451

Re: DNA-onderzoek

Nieuwe wet op DNA-onderzoek kan cold cases oplossen

Een wetswijziging breidt de mogelijkheden voor DNA-opsporing straks flink uit. De mosterd voor zijn plan haalde minister Van Quickenborne bij een jonge onderzoekster uit Leuven. ‘Het net rond de dader zal zich makkelijker kunnen sluiten.’

Lees hier het hele artikel » Nieuws

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

452

Re: DNA-onderzoek

Wow, quicky doet eindelijk eens iets nuttigs. Nu hopen dat ze zich een beetje haasten, en dat het tot resultaat leidt dat ze niet onder de mat moffelen of in de doofpot stoppen

453

Re: DNA-onderzoek

Ze heeft er begin deze maand ook een opinie over geschreven voor Knack. Zeer interessant om ook eens te lezen:

‘CSY of speuren op het mannelijk Y-chromosoom: dé doorbraak voor onopgeloste moordzaken’

Voor de Universiteit Van Vlaanderen buigt Sofie Claerhout zich over de vraag hoe je cold cases nog kan oplossen. ‘Een moordenaar laat zijn DNA achter, maar we vinden geen match… Via CSY of ‘Crime Scene Investigation’ op het mannelijk Y-chromosoom, kunnen we de familie van de dader opsporen en zo eindelijk aanslepende mysteries na jaren alsnog ontrafelen. Zo blijft geen dader onbekend.’

In de nacht van 11 november 1992 werd de jonge studente Christiane Heiser brutaal vermoord op haar studentenkamer in Brussel. De dader liet een bloedspoor met zijn DNA achter op de crime scene. Maar ondanks dat DNA een doeltreffend hulpmiddel is om iemand te identificeren, is de moordenaar van Christiane nog steeds niet ontmaskerd. Waarom niet? Er bleek geen identieke DNA-match te zijn met de verdachten in de zaak of met misdadigers gekend bij justitie. De zaak blijft tot op vandaag een groot mysterie en draagt nu al bijna 30 jaar het label ‘cold case’, een onopgeloste zaak. Maar met mijn CSY onderzoek kan dat veranderen.

Maar wat als ik zeg dat het onderzoek hier niet hoeft te stoppen. We weten tegenwoordig al veel meer over DNA dan dertig jaar geleden. Als de dader onder de radar blijft, zouden we hem nu ook kunnen vinden via zijn familie dankzij het Y-chromosomaal DNA. Hoe? DNA krijg je van beide ouders, maar wordt na elke generatie door elkaar geschud. Zo is nog maar 12.5% van jouw DNA gelijk aan dat van je neef en nicht. Veel te weinig. Het Y-chromosoom daarentegen is het enige stukje DNA dat elke zoon bijna ongewijzigd overerft van zijn vader. En dit voor generaties lang. Hierdoor vergroot de kans dat we een achterneef van de dader vinden, wat met de standaard DNA technieken niet mogelijk is.

CSY – ‘Crime Scene Investigation’ via het Y-chromosoom

Vanaf nu kunnen we dus het mannelijk Y-chromosoom gebruiken als nieuw ‘Crime Scene Investigation’ wapen, of kortweg CSY. Is dit onderzoek dan enkel voor mannelijke daders? Ja. Maar aangezien meer dan 90% van alle moordenaars in België mannen zijn, kunnen we dit toepassen op de meeste moordzaken.

Het enige probleem is dat er nog geen Y-DNA databank bestaat. Daarom moeten we op zoek gaan naar mannen rond de crime scene die de moord willen helpen oplossen door vrijwillig hun Y-DNA te geven. Via een grootschalig CSY verwantschapsonderzoek vergelijken we dan alle Y-chromosomen met dat van de dader.

Maar zo’n grootschalig onderzoek is tijdrovend en duur. Daarom creëerde ik na jarenlang onderzoek drie hulpmiddelen om dit proces te versnellen. De ‘CSYseq’ detecteert van bijna 100 mannen tegelijk de meest interessante regio’s op het Y-chromosoom. Daarna sorteert de ‘Ysurnames’ deze mannen op Y-DNA gelijkenis met de dader en voorspelt hij de kans dat ze dezelfde familienaam dragen. En uiteindelijk berekent de ‘YMrCA’ de verwantschap tussen de gevonden match en de onbekende dader. Zo kan de politie gericht verder klimmen in de familiestamboom om de moordenaar te traceren.

Mijn onderzoek maakt verwantschapsonderzoek efficiënter via drie hulpmiddelen: de ‘CSYseq’ detecteert interessante Y-regio’s, de ‘Ysurnames’ voorspelt de familienaam van de dader, en de ‘YMrCA’ berekent de graad van verwantschap met zijn match.

En hoe werkt zo’n CSY verwantschapsonderzoek nu concreet?

Wanneer er voldoende vrijwilligers zijn, vergelijken we de interessantste regio’s op hun Y-chromosoom met dat van de dader. Interessantste regio’s? Wel, doorheen de generaties kan de Y-DNA code veranderen of muteren. Snelle mutaties zorgen ervoor dat we accuraat dichte familie kunnen terugvinden, zoals broers of neven, maar ook heel verre verwanten tot zelfs 40 generaties ver! En daar stopt het niet. Trage mutaties brengen ons maar liefst 300.000 jaar terug in de tijd via migratielijnen richting Y-adam in Afrika. Hierdoor kunnen we de biologische afkomst van elke man op aarde achterhalen, en dus ook van de onbekende dader.

Doordat deze mutatie-analyse lang duurt, ontwikkelde ik samen met mijn promotor de ‘CSYseq’. Dat is de eerste detectiemethode ooit die zowel snelle als trage Y-mutaties samen kan analyseren. Hierdoor kunnen we efficiënt dichte en verre familieleden van de dader detecteren én tegelijk zijn biologische afkomst achterhalen. En daarbovenop kunnen we met de CSYseq bijna 100 mannen in één keer analyseren, wat het uiterst doeltreffend maakt voor grootschalig verwantschapsonderzoek. Een primeur! Onze nieuwe methode kreeg dan ook wereldwijde interesse, waardoor ik in 2019 de hoofdprijs won op het forensisch wereldcongres.

Trage Y-mutaties brengen ons via migratielijnen terug in de tijd en verdelen alle mannen in 20 groepen, van A tot T. Hiermee kunnen we de biologische afkomst van de dader achterhalen.

Y-chromosoom als familie barcode

En hoe gaat het dan verder? Stel, de dader matcht met meneer Claerhout. Heeft de onbekende dader dan dezelfde familienaam? Misschien wel, want de familienaam wordt ook doorgegeven van vader op zoon. Daarom ontwikkelde ik de ‘Ysurnames’, het eerste programma ooit dat berekent hoeveel procent kans er is dat de dader dezelfde familienaam draagt als zijn match. Door mijn Y-chromosoom onderzoek op 1.100 familienamen, ondervond ik dat deze kans afhankelijk is van bijvoorbeeld het aantal mutaties of hoe frequent de familienaam voorkomt.

Maar hoe vinden we dan de dader binnen die familie? Via de ‘YMrCA’, onze nieuwe rekenmachine om in te schatten hoeveel generaties er zitten tussen de dader en zijn match. Aan de hand van 2.500 verwante mannen, onderzocht ik de specifieke snelheid waarmee de Y-regio’s muteren. Daardoor kunnen we nu accurater inschatten of de match van de dader zijn broer is of eerder een verre achterneef.

Top, maar waar wachten we op?

Helaas mogen we in België nog niet het Y-chromosoom en verwantschapsonderzoek voor gerechtelijk speurwerk gebruiken… Maar na mijn grootschalige bevolkingsenquête, zag ik het positief in: 96% van de deelnemers wou samen met mij de laatste kans benutten om een vastgelopen moordzaak na jaren vol onzekerheden op te lossen. Jij ook? Surf dan naar www.csy-leuven.be en wie weet help je binnenkort mee met het identificeren van de moordenaar van Christiane Heiser!

Bron: Sofie Claerhout - Forensisch geneticus (KU Leuven) | Knack | 7 Oktober 2022

Sofie Claerhout is forensis geneticus aan de KU Leuven. Met haar onderzoek won zij de Vlaamse PhD Cup, en de hoofdprijs op het Wereldcongres voor forensisch onderzoek in Praag. Eind oktober ligt haar boek ‘Dader onbekend‘ in de winkel.

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

454

Re: DNA-onderzoek

Eindelijk!!

455

Re: DNA-onderzoek

Over het huidige DNA-onderzoek:

Dans ce cadre, plus de 30 personnes en lien avec le dossier ont été exhumées depuis deux ans, comme nous l’explique le porte-parole du parquet fédéral, Éric Van Duyse : « Ce sont des personnes dont le nom est apparu à un moment donné dans le dossier. Cela pouvait être des suspects potentiels ou des victimes. Nous voulions comparer leur ADN et le confronter avec des traces retrouvées sur des pièces à conviction. Comme pour ce fameux gilet pare-balles taché de sang visiblement utilisé par un des auteurs. On a eu un faux espoir car on a trouvé un ADN qui matchait avec une personne ! Mais nous avons vite compris qu’il y avait un problème car cela correspondait à une personne qui vivait en Allemagne et qui n’avait que 22 ans... Il s’agissait en fait d’une contamination provenant d’une laborantine dans la société qui avait fourni les kits ADN. »

La juge d’instruction en charge du dossier, Martine Michel, affiche toujours la même volonté pour faire avancer cette enquête « Je travaille pour la vérité judiciaire, nous explique-t-elle, ce qui nécessite d’avoir des éléments matériels pour pouvoir inculper quelqu’un, mais à ce stade, il n’y en a pas. Je fais en tout cas tout pour et je travaille pour découvrir cette vérité. La motivation de notre dossier est la maxime reprise sur le site que nous avons réalisé (killersbrabant.be) : Le seul combat perdu d’avance est celui que l’on ne mène pas ! »

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

456

Re: DNA-onderzoek

't Is gebeurd:

DNA van familie mag binnenkort worden gebruikt om daders op te sporen, mogelijke doorbraak voor cold cases

De ministerraad heeft een wetsontwerp goedgekeurd waardoor het mogelijk wordt om daders op te sporen via het DNA van naaste verwanten. Dat kan leiden tot doorbraken in vastgelopen zaken (cold cases). Daarnaast zal genetisch materiaal van verwanten van vermiste personen ook met internationale databanken mogen worden vergeleken.

Daders van een misdrijf opsporen met behulp van DNA: het nekte Stephaan Du Lion, die nu terechtstaat voor viervoudige moord. Maar bij strafzaken waar wél DNA-sporen gevonden zijn, maar geen exacte match met DNA uit databanken, loopt het onderzoek wel eens vast. De federale ministerraad keurde nu een wetsontwerp van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) goed dat voor doorbraken kan zorgen in cold cases.

Lees hier het hele artikel » Nieuws

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | twitter | YouTube

Re: DNA-onderzoek

Slecht nieuws voor de killers.

458

Re: DNA-onderzoek

De enige hoop om nog een doorbraak te forceren. Ik het buitenland zijn hierdoor al talloze cold cases opgelost

Re: DNA-onderzoek

Met dank - tot spijt van wie het benijdt - aan het federaal parket.

460

Re: DNA-onderzoek

Ben wrote:

Wist de politiek en de onderzoekers dan niet op voorhand dat het onmogelijk was met de huidige wetgeving om tot een identificatie over te gaan? Heeft het DNA-onderzoek dan eigenlijk nut? Of diende het alleen om de mensen te laten zien dat het onderzoek nog steeds aan de gang was?

Ook de politiek heeft in dit dossier een immense verantwoordelijkheid. Zij moeten ook stappen durven ondernemen zodat de speurders een goed onderzoek kunnen doen. Ik denk dat het op dit moment nog weinig uitmaakt of we iemand voor de rechtbank krijgen, het gaat er vooral om de waarheid te vinden.

Een post van 2007, we zijn ondertussen 2023 ... 16 jaar verder.

Buiten het feit dat het ondertussen NU al - via ingewikkelde omwegen maar compleet wettelijk - mogelijk is om het geslacht en bv. de kleur van de ogen van je toekomstig kindje te bepalen... is er ook heel wat veranderd wat nuttig kan zijn voor het onderzoek naar de zogenaamde Bende van Nijvel.

Zowel op wettelijk vlak - waarvan voorbije posts - onderbouwend zijn... als op wetenschappelijk vlak.

Een kort stukje uit "Kroongetuige DNA-Onzichtbaar spoor in spraakmakende zaken".

Lex Meulenbroek (1962) is deskundige biologische sporen en DNA-onderzoek bij het Nederlands Forensisch Instituut en schrijver van de standaardwerken ‘De Essenties van forensisch biologisch onderzoek’ en ‘Forensisch DNA-onderzoek in de strafrechtpraktijk.’ Paul Poley (1978) is tekstschrijver.

Probabilistische rekenmodellen

De toegenomen gevoeligheid van de DNA-analysesystemen heeft ertoe geleid dat in veel gevallen ook uit minimale biologische sporen bruikbare DNA-profielen worden verkregen. Een belangrijk aandachtspunt is dat er bij DNA-onderzoek van minimale biologische sporen een meetonzekerheid optreedt als gevolg van complicerende neveneffecten. Deze spelen een belangrijke rol bij de interpretatie van de verkregen resultaten. Een van de grootste uitdagingen van de internationale wetenschappelijke gemeenschap van forensisch DNA-deskundigen is de bewijswaarde van het resultaat van vergelijkend DNA-onderzoek van minimale biologische sporen statistisch te kunnen onderbouwen. In de wetenschappelijke literatuur zijn statistische modellen en rekenprogramma's beschreven waarmee in DNA-profielen rekening wordt gehouden met complicerende neveneffecten als extra pieken (allele drop-in en prominent aanwezige stotterpieken) en ontbrekende pieken (allele drop-out).

Dergelijke probabilistische rekenmodellen zijn inmiddels beschikbaar en helpen de deskundige om ook matches met onvolledige DNA-mengprofielen statistisch te onderbouwen. Zelfs in gevallen waarin een of meer DNA-kenmerken van het profiel van een persoon niet (of onvoldoende reproduceerbaar) zijn waargenomen in het DNA-mengprofiel van een spoor, is het mogelijk een bewijswaarde toe te kennen aan het resultaat van het vergelijkende DNA-onderzoek. Daarbij worden specifieke aannames gedaan, zoals over het aantal personen van wie celmateriaal in het spoor aangetroffen is en over de vraag of mag worden verondersteld dat van een bepaald individu celmateriaal in het spoor aanwezig is. Bovendien word de kans ingeschat op het optreden van complicerende neveneffecten.

RNA-onderzoek

Met RNA-onderzoek is het mogelijk een spoor tegelijkertijd op verschillende types celmateriaal te onderzoeken. Op dit moment worden bij het NFI twee RNA-onderzoeksmethoden in het forensisch zaakonderzoek toegepast:

  1. RNA-celtypering: RNA-onderzoek naar de aanwezigheid van bloed, sperma, speeksel, huidcellen, vaginale cellen en/of menstruele secretie in een spoor. Deze RNA-onderzoeksmethode wordt in de praktijk vooral gebruikt bij zedenmisdrijven waarbij het wel of niet aantreffen van vaginale cellen en/of menstruele secretie doorslaggevend kan zijn.

  2. RNA-orgaantypering: RNA-onderzoek naar de aanwezigheid van huidcellen, bloed en weefsel uit hersenen, longen, lever, spieren, hart en nieren in een spoor. Deze RNA-onderzoeksmethode wordt met name toegepast bij levensdelicten.

DNA en RNA: het verschil tussen 'van wie is het?'en wat is het?'

DNA bevat alle erfelijke informatie van een persoon. DNA is in alle lichaamscellen van één persoon gelijk, maar verschilt tussen personen onderling. Van dit persoons-onderscheidende vermogen maakt het forensische DNA-onderzoek gebruik om biologische sporen te herleiden naar personen.

Het lichaam bestaat uit verschillende celtypes met elk zijn eigen specifieke functie. Deze diversiteit in functies is mogelijk doordat elk celtype andere delen van hetzelfde DNA gebruikt. De stukken DNA die een bepaalde cel gebruikt, worden omgezet in RNA. RNA kan dus gezien worden als de vertaling van informatie op het DNA die de desbetreffende cel nodig heeft om zijn taak in het lichaam wit te voeren. Elk celtype heft daardoor specifiek RNA. Zo hebben bloedcellen ander RNA dan huidcellen. RNA dat specifiek is voor een bepaald celtype is voor iedere persoon gelijk. Om de aard van het celmateriaal in een spoor vast te stellen word met RNA-onderzoek onderzocht of (combinaties van) specifieke RNA-moleculen aanwezig zijn in een spoor. Vervolgens word dit herleid naar welke celtypes aanwezig zijn in een spoor.

Gecombineerd DNA -onderzoek en RNA-onderzoek

RNA-onderzoek word altijd in combinatie met DNA-onderzoek uitgevoerd. Dit gecombineerde onderzoek bestaat uit drie onderdelen:

  1. gelijktijdige isolatie van het DNA en het RNA uit het spoor;

  2. het geïsoleerde DNA wordt onderworpen aan een standaard autosomaal DNA-onderzoek;

  3. aan de hand van de verkregen resultaten van het (vergelijkende) DNA-onderzoek wordt bepaald of een RNA-onderzoek van belang is. Is dit het geval dan word het geïsoleerde RNA onderworpen aan een RNA-onderzoek. Zo heeft RNA-onderzoek geen zin wanneer uit het vergelijkende DNA-onderzoek is gebleken dat de bemonstering van het nagelvuil van de verdachte geen celmateriaal van het slachtoffer bevat. Is dat zeer waarschijnlijk wel het geval, dan kan RNA-onderzoek vaststellen of het vaginale cellen zijn. Het resultaat van het gecombineerde DNA/RNA-onderzoek kan vervolgens worden gebruikt om de hypothesen van de aanklager (de verdachte heeft het slachtoffer met de hand vaginaal gepenetreerd') en die van de verdediging (de verdachte heeft het slachtoffer alleen een hand gegeven) te toetsen.

Ben wrote:

Wist de politiek en de onderzoekers dan niet op voorhand dat het onmogelijk was met de huidige wetgeving om tot een identificatie over te gaan?

Met de wetgeving van toen wel, inderdaad.  Het makkelijke verwijt dat, nadat de wetgeving eindelijk daartoe aangepast is, de speurders dàn pas zouden over gegaan zijn tot het nemen van DNA-stalen, kan nu alvast niet meer volgen.  Ook daartoe verschenen er genoeg berichten in de pers.

Ben wrote:

Heeft het DNA-onderzoek dan eigenlijk nut? Of diende het alleen om de mensen te laten zien dat het onderzoek nog steeds aan de gang was?

Ja en nee (dus).