1

Topic: Schaarbeek: 18 December 1972

Samenvatting

  • Wat? Overval op een geldtransport van de Bank Lambert.

  • Waar? De ondergrondse parking van het Brusaliabuilding Brussel, Jeruzalemstraat 60 te Schaarbeek » Google Maps

  • Wie? Twee daders: Marcel Habran en Nicolas Geyer. De ene droeg een carnavalmasker, de andere een nylonkous.

  • Wapens: een revolver en een machinepistool

De chauffeur van het geldtransport wordt, terwijl hij vlucht, in de rug doodgeschoten. De gangsters moeten zonder buit vluchten en worden na een achtervolging gearresteerd door de politie.

Chauffeur van geldtransport doodgeschoten te Schaarbeek

Twee gangsters hebben maandagnamiddag in een onderaardse gang van de Brusiliabuilding te Schaarbeek de chauffeur van een geldtransport doodgeschoten en de begeleider met een revolver neergeslagen. Zonder buit moesten de bandieten op de vlucht slaan, achternagezeten door de politie van Schaarbeek. Na een spectaculaire achtervolging werden de twee overvallers aangehouden.

In de Brusaliabuilding aan de Jeruzalemstraat 60, is het grootwarenhuis Priba gevestigd. Dagelijks komt er een bestelwagen van de Bank Lambert er het geld ophalen. Met dezelfde wagen worden trouwens verscheidene grootwarenhuizen aangedaan. De bestelwagen waarin naast de chauffeur ook een begeleider zit, wordt steeds voorgereden door een motorrijder, eveneens een personeelslid van de Bank Lambert.

Toen de moto en de bestelwagen maandag omstreeks 16u aan de Brusaliabuilding aankwamen, waren ze reeds in vier of vijf warenhuizen geweest en stak in de kluis van de wagen een som van verscheidene miljoenen.

In de building rijden motor en bestelwagen een lang gang in naar de kelderverdieping, waar zich een ingang van het warenhuis Priba bevindt. Maandag echter slaagden de twee mannen in een rode Fiat er in tussen de motorrijder en bestelwagen de gang binnen te rijden. Aan het einde van de weg eisten de twee kerels van de motorrijder de sleutel van de bestelwagen, maar deze zei dat hij die niet had. Toen ook de bestelwagen binnen was, werden de chauffeur en de begeleider gesommeerd de sleutel te geven, doch dit werd geweigerd.

Intussen had de bestuurder van de rode Fiat zijn auto achter de bestelwagen gemanoeuvreerd, zodat het voertuig niet meer voor- of achteruit kon. Omdat de drie personeelsleden van de bank de sleutel niet wilden geven, sloeg de gangster die een revolver droeg - zijn medeplichtige had een machinegeweer in de handen - de begeleider van het geldtransport met het wapen in het gezicht. De man werd erg geraakt en bloedde hevig. Daarop sloegen de overvallers een ruit van de wagen in, doch onmiddellijk begon de ingebouwde sirene te loeien.

De chauffeur van de bestelwagen maakte van de verwarring gebruik om terug de helling op te lopen naar de straat toe. Toen hij nog enkele meters van de straat verwijderd was, werd hij door verscheidene kogels in de rug geraakt, waarschijnlijk afgevuurd door de gangster met het machinegeweer. De chauffeur, de 39-jarige Marc Ronse, wonende te Oudenaarde, werd in de hartstreek getroffen. Hij strompelde nog een paar meter verder en viel in de ingang dood neer. Het slachtoffer is vader van vier kinderen.

Aangehouden

De politie van Schaarbeek was intussen gealarmeerd en kwam met overvalwagens naar de Brusaliabuilding. De twee gangsters slaagden er nochtans in met de rode Fiat te ontsnappen. Achtervolgd door overvalwagens met loeiende sirenes werd een groot gedeelte van de stad doorkruist, waarbij op geen verkeerstekens werd gelet.

Op de steenweg naar Vilvoorde ter hoogte van de Albertabrug konden de gangsters die er vermoedelijk in een andere auto wilden overstappen, overmeesterd worden. Hun wapens hadden ze toen al weggeworpen. De overvallers zijn twee Luikenaars, 35 à 40 jaar oud. De rode Fiat hadden ze onlangs in Luik gestolen.

Schietpartij

In de buurt van de Brusaliabuilding werd omstreeks het tijdstip van de overval ook een rode Volvo opgemerkt met een of twee mannen aan boord. De politie achtte het niet onmogelijk dat deze wagen ook iets met de hold-up had te maken en daarom werd hij opgespoord. Aan het Jubelpark te Jette werd hij weer opgemerkt en toen stelden de politiemannen ook vast dat er twee verschillende nummerplaten op het voertuig zaten. De politie zette een achtervolging in, daar de chauffeur van de Volvo weigerde te stoppen.

In de Braemstraat te Schaarbeek vuurden de politiemannen verscheidene schoten af op de wagen met de bedoeling de banden in flarden te schieten. Dit mislukte echter en de Volvo reed verder in de richting van Evere. Daar werd men zijn spoor bijster. Het staat echter niet vast dat de inzittenden van deze auto iets met de overval te maken hebben.

Bron: Gazet van Antwerpen | 19 December 1972

Gangsters van Schaarbeek geïdentificeerd

De twee gangsters die maandag aangehouden werden na de mislukte overval te Schaarbeek waarbij een vader van vier kinderen werd doodgeschoten, zijn door de politie geïdentificeerd. De eerste, Marcel Habran, 39 jaar, is een paswerker en werd geboren te Luik. Officieel woonde hij in de rue de Vivegnies, maar sedert enige tijd was hij verdwenen.

Deze man heeft reeds een zwaar strafregister. In 1963 werd hij een eerste maal veroordeeld tot drie jaar gevangenis wegens het plegen van enkele diefstallen. Toen twee agenten van de BOB hem kwamen aanhouden vroeg hij aan een vriend deze mannen omver te rijden om zijn aanhouding te beletten. In 1968 kreeg hij 18 maanden, omdat hij als pooier was opgetreden. Daarna pleegde hij nog een hele reeks zware diefstallen en normaal zou hij tot 1977 in de gevangenis moeten zitten, doch in 1968 kon hij genieten van bepaalde gunstmaatregelen en werd hij in voorlopige vrijheid gesteld. Hij was vroeger al eens ter beschikking gesteld van de regering.

Van de tweede gangster, Nicolas Geyer, 31 jaar, is de woonplaats onbekend.

Herkend

De twee bandieten werden aangehouden op het ogenblik dat zij op de Albertbrug uit de rode Fiat (een Nederlandse wagen, die zondag in het Brusselse gestolen werd) in de Mercedes  van Geyer wilden overstappen. Geier gaf zich onmiddellijk gewonnen, doch Habran bood felle weerstand. Op het ogenblik van zijn arrestatie had Habran valse identiteitspapieren op zak. Het paspoort was op naam van Lident en het adres in Luik bestond niet eens.

Niettegenstaande de twee gangsters formeel herkend werden door de motorrijder en de begeleider van de geldwagen, weigeren ze een bekentenis af te leggen. Ze werden herkend aan hun kleding, daar ze op het ogenblik van de overval gemaskerd waren. De ene droeg een carnavalmasker en de andere had een nylonkous over het hoofd getrokken.

Machinegeweer

De wapens - een machinegeweer en een revolver - die de overvallers gebruikt hebben, werden nog niet teruggevonden. De bandieten, die een hele tijd over de Vilvoordsesteenweg reden, hadden misschien de gelegenheid de wapens in het kanaal Brussel-Willebroek te gooien. Het staat vast dat het slachtoffer praktisch onmiddellijk overleden moet zijn. Mark Ronse kreeg immers van 20 meter twee 9mm-kogels in het lichaam, waarvan er een het hart trof. De bandieten schoten Ronse in de rug.

In gerechtelijke kringen te Brussel acht men het helemaal niet uitgesloten dat de twee bandieten, behalve bij de overval te Schaarbeek, nog bij een drietal andere hold-ups in het Brusselse betrokken waren. Deze overvallen brachten samen 10 miljoen op. Wat ook opviel was dat de man die telkens het machinegeweer hanteerde een zwaargebouwde persoon was. Welnu, Habran is een struis gebouwd man.

Het staat vrijwel vast dat er nog meer gangsters bij de overval betrokken waren. Een van de bankbedienden, Jean Motte uit Zinnik, die slagen kreeg op het hoofd, had de indruk dat in de buurt nog een derde bandiet aanwezig was. Dit blijkt nu vast te staan, maar men weet nog niet hoe deze man kon ontvluchten.

De politie sprak de hoop uit de ganse bende over korte tijd te kunnen inrekenen. Maar er blijven nog veel overvallen onopgehelderd.

Bron: Gazet van Antwerpen | 20 December 1972

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | YouTube

2

Re: Schaarbeek: 18 December 1972

In november 1974 stonden twee daders van de overval - Marcel Habran en Nicolas Geyer - terecht voor het Assisenhof van Brabant. Habran werd veroordeeld tot 18 jaar dwangarbeid en Geyer tot 10 jaar.

Nog een paar details over de auto die gebruikt werd tijdens de overval.:

  • De wagen die gebruikt werd tijdens de overval was een Fiat.

  • Het voertuig werd een paar dagen voor de overval op de Brillat de Savarinlaan te Elsene gestolen.

  • Toen het voertuig werd teruggevonden na de overval ontbrak de achterbank.

Habran en Geyer ontkennen moord op bankloper te Schaarbeek

Het Hof van Assisen van Brabant, voorgezeten door raadsheer Terlinden, maakte maandag een aanvang met het proces van de 41-jarige Marcel Habran, paswerker uit Luik, en de 33-jarige Nicolas Geyer, handelaar uit Bressoux, die ervan beschuldigd worden op 18 december 1972 bankloper Mare Ronsse uit Oudenaarde, vader van vier kinderen, te hebben doodgeschoten en twee bankbedienden, Edmond Jenamotte en Serge Bonet te hebben gekwetst.

Deze feiten deden zich voor tijdens een bankoverval gepleegd in de toegangshal van een grootwarenhuis Priba-Brusilia, Jeruzalemstraat te Schaarbeek, waarbij ten nadele van de Bank van Brussel voor 626.677 fr. werden geroofd.

Habran en Geyer werden een tiental minuten later bij een brug op de Lambermontlaan te Schaarbeek opgemerkt op een 20-tal meter van een Fiat-wagen die bij voormelde overval werd gebruikt Ze konden even later worden aangehouden, doch bleken toen geen wapens en ook geen deel van de buit bij zich te hebben. Al werden ze door bepaalde getuigen herkend, toch weigeren ze enige bekentenis betreffende de overval af te leggen.

De verdedigers van Habran zijn: meesters Guy Delfosse, Xavier Magnée en Helena Hauptman. Voor Geyer zullen meester Guy François en Erik Vergauwen pleiten. De belangen van de burgerlijke partij - de familie van het slachtoffer Mare Ronsse en de benadeelde Bank van Brussel - worden verdedigd door meester Jacques Malherbe. Het Openbaar Ministerie is vertegenwoordigd door advocaat-generaal Delecour.

Marcel Habran verscheen voor het Hof van Assisen bijzonder elegant gekleed. Hij droeg een donker kostuum met wit pronkzakdoekje en blauwe das. Met zijn lange donkere haren zag hij er uit als een vedette uit de showwereld.

Geyer, een man met een baard, en een beginnende kaalhoofdigheid, heeft een meer bescheiden uitzicht al kwam hij er goed voor, met een bleekgrijs kostuum. De jury bestaat uit vijf vrouwen en zeven mannen.

Na de voorlezing van de akte van beschuldiging door griffier Deschuyffeleir, las meester Magnée, advocaat van Marcel Habran, de verdedigingsakte voor, waaruit ondermeer moet blijken dat deze beklaagde onmiddellijk na zijn arrestatie vier gebroken ribben en een gebroken neus opliep door slagen van de plaatselijke politie.

Uit de ondervraging bleek dat Habran als onecht kind in 1933 te Luik werd geboren en dat hij zijn vader nooit kende. Toch had hij een goede moeder, die voor hem zorgde zoals het paste. Hij had acht jaar nodig om de lagere school te doorlopen en bleek een even slechte leerling te zijn, toen hij in de technische afdeling terechtkwam. Toen hij later van uit een verbeteringsgesticht lessen per briefwisseling volgde, behaalde hij nochtans heel goede uitslagen.

Hij geraakte vroeg aan de drank verslaafd, en in 1951 trad hij in het huwelijk met een vrouw die hem drie kinderen schonk. Toen deze vrouw later animeermeisje werd, werd ze in 1960 samen met Habran van de ouderlijke macht beroofd.

Bij het volbrengen van zijn legerdienst kreeg Habran 21 dagen opsluiting om een onderofficier te hebben bedreigd. Na een tijdje in de wapenfabriek te Herstal te hebben gewerkt, kwam hij van 1952 af herhaaldelijk in contact met het gerecht, niet alleen als pooier maar ook wegens slagen en verwondingen en verboden wapendracht Tussen 1952 en 1958 werd hij alles bij mekaar veroordeeld tot negen jaar cel, vijf jaar internering en tien jaar terbeschikkingstelling van de regering.

Nadat hij in 1968 als pooier te Luik bij verstek tot 15 maanden cel veroordeeld was geworden, dook hij onder en in 1972 nam hij zijn intrek in een appartement aan de Mutsaardslaan te Laken dat Geyer voordien had gehuurd.

Habran verklaarde aan voorzitter Terlinden in 1972 maandelijks 40.000 fr. te hebben verbruikt en daarbij nog een lening van 100.000 fr. aan een vriend te hebben toegestaan.

Hij voegde eraan toe dat hij al dat geld verdiende bij een winstgevende handel in een bepaalde koopwaar die hij niet verder wilde omschrijven. Steeds volgens zijn verklaringen, was het terwille van die handel dat hij op 18 december 1972 - dag van de overval te Schaarbeek - bij de Lambertmontlaan werd aangetroffen. Hij stond er te wachten op een afnemer die hem voor geleverde koopwaar zou komen betalen.

Geyer

Vervolgens werd beklaagde Geyer ondervraagd. Geyer wordt beschouwd als een intelligent man maar met een moeilijk karakter. Na allerlei klusjes bij verschillende firma’s begon hij aaneen handel in oud ijzer.

Tijdens het volbrengen van zijn militaire dienstplicht, liep hij als gevolg van een ongeval ernstige verwondingen op aan het hoofd. Dat maakt hem 20th werkonbekwaam. In 1944 trad hij in het huwelijk met een vrouw die hem 3 kinderen schonk. Wegens zijn heftig karakter moest zijn gezin weldra verhuizen want er ontstonden al te veel vechtpartijen. Geyer werd trouwens onlangs veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf wegens slagen en verwondingen.

De dag van de feiten werd hij te Schaarbeek aangetroffen met een peluw verborgen op de buit. 13 maanden lang weigerde hij te zeggen vanwaar die kwam. Uiteindelijk beweerde hij de peluw van Habran te hebben gekregen, met het verzoek die onder zijn kledij te verbergen, nadat de te leveren koopwaar was vervoerd geworden.

Onderzoeksrechter

Rechter van Instructie Grondel is de enige getuige die maandag in de zaak Habran-Geyer werd ondervraagd. De onderzoeksrechter verstrekte nadere uitleg over het voertuig waarmee de Bank van Brussel de fondsen bij de verschillende warenhuizen pleegt af te halen.

Het gaat om een volkswagen waarin 2 metalen brandkasten zijn aangebracht. In het voertuig bevinden zich steeds drie bankbedienden. Een vierde vergezelt de bestelwagen en is normaal in het bezit van de sleutel om de brandkasten te kunnen openen.

Nadat een aktetas met voor 626.677 fr. aan checks, was weggenomen, schoot een met een nylonkous gemaskerde gangster met een machinepistool verschillende kogels af in de richting van bankbediende Ronsse die weggelopen was en de Jeruzalemstraat poogde te bereiken. Bankloper Ronsse werd hier op slag gedood.

Voordien hadden twee andere bankbedienden, Jeanmote en Bonet, met de kolf van een vuurwapen, slagen op het hoofd gekregen. Ze weigerden de sleutel van de brandkast af te geven en het alarmsysteem van de wagen stil te leggen.

Dinsdag gaat het getuigenverhoor verder.

Bron: Gazet van Antwerpen | 26 November 1974

“Habran was een caïd”

De zitting van dinsdag voor het Hof van Assisen van Brabant in het proces van Marcel Habran (41) en Nicolas Geyer (33) was uitsluitend gewijd aan getuigenverhoor, meer in het bijzonder van politieagenten die rechtstreeks bij de aanhouding van de twee beklaagden waren betrokken.

Al ontkennen ze formeel de feiten, toch worden Habran en Geyer ervan beschuldigd op 18 december 1972 bankloper Mare Ronsse te hebben doodgeschoten. Twee bedienden werden gewond tijdens die roofoverval en de vluchtende gangsters gingen aan de haal met een aktetas waarin 627.677 frank aan cheques stak.

Gebroken neus

Tijdens de namiddagzitting kwam gerechtelijk agent Marnette verklaren inlichtingen te hebben ingewonnen over Habran in het milieu. Deze werd voorgesteld als een caïd voor wie iedereen bang was.

Politieagent Beauprez is dienstdoend politiecommissaris te Schaarbeek. Nadat hij van de overval in de Priba-Brusilia verwittigd was, begaf, hij zich naar de plaats van de feiten en trof er o.m. het slachtoffer Mare Ronsse aan dat reeds was overleden.

Even later vernam de commissaris dat twee verdachten in de nabijheid van de Lambermontlaan werden aangehouden. Op het commissariaat trof hij Habran en Geyer aan.

Habran bloedde hevig uit verscheidene wonden terwijl Geyer niet het minste letsel had opgelopen. Toen werden de twee politieagenten ondervraagd die tot de eigenlijke arrestatie overgingen. Elkmans en Cleppe. Zodra Ekelmans had vernomen dat de gangsters in een rode Fiat met Nederlandse nummerplaat in een bepaalde richting was weggereden, dacht hij dat hij het voertuig te kunnen aantreffen bij een brug onder de Lambermontlaan op een verlaten stuk grond.

De bedoelde auto werd er inderdaad opgemerkt, in de nabijheid bevonden zich twee mannen, van wie één zich plots omdraaide en even met een vuurwapen dreigde.

Nadat agent Ekelmans een schot had gelost, geraakte zijn machinepistool klem en verloor hij de twee verdachten enkele ogenblikken uit het oog. Even later trof Ekelmans Geyer aan in een Mercedes. Volgens Ekelmans kon de man, die met een vuurwapen had gedreigd niet worden aangehouden, gezien zijn persoonsbeschrijving erg verschilde van die van Geyer.

Ondertussen had agent Cleppe met zijn wagen de achtervolging van Habran ingezet en deze kon uiteindelijk in de bijgebouwen van het station van Schaarbeek worden gevat.

Vandaag gaat het getuigenverhoor verder.

Bron: Gazet van Antwerpen | 27 November 1974

Schuld van Habran staat nog niet vast

De beginfase van het proces tegen de 41-jarige Marcel Habran en de 33-jarige Nicolas Geyer, beiden uit het Luikse, proces dat meer dan een week zal duren, is gekenmerkt door uitgebreide discussies. Er zijn immers geen absolute bewijzen van de schuld van Habran en Geyer.

Beiden worden weliswaar ernstig verdacht op 18 december 1972, de bankloper Marcel Ronsse, vader van drie kinderen te hebben doodgeschoten. Daarbij worden ze ervan beschuldigd meer dan 600.000 fr. te hebben gestolen. Maar beide betichten loochenen hardnekkig iets met de bloedige roof te maken te hebben.

Marcel Habran, de “gentleman-gangster”, zat er woensdag weer als een grote mijnheer bij. Soms glimlachte hij, knikte toen een getuigenis in zijn voordeel werd afgelegd. Het feit dat sommige getuigenissen tegenstrijdig zijn, maken hem nog sterker. De vroegere “wapenspecialist-korporaal” van het Belgisch leger werd nochtans door enkele getuigen herkend.

Daarbij komt dat hij een jaar na zijn aanhouding, zijn aanwezigheid op de bewuste dag te Schaarbeek, heeft pogen te verklaren. Hij was dus wel te Schaarbeek. Hij moest daar zijn, zo vertelde hij, in verband meteen levering van koopwaar. Dat klinkt weinig geloofwaardig.

Bij de aanvang van de zitting van gisteren kwam het tot een hevig incident tussen de verdediging en voorzitter Terlinden. De advocaten Delfosse en Magnée, verdedigers van Habran, wilden namelijk bekomen dat de jury, samen met het hof en de beklaagden naar het warenhuis te Schaarbeek zouden gaan om ter plaatse uit te maken op welke wijze de daders van de overval er door bepaalde getuigen konden worden herkend.

De voorzitter verzette zich daartegen. Uiteindelijk besliste de jury het oponthoud te Schaarbeek voorlopig te verdagen.

Gelijkenis

Op het ogenblik dat de hold-up begon was de Spanjaard José Fernandez in de garage van het warenhuis aanwezig. Hij zag dat een bestelwagen van de Bank van Brussel kwam aanrijden, en even later een rode Fiat waaruit dadelijk een man met een machinepistool in de hand te voorschijn kwam. Getuige verwijderde zich toen en even later hoorde hij schoten. Enkele seconden nadien begon het alarmsysteem van het grootwarenhuis en van de bankwagen te werken. Toen getuige later met Habran en Geyer werd geconfronteerd, was het hem onmogelijk hen als daders te herkennen.

De 70-jarige Lhost ging op 18 december 1972, omstreeks 15u45, een namiddagkrant kopen in een boekenwinkel rechtover het warenhuis. Hij zag er een rode fiat geparkeerd staan waarin drie mannen zaten. De man naast de chauffeur toonde een grote gelijkenis met de zanger Gilles Dreux en daarom keek getuige wat nader toe. Hij zag achteraan in het voertuig een kerel die goed op Geyer geleek, en een gesprek voerde met de chauffeur. Toen deze getuige later met Habran en Geyer werd geconfronteerd, herkende hij ze dadelijk uit een groep van 20 personen.

De h. Huelin zag vanuit zijn tandprothese-laboratorium aan de nabijgelegen Teniersstraat, omstreeks 15u30, een rode Fiat vertrekkensgereed staan. Toen getuige een kwartier later nogmaals door het venster keek, was de auto al verdwenen. De h. Van Eeckhoudt, die een benzinepompstation uitbaat bij het warenhuis hoorde plots tweemaal schieten. Enkele seconden later zag hij uit de garage van het warenhuis een rode Fiat tevoorschijn komen die in grote snelheid wegreed en de Jeruzalemstraat insloeg.

Nylonkous

Het was getuige onmogelijk de inzittende nauwkeurig waar te nemen. Het voertuig droeg een donkere nummerplaat met witte cijfers en letters. De h. Depauw, die als personeelshoofd bij het warenhuis is tewerkgesteld, was net in de werkplaats onder het warenhuis bedrijvig, toen hij plots twee sirenen, die van bankwagen en die van het grootwarenhuis zelf, hoorde loeien. Toen hij buiten ging kijken merkte hij een gangster op, gemaskerd met een bleek kleurige nylonkous en gewapend met een machinepistool.

Op aanvraag van de jury werden zowel Habran als Geyer bereid gevonden de kous over het hoofd te trekken die eerst-vernoemde bij zijn aanhouding bij zich had. Doch de panty van Habran is heel wat donkerder dan de nylonkous die bij de overval gebruikt werd. Getuige hoorde eveneens tot tweemaal toe schieten, maar kan niet zeggen of de chauffeur van de Fiat gemaskerd was.

Getuige Van De Waeter is filiaalhouder van de Bank Lambert in het warenhuis. Toen hij de sirenes hoorde loeien, kwam hij door het venster kijken en zag de rode Fiat tevoorschijn komen. Een man sprong in de wagen, die er dan snel vandoor reed.

Boekhandelaar Peel die vanuit zijn winkel recht tegenover het warenhuis door een klant van de overval verwittigd was, zag enkele minuten later de Fiat voorbijrijden, doch hij had de indruk dat de man naast de chauffeur Habran wel een snor had toen hij werd aangehouden.

Vandaag gaat het getuigenverhoor verder.

Bron: Gazet van Antwerpen | 28 November 1974

Verklaring van afwezige getuige wijst op schuld van Habran en Geyer

Er werden donderdag opnieuw talrijke getuigen ondervraagd door het Hof van Assisen van Brabant, in het proces van Marcel Habran en Nicolas Geyer, beschuldigd op 18 december 1972 bankloper Mare Ronsse te hebben doodgeschoten en twee bankbedienden te hebben gekwetst bij een overval In de Priba-Brusilia te Schaarbeek.

Een verklaring van de thans verdwenen getuige, de genaamde Christiaans die op 22 februari 1973 aan de BOB te Brussel formeel Habran en Geyer als de daders aanduidde van de overval, dreigt bezwarend te worden voor beide beklaagden.

Eerste getuige was Mw. Van Houteghem, verkoopster bij Priba-Brusilia, die op 18 december 1872 plots de alarmsirene hoorde loeien, en even later bij de garage van het grootwarenhuis een niet gemaskerde man opmerkte die met de kolf van een pistool een andere man hard op bet hoofd sloeg. Hij had een rode motorrijdershelm op het hoofd. Getuige hoorde even later tweemaal schieten.

Mw. Kinet was de dag van de overval in de boekenwinkel, tegenover de Priba-Brusilia toen ze plots de sirene hoorde loeien. Ze zag even later uit de garage van het grootwarenhuis een man komen, die even achteruit liep en wat verder dodelijk getroffen ln elkaar zakte. Zoals ze later vernam, ging het om bankloper Mare Ronsse. Getuige vroeg de boekhandelaar de politie op te bellen. Enkele seconden later reed een rode Fiat, met verscheidene mannen erin, voor de boekhandel voorbij.

De h. Gillon is de eigenaar van de rode Fiat, waarmee de gangsters de overval gingen plegen. Getuige had zijn auto op 15 december 1972 onbeheerd achtergelaten op de Brillat de Savarinlaan, te Elsene. De daaropvolgende ochtend was het voertuig verdwenen. Tijdens de twee dagen dat het voertuig in het bezit was van de gangsters werd er 47 km mee afgelegd.

Het echtpaar De Bleser-De Cock kwam de dag van de feiten per auto bij de Priba-Brusilia aangereden, toen er plots uit de afrit naar de garage een rode Fiat tegen hoge snelheid kwam opdagen. De h. De Bleser, die aan het stuur zat, moest stoppen om een botsing te vermijden. Gezien de houding van de inzittenden van de Fiat hem abnormaal voorkwam, reed de h. De Bleser het voertuig achterna. Op de plaats waar de Haachtsesteenweg onder de Lambermontlaan loopt, zag het echtpaar dat de Fiat plots stopte en dat er een man met een zwarte aktetas uitstapte, die het dadelijk op een lopen zette. De h. De Bleser reed toen naar het politiecommissariaat van Schaarbeek om er te vertellen wat hij had gezien.

Getuigen Verhagen en Putmans zaten beiden de dag van de feiten in een wagen bij de Leeuwenoprit te Schaarbeek. Nadat Putmans een alarmsysteem had gehoord, zag hij in zijn achteruitkijkspiegel een man lopen die in een wat verder geparkeerde Mercedes sprong. Even later hoorden getuigen schieten en zagen ze een politieagent komen aanlopen met een machinepistool. Getuige Putmans verplaatste toen zijn eigen auto zodat de Mercedes onmogelijk kon wegrijden Zo kon de politie de inzittende van het voertuig, Geyer, aanhouden.

De Griekse uitbater van een benzinepompstation, gevestigd aan het begin van de steenweg naar Vilvoorde, zag een man over een twee meter hoge muur klauteren terwijl op een zekere afstand verscheidene agenten kwamen aanlopen. Het was Habran, die plots een voorwerp in het struikgewas weggooide en enkele minuten later, nadat herhaaldelijk in de lucht was geschoten, kon worden aangehouden.

Vrouwen

Vervolgens kwamen drie vrouwen getuigen die een belangrijke rol speelden in het leven van Habran. De 31-jarige Emilie N. werd in 1951 de echtgenote van Habran en schonk hem later drie kinderen. Het bleek aanvankelijk een goed gezin te zijn, maar toen de vrouw van 1957 af in de prostitutie verzeild geraakte, liep alles mis. Zowel de vrouw als Habran werden in 1960 uit de ouderlijke macht ontzet. Volgens getuige werd zij niet door Habran tot de prostitutie gebracht.

Vervolgens was het de beurt aan de 34-jarige Claire R., die twaalf jaar de vriendin van Habran bleef, maar in 1972 definitief met hem brak om met een andere man te trouwen. In de periode na de breuk met Habran, schreef ze een brief naar de Luikse politie waarin ze verklaarde, bang te zijn voor haar gewezen vriend en ze schilderde hem af als een moordenaar. Achteraf trok ze deze verklaringen weliswaar weer in.

Dan verscheen nog de 23-jarige Laure C., die eveneens sinds 1962 de vriendin van Habran werd. Zij was ook prostituée, maar ze verklaarde formeel dat Habran haar daartoe niet had verplicht.

Tijdens de namiddagzitting werd geneesheer Devos ondervraagd die op 3 januari 1973 bij Geyer vaststelde dat beide oorvliezen waren doorboord. Een oogarts stelde anderzijds vast dat Geyer bijziend is en een bril moet dragen.

Raymonde Gonzatti is de echtgenote van Geyer en woont te Bressoux. In 1972 kreeg ze elk weekend het bezoek van haar man die haar toen vertelde in Brussel een winstgevende zaak in Jackpots uit te baten. Geyer bleek volgens getuige veel van zijn kinderen te houden.

De weduwe van het slachtoffer, mevr. Ronsse, zei dat haar vier kinderen, thans respectievelijk 16, 14. 11 en 7 jaar oud zijn en dat haar familie veel verdriet heeft door het sterven van haar echtgenoot.

De verdediging verklaarde zich aan te sluiten bij het verdriet van de weduwe maar zegde dat de beklaagden niet de minste schuld treffen voor de dood van het slachtoffer.

Vervolgens stelde voorzitter Terlinden vast dat twee geciteerde getuigen, namelijk Christiaans en Lippens, niet voor het hof zijn verschenen om te worden ondervraagd. Van Christiaans weet niemand waar hij op dit ogenblik vertoeft. Wat Lippens betreft, deze schijnt ergens in de provincie bij een vriendinnetje te wonen. Ingaande op een strafvordering van het openbaar ministerie veroordeelde de voorzitter Lippens tot 3.000 fr. boete omdat hij nagelaten had als getuige te verschijnen.

De voorzitter vatte vervolgens aan met de lezing van de verklaring die Christiaans aan de BOB te Brussel aflegde op 22 februari 1973. Uit deze verklaring blijkt dat Christiaans de avond van de 18de december 1972 van de overval te Schaarbeek die het leven kostte aan een bankbediende, op de hoogte kwam door naar het radionieuws te luisteren.

Christiaans dacht onmiddellijk dat de overval het werk was van Habran en nog dezelfde avond kreeg hij het bezoek van Leduc die erg opgewonden was. Leduc verklaarde dat hij onmiddellijk naar Frankrijk zou moeten vluchten gezien hij werd gezocht wegens de overval te Schaarbeek die hij samen met Geyer had gepleegd en waarbij een vierde medeplichtige, de genaamde Cepinek (beter gekend als lange Jef) zo dom geweest was een man dood te schieten.

Leduc kwam ondertussen te Luik tijdens een vuurgevecht met de politie om het leven. Cepinek is thans te Doornik opgesloten in het instituut voor krankzinnigen.

Op dat ogenblik werd de voorzitter onderbroken door de advocaat van Geyer, Mtr. Vergauwen, die vroeg of het hof alles in het werk zou stellen om de twee getuigen, Christiaans en Lippens, terug te vinden gezien de verdediging geenszins afziet van het verhoor van het Hof van Assisen van deze twee personen.

De voorzitter ging in op de vraag van de verdediging wat meteen inhoudt dat de verklaring, afgelegd door Christiaans en Lippens eventueel zouden kunnen worden teruggevonden. Mocht dit niet gebeuren voor maandag zal de verklaring van Christiaans maandag in haar geheel door de voorzitter worden voorgelezen. Vandaag gaat het getuigenverhoor verder.

Bron: Gazet van Antwerpen | 29 November 1974

Nog getuigen over aanhouding van Habran en Geyer

De zitting ven vrijdag voor het Assisenhof van Brabant in het proces van Marcel Habran en Nicolas Geyer, was nog geheel gewijd aan het verhoor van getuigen die bij de bewogen arrestaties van Habran en Geyer waren betrokken. Habran en Geyer worden ervan beschuldigd op 18 december 1972 bankloper Mare Ronsse te hebben doodgeschoten en twee bankbedienden te hebben gekwetst tijdens een overval in het grootwarenhuis Priba-Brusllia te Schaarbeek.

Wetsgeneesheer Dr. Voordecker onderzocht Habran en Geyer 18 dagen na hun aanhouding en bracht daarover verslag uit als getuige. Bij Habran vond hij sporen van recente verwondingen aan hoofd, borst en benen. Bij Geyer, die erover kloeg dat hij slecht hoorde, stelde de geneesheer vast dat zijn beide trommelvliezen doorboord waren.

Daarna werden verscheidene politieagenten van Schaarbeek gehoord die Habran en Geyer gezien hebben op de dag van de feiten. Agent Ciroux heeft zowel Geyer als Habran gezien op 18 december 1972, ’s avonds. Beiden vertoonden verwondingen, maar de agent kon niet zeggen of die verwondingen het gevolg waren van slagen.

Agent Vandevelde zag dat Geyer schrammen aan het voorhoofd had opgelopen. Agent Nedar zag Habran en Geyer in de lokalen van de derde afdeling van de politie van Schaarbeek. Habran lag in een vertrek met bebloed aangezicht op de grond, met de handen op de rug gebonden. Getuige meent dat Habran gewond raakte toen hij tijdens de achtervolging van een 2 meter hoge muur sprong. Geyer zag hij in een ander lokaal op een stoel zitten, geboeid. Hij was licht aan het voorhoofd gewond.

Agent Bertels vertelde dat Habran en Geyer in de politiewagen aan handen en voeten geboeid waren, direct na de aanhouding. Geyer bleef rustig in de wagen, maar Habran protesteerde heftig en moest door twee of drie agenten vastgehouden worden.

Geknipt

Tijdens de namiddagzitting vertelde de h. Cox, gewezen gevangenisdirecteur, dat hij op 11 januari 1973 een onderhoud met Habran had, die zich ondertussen de haren had laten kortknippen. Het gevolg was dat Habran er zodanig was door veranderd, dat getuige hem niet meer herkende. De verdediging citeerde deze getuige om twijfel te doen ontstaan betreffende de verklaring af gelegd door een andere getuige, de h. Lhost, die kwam vertellen dat een man in de rode wagen van de gangster een treffende gelijkenis vertoonde met zanger Gilles Dreux.

Mw. Delcourt bevond zich de dag van de feiten samen met haar twee kinderen bij de Priba-Brusilia te Schaarbeek. Ze zag plots een man neervallen en trachtte een andere man tegen te houden opdat hij hulp zou bieden aan de gekwetste die door een kogel getroffen was. Doch de man liep door en riep getuige toe met haar kinderen te gaan schuilen. Getuige zag even later een Fiat, waarin twee mannen waren gezeten met bruine maskers voor het aangezicht. Bankbediende Joei stelde vast dat er voor 626.677 fr. werd weggenomen.

Maandag e.k. worden nog getuigen ondervraagd.

Bron: Gazet van Antwerpen | 30 November 1974

Scherp rekwisitoor voor Assisenhof van Brabant

Ondanks het verzet van de verdediging, die verdaging vroeg omdat een psychiater ziek is, ging het proces tegen Marcel Habran en Nicolas Geyer verder voor het Assisenhof van Brabant. Beiden worden ervan beschuldigd op 18 december 1972 bankloper Marc Ronsse te hebben doodgeschoten en twee bankbedienden te hebben verwond bij een overval op de Priba te Schaarbeek. In zijn rekwisitoor bestempelde advocaat-generaal De le Court beschuldigde Habran als een van de gevaarlijkste mannen die er in ons land rondlopen. Hij eiste een zware straf.

Bij aanvang van de zitting bracht advocaat-generaal de Le Court zijn advies uit over de vraag van de verdediging tot verdaging van het proces gezien de afwezigheid wegens ziekte van psychiater Dr. Cordier. Deze arts achtte Habran verantwoordelijk voor zijn daden. Het Openbaar Ministerie kantte zich tegen de verwijzing van de zaak naar een latere datum. De openbare aanklager voegde er aan toe dat hij erg zijn in zijn rekwisitoor, wat de eventuele internering van Habran betreft, al zou hij toch lliefst van al de strafwet zijn toegepast.

Na een beraadslaging van het Hof, die 20 minuten duurde, verklaarde voorzitter Terlinden, dat de afwezigheid van psychiater Cordier de rechten van de verdediging geenszins in het gedrang brengt. De verdediging krijgt immers de kans om haar eigen standpunt breedvoerig uiteen te zetten wanneer ze zal pleiten.

Verslagen

Toen las de voorzitter het verslag voor dat psychiater Dr. Devry opstelde, nog vooraleer Habran in 1961 als pooier voor het Hof van beroep te Luik verscheen en er werd geïnterneerd. Psychiater Devry wees op de zwaar belaste erfelijkheid van Habran. Zijn vader was een verstokte dronkaard en zijn grootmoeder pleegde zelfmoord. Habran zelf raakte vrij jong aan de drank verslaafd wat aanleiding gaf tot psychische stoornissen.

”Habran heeft een normaal middelmatig verstand, maar is niettemin een prikkelbaar psychopaat, die dermate onevenwichtig is dat hij niet langer als verantwoordelijk voor zijn daden kan worden beschouwd”, aldus de bevindingen van Dr Devry.

Het verslag van de afwezige Dr. Cordier sloot in grote lijnen aan bij dat van Dr. Devry. Psychiater Cordier voegde er evenwel aan toe dat Habran als gevolg van zijn onevenwichtigheid uiterst gevaarlijk is voor de maatschappij en in geen geval weer in vrijheid mag worden gesteld.

Wat beklaagde Geyer betreft, blijkt uit het verslag van psychiater dat deze superieur intelligent is en volkomen evenwichtig en toerekeningsvatbaar.

Burgerlijke partijen

Mr. J. Malherbe begon toen te pleiten voor de twee burgerlijke partijen, de familie van het slachtoffer Mare Ronsse en de Bank van brussel. De advocaat had het aanvankelijk over het leed dat de familie Ronsse door de dood van het slachtoffer trof. Vervolgens zei de advocaat dat de Bank van Brussel reeds 40 maal werd overvallen.

“Andere overvallen zoals die bij de AMP te Anderlecht en bij de firma Solvay te Neder-over-Heembeek, vertonen een grote gelijkenis met die gepleegd in de Priba-Brusilia te Schaarbeek, zodat men mag aannemen dat ze door dezelfde bende werd uitgevoerd”, zei de advocaat.

Uit de verklaringen van de thans in het buitenland verblijvende Christiaens blijkt dat Habran na de overval bij de AMP te Anderlecht er mee dreigde een van de gangsters die er aan deelnam en werd gekwetst, de genaamde Brison, neer te schieten, omdat hij zich ondanks de opgelopen verwondingen, in het publiek bleef vertonen. Voorts bleek uit de verklaringen van Christiaens dat Habran schier na elke hold-up de krant ging lezen en er zich telkens op beroemde een mooie slag te hebben thuis gehaald.

“Wat de overval te Schaarbeek betreft werden zowel Geyer als Habran door verscheidene getuigen herkend. Hun aanwezigheid enkele minuten later in de nabijheid van de wagen die bij de overval werd gebruikt, laat geen enkele twijfel bestaan over hun schuld”, aldus Mr. Malherbe.

Het openbaar ministerie bestempelde Habran als een van de gevaarlijkste inwoners van ons land. De taak van de openbare aanklager bestaat er niet in een overbiddelijke rekwisitoor uit te spreken, maar wel de maatschappij te beschermen tegen gevaarlijke individuen. De beklaagden moeten streng worden gestraft.

Geyer werd als volledig verantwoordelijk voor zijn daden bevonden en derhalve moet de strafwet op hem worden toegepast. Anders is het gesteld met Habran, die volgens de psychiaters niet verantwoordelijk voor zijn daden is en daarbij een groot gevaar voor de maatschappij betekent. De advocaat-generaal gaat er van uit dat Habran net als Geyer een zware veroordeling moeten oplopen. Het openbaar ministerie wil wel aanvaarden dat de wet op het sociaal verweer wordt toegepast voor wat de internering van Habran zou betekenen.

Vervolgens begon Mr. Delfosse, advocaat van Habran, aan zijn pleidooi. De advocaat zegde dat elk materieel bewijs nopens de schuld van zijn cliënt ontbreekt. Zolang er dienaangaande twijfel bestaat, mag geen enkele beschuldigde worden veroordeeld. Mr. Delfosse stemde toen de jury op haar hoede voor het gevaar van een rechterlijke dwaling, die de veroordeling kan inhouden van een man die eigenlijk onschuldig, is maar het niet voldoende Kan bewijzen.

Woensdag gaan de pleidooien verder.

Bron: Gazet van Antwerpen | 4 December 1974

Eindeloze pleidooien in proces Habran en Geyer

De hele dag door werden woensdag voor hef Assisenhof van Brabant de advocaten van de verdediging gehoord in het proces van Marcel Habran en Nicolas Geyer, beschuldigd op 18 december 1972 bankloper Mare Ronsse te hebben doodgeschoten en twee bankbedienden te hebben gekwetst tijdens een overval op de Priba-Brusilia te Schaarbeek.

Mr. Xavier Magnée, tweede advocaat van Habran, hield zélfs een pleidooi dat vier uren duurde en waarin hij poogde aan te tonen dat zijn cliënt ónmogelijk aan de overval te Schaarbeek kon hebben deelgenomen.

De advocaat had het aanvankelijk over de tegenstrijdige verklaringen door meerdere getuigen omtrent de feiten afgelegd. Sommige van deze getuigen meenden 3 gangsters te hebben opgemerkt, andere spraken van 4. De gestalte van Habran is alleszins verschillend van die welke door de getuigen werd beschreven.

De klant van een boekenwinkel rechtover het warenhuis getuigde over een Fiat waarin 3 of 4 mannen zaten. Er bestaat
volgens de advocaat twijfel over of het om de wagen van de overval ging. Sommige getuigen beweerden dat Habran een donkerblauwe jekker droeg, terwijl hij in feite met een donkere jas was gekleed. Sommigen beschreven Habran als lomp en zwaarlijvig, anderen weer als slank en lenig als een kat.

Toen de gangsters van het warenhuis wegreden waren ze in het bezit van een bruine aktetas, toebehorende aan de Bank van Brussel, een hoeveelheid checks, verscheidene vuurwapens waaronder machinepistolen, en van meerdere carnavalmaskers. Waar waren al deze voorwerpen naartoe toen Geyer en Habran een kwartier later elders te
Schaarbeek werden aangehouden?

Twijfel

Toen later tot confrontaties werd overgegaan, wisten sommige getuigen Geyer of Habran aan te duiden, maar telkens aan de hand van de foto's die ze voordien in de kranten hadden zien verschijnen.

Mr. Magnée achtte het weinig waarschijnlijk dat de man die bij de brug onder de Lambermontlaan te Schaarbeek uit de Fiat van de gangsters stapte, in een zwarte aktetas al deze wapens, maskers en checks had kunnen opbergen. Zelfs als men aanneemt dat er machinepistolen bij waren die uit mekaar konden worden genomen.

Indien Habran en Geyer toevallig bij de gestolen Fiat werden opgemerkt, was het louter omdat ze er een man opwachtten met wie ze handel in een bepaalde koopwaar dreven, aldus de verdediging. De advocaat vroeg de jury Habran vrij te spreken voor de overval te Schaarbeek, op grond van de twijfel, en hem te laten interneren op grond van valse identiteitspapieren die in zijn bezit werden gevonden.

Tijdens de namiddagzitting verklaarde Mr Helena Hauptman, derde advocaat van Habran, zeker te zijn van de onschuld van haar cliënt. Toen Habran voor de jury bereid was de panty over het hoofd te trekken en de kleren die hij de dag van zijn aanhouding droeg, weer aan te trekken, gaf hij blijk van zijn goede trouw. Het is duidelijk dat Habran zeker niet de man was die bankloper Ronsse doodschoot. Habran tot een zware straf veroordelen staat, gezien zijn leeftijd, nagenoeg gelijk met hem levenslang op te sluiten tussen vier muren.

Geyer

Mr. Vergauwen pleitte voor beklaagde Geyer. Op het ogenblik van zijn arrestatie was Geyer wegens een verkeersovertreding veroordeeld tot slechts 8 dagen gevangenisstraf met uitstel en 2 maanden rijverbod. De advocaat wilde vervolgens bewijzen dat Geyer in geen geval deelnam aan de overval. Geyer werd door geen enkele getuige op de plaats van de feiten zelf herkend, en later tijdens een confrontatie kon een getuige hem slechts aanwijzen nadat zijn foto in de kranten was verschenen.

Acht maanden na de aanhouding van Geyer liet rechtervan instructie Grondel dreggingswerken uitvoeren door kikvorsmannen in het water van de Zenne, die vloeit in de nabijheid van de plaats waar beide beklaagden werden aangehouden. Er werd gehoopt in het water de wapens terug te vinden die Habran en Geyer er even voor hun aanhouding in weggegooid konden hebben. De dregginswerken leverden niets op, waaruit eens te meer blijkt dat Habran noch Geyer wapens bij zich hadden toen ze door de politie nabij de gestolen Fiat werden opgemerkt.

De advocaat verwees dan even naar het hoofdkussen dat in het bezit van Geyer bij zijn aanhouding werd aangetroffen. Mocht dat voorwerp werkelijk compromitterend zijn geweest, zoals het openbaar ministerie beweert, dan zou Geyer dit even goed net als de wapens en de maskers hebben laten verdwijnen. Mr. Vergauwen weigerde over de persoonlijkheid van Geyer te spreken, want het feit dat zijn aangezicht sympathiek of antipathiek voorkomt, verandert niets aan zijn onschuld.

Het arrest wordt tegen donderdagavond verwacht.

Bron: Gazet van Antwerpen | 5 December 1974

18 jaar voor Habran en 10 voor Geyer

De jury van het Assisenhof van Brabant - vier dames en acht heren - achtte Marcel Habran en Nicolas Geyer Schuldig aan de overval gepleegd op 18 december 1972 in de PribaBrusilia te Schaarbeek, waarbij bankloper Mare Ronsse werd doodgeschoten en twee bankbedienden gekwetst. Het nog tamelijk milde arrest was voor een deel te wijten aan de afwezigheid van elke criminele straf voor beide beklaagden. Habran kreeg 18 en Geyer 10 jaar.

De zitting van donderdag begon met het pleidooi van Mr.François, tweede advocaat van Greyer. Als er bij de juryleden geen volstrekte zekerheid over de schuld van Habran en Geyer aanwezig is, mogen ze ook niet worden veroordeeld, aldus pleiter.

Er bestaat geen enkele zekerheid over de aanwezigheid van Habran en Geyer bij het warenhuis. Er zijn alleen enkele vage verklaringen van een 70-jarige man, die beweerde Geyer te hebben opgemerkt in de flat van de gangsters. Doch die Geyer had geen bril op, wat ondenkbaar is gezien de beklaagde erg bijziende is. Geyer zat bovendien, volgens getuige, achteraan in de wagen, wat onmogelijk is gezien de achterbank ontbrak.

Hoofdkussen

De aanwezigheid van Habran en Geyer enkele minuten na de feiten bij de oprit te Schaarbeek, kan slechts verdacht zijn indien die aanwezigheid verband heeft met de feiten gepleegd nabij het warenhuis. De rechter van instructie verklaarde Geyer schuldig, omdat hij 13 maanden wachtte alvorens een aanvaardbare uitleg te geven over het hoofdkussen dat in zijn bezit werd gevonden op het ogenblik van zijn arrestatie.

Zo dit hoofdkussen werkelijk had gediend bij de overval, had Geyer er zich even goed van kunnen ontdoen als van de wapens en de maskers. Mr. François besloot met te verklaren dat Geyer geenszins een beroepsdief is en deed een beroep op de jury om hem onschuldig te verklaren.

In zijn repliek verklaarde advocaat-generaal Delecourt nogmaals dat Habran een van de vijf gevaarlijkste mannen van ons land is, in staat om aan een overval zoals die te Schaarbeek deel te nemen. Ook het feit dat hij slechts op 25 meter van de Fiat van de gangsters even voor zijn aanhouding door de politie werd opgemerkt, laat geen verdere twijfel over zijn schuld bestaan.

Voor Habran repliceerden Mr. Delfosse en Magnee, en voor Geyer Mr. Vergauwen, die zonder meer verklaarden dat de veroordeling van de twee beklaagden een groot onrecht zou betekenen. Habran stond toen even recht en verklaarde dat hij niets meer te zeggen had. Geyer van zijn kant betoogde dat hij reeds 727 dagen in voorhechtenis zit opgesloten ondanks het feit dat hij volkomen onschuldig is.

25 Vragen

Toen las voorzitter Terlinden de 25 vragen voor die de jury dienden te beantwoorden. De twee eerste vragen of Habran en Geyer als daders optraden van de hold-up te onder bedreiging en met het gevolg dat bankloper Mare Ronsse werd gedood. De vijfde en zesde vraag of Habran in het bezit was van valse identiteitspapieren en of hij er gebruik van maakte. De zevende en achtste vraag of Habran en Geyer een gestolen Fiat heelden. De negende vraag of Habran een te Manege gestolen identiteitskaart heelde.

In de tiende tot en met de veertiende werd gevraagd of Habran en Geyer slagen en verwondingen toebrachten aan bankbedienden Schulte en Jeanmotte en of laatstgenoemd slachtoffer er een blijvende werkonbekwaamheid van over hield. De 15de tot en met de 24ste vraag of Habran de feiten, vermeld in vorige vragen, pleegde op een ogenblik dat hij in een staat van volledige onevenwichtigheid verkeerde

De 25ste en laatste vraag of Habran zo onevenwichtig is dat hij niet langer als verantwoordelijk voor zijn daden kan worden beschouwd.

Schuldig

Na een beraadslaging die vier uren duurde, antwoordde de jury positief op de eerste tot en met de zevende vraag en op de negende tot de veertiende vraag. Er werd geen antwoord gegeven op de 15de tot en met de 24ste vraag, die verband hielden met het sociale verweer. Er werd negatief geantwoord op de 8ste en de 25ste vraag.

Met andere woorden, Habran en Geyer werden schuldig bevonden onder bedreiging en geweld deel te hebben genomen aan de overval bij de Priba-Brusilia te Schaarbeek en betrokken te zijn geweest bij het doodschieten van bankloper Mare Ronsse om de onstrafbaarheid van deze feiten te waarborgen. Verder om bankbedienden Schulte en Jaenmotte slagen te hebben toegebracht wat voor laatstvernoemd slachtoffer een blijvende werkonbekwaamheid tot gevolg had.

Habran werd eveneens schuldig bevonden aan het bezit en het gebruik van valse identiteitspapieren die te Manage werden gestolen en van het helen van een Fiat dat eveneens werd ontvreemd.

Uit de negatieve antwoorden blijkt dat Habran wel verantwoordelijk is voor zijn daden en dat Geyer geenszins de gestolen Fiat heelde.

Straf

Advocaat-generaal De le Court pleitte toen over de straf. Geruchten doen de ronde als zou Habran in geval van veroordeling zijn ontsnapping uit de gevangenis hebben voorbereid. Gezien de ernst van de pleegde feiten vroeg het openbaar ministerie een bijzonder zware straf voor Habran, maar liet de bepaling ervan over aan het oordeel van de jury.

Het openbaar minister toonde zich milder tegenover Geyer die kan terugblikken op een smetteloos verleden. Mr. Magnée, advocaat van Habran, verklaarde dat zijn cliënt hem formeel verbod had opgelegd over de straf te pleiten ingeval hij schuldig zou worden bevonden. Als Habran van hier weggaat zal hij zijn geheim met zich meedragen, aldus Mr. Magnée.

Mr. François, advocaat van Geyer, verklaarde verpletterd te zijn door het verdikt van de jury en stelde een tegenstrijdigheid vast in de uitspraak. Geyer werd immers niet schuldig bevonden aan de heling van de Fiat die bij de overval werd gebruikt en toch schuldig bevonden aan de feiten zelf. De advocaat vroeg ten slotte om een gematigde straf.

Na een nieuwe beraadslaging van 35 minuten en waaraan zowel het hof als de jury deelnamen, las voorzitter Terlinden het arrest voor.

Marcel Habran werd veroordeeld tot 18 jaar dwangarbeid en Nicolas Geyer tot 10 jaar opsluiting. Als verzachtende omstandigheid werd rekening gehouden met afwezigheid van andere criminele straffen in het verleden van beide beklaagden.

Bron: Gazet van Antwerpen | 6 December 1974

BOB niet

In het proces tegen Marcel Habran en Nicolas Geyer voor het Hof van Assisen van Brabant werd soms met de logica een loopje genomen.

Verscheidene leden van de gerechtelijke politie namen op de getuigenstoel plaats en ook talrijke leden van de Schaarbeekse politie kregen de kans hun zegje te doen.

Afgezien van de waarde van hun verklaringen kan men zich toch de vraag stellen waarom de BOB van Brussel niet werd gedagvaard, die de thans voortvluchtige Lippens en Christiaens indertijd hebben ondervraagd. De verklaringen die Lippens en Christiaens aan de BOB aflegden waren van groot belang.

In het Assisenhof werd wel medegedeeld dat Lippens en Christiaens door de BOB aan de tand werden gevoeld, maar het is niet duidelijk waarom de BOB van Brussel niet werd opgeroepen om zelf te getuigen. Uit jaloersheid of afgunst?

Bron: Gazet van Antwerpen | 6 December 1974

Habran in verbreking

Marcel Habran die vorige donderdag tot 18 jaar dwangarbeid werd veroordeeld wegens deelneming aan een overval op een warenhuis te Schaarbeek in 1972, wil de zaak laten herzien door het Hof van Verbreking. Men weet dat dit alleen kan wanneer een procedurefout is gebeurd. Zo het Hof van Cassatie inderdaad één of andere fout erkent, wordt de zaak aanhangig gemaakt bij een ander Hof van Beroep. Nicolas Geyer, die veroordeeld werd tot tien jaar cel, ging nog niet in verbreking. Hij heeft tot maandag de tijd om dit te doen.

Bron: Gazet van Antwerpen | 11 December 1974

Ook Geyer in verbreking

Na Marcel Habran, wil nu ook Nicolas Geyer zijn zaak laten herzien voor het Hof van Verbreking. Beiden werden vorige week door het assisenhof van Brabant veroordeeld, respectievelijk tot 18 en 10 jaar opsluiting. Ze werden veroordeeld wegens deelname aan een overval te Schaarbek waarbij een bankbediende door de gangsters werd neergeschoten.

Bron: Gazet van Antwerpen | 12 December 1974

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | YouTube

Re: Schaarbeek: 18 December 1972

Ben wrote:

Habran tot een zware straf veroordelen staat, gezien zijn leeftijd, nagenoeg gelijk met hem levenslang op te sluiten tussen vier muren.

Dat was in 1974, ik denk dat hij nog altijd leeft (in de 90) en het was niet het laatste feit op z'n palmares. Bijlange niet. Doet zich voor als een bompa maar is een kille psychopaat.

Re: Schaarbeek: 18 December 1972

En niet te vergeten dat zijn gewelddadige kompaan, eveneens in 2010 veroordeeld, enkele opvallende uiterlijke gelijkenissen vertoond met de robotfoto's van 'The Killer'.

5

Re: Schaarbeek: 18 December 1972

(...) Reyniers pakte Habran – die toen 38 was – op 18 december 1972 op nadat die samen met drie medeplichtigen een overval op het toenmalige Priba-Brusilia warenhuis in Schaarbeek had gepleegd. De gangsters sloegen toe in de ondergrondse garage van de Brusilia toen een geldwagen daar de dagontvangsten kwam ophalen.

Eén van de gangsters brak met de kolf van zijn machinegeweer het jukbeen van geldkoerier Edmond Jeanmotte. De andere geldkoerier, Marc Ronsse, probeerde te vluchten maar de overvallers schoten hem dood.

Marcel Habran en zijn medeplichtige Nicolas Geyer werd minuten na de overval per toeval door de politie van Schaarbeek opgepakt. Allebei werden ze serieus bijgewerkt door de politieagenten. Habran liep bij zijn arrestatie vier gebroken ribben en een gebroken neus op. Zowel Habran als Geyer zijn altijd blijven ontkennen dat ze iets met de overval te maken hadden. “Tientallen uren heb ik hen ondervraagd. Er is niets uitgekomen”, zegt Reyniers, toen commissaris belast met groot banditisme.

In december 1974 werden Habran en Geyer allebei door het Brusselse hof van assisen veroordeeld tot 18 jaar cel na een zeer incidentrijk proces waarbij de arrogante Habran zelfs de voorzitter van het hof uitschold. “Die 18 jaar waren een cadeau. Hij is er zeer goedkoop vanaf”, vindt Reyniers vandaag nog altijd. Psychiaters noemden Habran op het proces “een emotioneel man, angstig, agressief en middelmatig begaafd” en vooral “uiterst gevaarlijk”. Volgens zijn advocaten – onder wie Xavier Magnée, de latere advocaat van Marc Dutroux – was hij “een gevoelig man, vol menselijkheid en warme vriendelijkheid. Volkomen ongevaarlijk.”

Bron » Nieuws

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via » Facebook | YouTube