als ge niet wilt eindigen zoals Jules Montel' (een geliquideerde topgangster, ddc)."
Dat was dus zondag 10 november 1985, vers van de pers, nog voor de papiertjes in het bos werden ontdekt. En Delsaut heeft alles op tape. Geweldig, denken de speurders. Maar waar is de tape? "De bandopname heb ik afgegeven aan een dienst", zegt Delsaut. "Gelet op het feit dat ik voor deze dienst werkte, acht ik mij gehouden aan het geldende beroepsgeheim." De Staatsveiligheid dus.
Behalve Delsaut heeft Bultot diezelfde avond met dezelfde vraag met Baugniet gebeld