Over de doden niets dan goeds, al was het alleen maar omdat die zich niet meer kunnen verweren.
Om die reden wil ik mijn gal spuien over het GEDRAG van de (gewezen) commissaris van de Staatsveiligheid, Christian Smets, die immers het volgende heeft verklaard:
“Pour les Delhaizes le racket n’est PAS UNE PISTE mais UN FAIT, ce que je sais d’une source FAMILIALE très bien placée pour me l’affirmer. Aux imbéciles qui disent «et ils n’ont rien dit à la justice» je réponds: fallait-il ne PAS PAYER, risquer d’autres massacres, d’autres vies innocentes et contraindre des milliers de gens peu qualifiés au Chômage? Chacun ses choix.”
Die stellingname mag dan wel zijn ingenomen door een ‘zeer goed geplaatste familiebron’, die Christian Smets daarvan op de hoogte heeft gebracht, dan was het niet aan Christian Smets om dat niet door te brieven aan de politie, althans de verklaring van wijlen Christian Smets, geeft mij alles behalve de indruk dat hij deze wetenschap direct of tijdig heeft gedeeld met politie en justitie, wat hij mede uit hoofde van zijn functie van commissaris van de Staatsveiligheid of burger van België wel had moeten doen.
Uit welke personen bestond die ‘goed geplaatste familiebron’ en waarom hebben zij niet gewoon de politie ten spoedigste gewaarschuwd of hierover direct één perscommuniqué gegeven of laten geven, althans wat moet je in vredesnaam met een ‘nep-moralistisch kulargument’ van ‘wij betaalden om nog meer moordpartijen te voorkomen en niet duizenden ongeschoolde mensen tot werkloosheid te dwingen en wie meent dat wij hierover iets tegen justitie hadden moeten zeggen, is een dwaas’? Dit zwijgen namens Delhaize of daaraan gelieerde personen, terwijl het land op stelten stond, met politiebewaking op het Delhaize-dak -, zal veeleer zijn ingegeven door informatie waarover de afpersers beschikten, waarvan de afgepersten niet wilden dat die naar buiten zou komen.
Uit respect voor Christian Smets zeg ik dan maar, die ‘goed geplaatste familiebron’ heeft de boel zwaar genaaid.
Ik neem aan dat hier Kamervragen over zullen worden gesteld, voor wat het waard is.
Als ik er (weer) niks van heb begrepen, bied ik mijn excuses aan.