In oktober 1978 stonden Freddy Vandeputte, Lebon en Michel Ghassoul terecht voor het assisenhof van Henegouwen. Ze moesten zich onder andere verantwoorden voor de schietpartij in Thulin. Lebon kreeg levenslang, Ghassoul en Vandeputte Elks 15 jaar.
Vandeputte, Lebon en Ghassoul voor Assisenhof van Henegouwen
Voor het Hof van Assisen te Bergen begint vandaag het proces tegen het drietal Vandeputte, Lebon en Ghassoul, die bekend raakten door enkele spectaculaire ontsnappingen uit de gevangenis. Tijdens het proces, dat drie weken zal duren, zullen het hof en de jury 37 hoofdbeschuldigingen tegen de drie beklaagden samen, en buiten die 8 beschuldigingen tegen Vandeputte alleen of met een andere beklaagde, nog eens 9 tegen Lebon en 10 tegen Ghassoul onderzoeken.
De namen van de drie beklaagden luiden als volgt: Alfred, Roger, Ghislain Vandeputte, chauffeur, geboren te Doornik op 5 juni 1948 en aldaar wonend in de Rue Duwez 5; Christian, Clement, Ghislain Lebon, arbeider, geboren te Gilly op 20 april 1954, wonend te Charleroi, Cité des Nutons 14; Michel, Abdelkader Ghassoul, kerner van Algerijnse nationaliteit, geboren te Fiers Escrebieux (Frankrijk) wonend Jamarlaan 2 te Sint-Gillis-Brussel.
Levenslang
Op 7 september 1976 ontsnapten de drie mannen uit de gevangenis van Leuven- Centraal en trokken naar Bergen. Vandeputte werd op 6 november 1975 tot levenslange dwangarbeid door het Hof van Assisen van Henegouwen veroordeeld wegens een gewapende overval op een van zijn taxi-cliënten, die omkwam.
Lebon, werd, evenéens door het Hof van Assisen, op 16 oktober 1975 tot levenslange dwangarbeid veroordeeld voor het vermoorden van een man die hij wilde bestelen.
Ghassoul ging op 18 april 1974 aan de haal met 3 miljoen fr. uit het postkantoor te Gilly. Hij werd door de correctionele rechtbank te Charleroi tot 7 jaren gevangenisstraf veroordeeld.
Na hun ontsnapping op 7 september 1976 stalen de drie mannen 4 auto's, kledingstukken, schoppen, een som van 32 000 fr., een mes, kettingen, rijbewijzen en identiteitskaarten.
Op 14 september 1976 overvielen de drie mannen een postwagen te Mourcourt die 2.850.500 fr. vervoerde. De begeleiders beten van zich af en de overvallers vingen bot. Vervolgens pleegden ze diefstallen in een warenhuis te Jemappes, waar ze een schot afvuurden naar een bediende die hen achtervolgde. De dag daarop stalen ze twee jachtgeweren in een wapenhandel te Blaton en de volgende dagen pleegden ze verscheidene inbraken in woningen.
Op 21 september overvielen ze het postkantoor te Tertre, maar ze moesten zonder buit afdruipen.
“Maak hem af”
Een dag later, op 22 september, waren ze in de bar “Le Tabou” te Thulin. De uitbaatster bemerkte dat een van hen een dolk bij had en ze verwittigde stiekem de rijkswacht.
Ghassoul wilde de uitbater spreken onderhet voorwendsel dat de man hem 120.000 fr. verschuldigd was, De uitbaatster verklaarde dat hij niet aanwezig was, en Ghassoul stelde onder bedreiging vast dat de vrouw de waarheid sprak.
Lebon ging een jachtgeweer met afgezaagde loop in de auto halen en Vandeputte vulde de glazen. Op dat ogenblik hoorden de drie de rijkswachtcombi stoppen. Ghassoul vluchtte naar achter, Lebon verborg het geweer en de rijkswachters Coinne en Herbint kwamen de bar binnen en vroegen de identiteitskaarten. Een rijkswachter stelde vast dat Vandeputte een dolk in zijn zak had zitten. Hij bracht zijn meerdere daarvan op de hoogte en deze trachtte Vandeputte bij de polsen te grijpen. Vandeputte kon zich losrukken en zijn twee spitsbroeders ter hulp roepen. Hij trok zijn pistool en vuurde tweemaal. Rijkswachter Herbint werd in de arm getroffen. Ook Lebon vuurde zijn wapen af en verwondde Coinne aan het hoofd en de benen.
Terwijl Vandeputte ervan door ging riep hij naar Ghassoul: “Maak hem af”. Ghassoul vuurde en trof Coinne in de linkerarm en rechter kuit. Dan vluchtten de drie.
Vandeputte en Lebon zeggen dat ze hun wapens afvuurden zonder het inzicht te doden en Ghassoul verklaart dat hij zijn pistool in paniek afschoot. Alle drie worden van moordpoging beschuldigd. Ghassoul en Vandeputte werden in het bos te Baudour na een echte mensenjacht aangehouden. Lebon werd in de streek van Charleroi gearresteerd.
Op 20 maart 1977 ontsnapten ze uit de gavangenis te Bergen en gijzelden een bewaker. Op 22 maart 1977 werd Ghassoul te Aat weer aangehouden. Op 23 maart werd Vandeputte te Doornik, en op 29 maart werd Lebon te Gilly aangehouden.
Ghassoul ontsnapte een vierde maal op 15 mei 1978 uit de gevangenis te Bergen. Drie dagen later werd hij teJemap-pes aangehouden. Op 10 september jl. trachtte hij weer te ontsnappen.
Bron: Gazet van Antwerpen | 2 Oktober 1978
Ontsnapte gangsters blijven solidair tot op de beklaagdenbank
In september 1976 stonden zowat alle politiediensten van het land in rep en roer, nadat uit de centrale gevangenis te Leuven vier gevaarlijke misdadigers waren ontsnapt. Na een ware mensenjacht werden er drie opnieuw aangehoudenen gezamenlijk opgesloten in de gevangenis van Bergen, van waaruit ze op 20 maart ’77 weer de plaat poetsten.
De periode dat de malaise onder het gevangenispersoneel in heel het land op zijn hoogtepunt was.
Maar ook dan was hun vrijheid van korte duur. Maandag verscheen het trio voor het Assisenhof van Henegouwen in Bergen om zich te verantwoorden voor een reeks misdrijven tijdens en na hun ontsnapping gepleegd, waarvoor ze naar het Assisenhof werden verwezen.
Van het viertal dat op 7 september te Leuven aan de haal ging werd er één nooit gesnapt, n.l. Francis Tislair (26), die in 1974 voor het Assisenhof van Namen ter dood werd veroordeeld wegens moord op een taxichauffeur. Hij verdween om zo te zeggen van de aardbol en zelfs in de akte van beschuldiging komt zijn naam niet voor. Overigens is de ontsnapping van gevangenen althans volgens de Belgische wetgeving, niet strafbaar op voorwaarde dat er geen gewelddaden mee gepaard gaan.
In Leuven ging het allemaal heel eenvoudig in zijn werk, zowat op dezelfde manier als geconsigneerde miliciens ’s avonds of ’s nachts over de muur van hun kazerne wippen.
Moordpoging
De vier klommen met behulp van aaneengeknoopte lakens tegen de gevangenismuur op. Aan dc andere kant had de broer van Vandeputte een ladder en en bestelwagen klaar gezet, zodat niets de lieve vrijheid nog in de weg stond. Heel die vrijheidsperiode en om te kunnen overleven pleegde het drietal een reeks gewapende overvallen en diefstallen o.a. van auto’s, uitgifte van valse cheque’s, overvallen en maakten zich schuldig aan moordpoging op twee rijkswachters van wie er een permanent werkonbekwaam blijft.
Dat gebeurde in de bar “Taboe” in Thulin, waar Ghassoul de uitbater 120.000 fr. wilde afpersen.
De barhoudster had toen discreet de rijkswacht verwittigd, maar toen de gendarmes tot de identiteitscontrole wilden overgaan, begonnen de drie te schieten. Vandeputte schreeuwde daarbij tot Ghassoul “Maak hem af”, doelend op de reeds neergeschoten rijkswachter die verder met kogels werd doorzeefd, maar die schietpartij toch overleefde.
Ook Vandeputte werd daarbij gewond. Met een kogel in de buik werd hij door zijn kornuiten in de zuiverste maquisstijl in een grot in het bos van Odour ondergebracht en daar ook door hen verzorgd. Met een schaar trachtte men o.a. de kogel uit het lichaam van Vandeputte te verwijderen. Bij een klopjacht werden Vandeputte en Ghassoul uiteindelijk aangehouden, terwijl Lebon inmiddels naar Charleroi was uitgeweken waar hij zichzelf gevangen meldde.
Het is voor deze misdrijven dat de drie gangsters thans verantwoording moeten afleggen voor het Assisenhof.
Dat na hun ontsnapping heel het gerechtelijke apparaat in paniek verkeerde is begrijpelijk: Freddy Vandeputte (30), taxiuitbater, werd in ’75 tot levenslange dwangarbeid veroordeeld wegens de organisatie van de overval op een zijner cliënten die daarbij de dood vond.
Christian Lebon (24) bijgenaamd “de wurger van Gilly”, zat eenzelfde straf uit. Hij had einde ’74 een alleenstaande caravanbewoner met messteken afgemaakt en daarna gewurgd om de man te kunnen bestelen.
De derde man, de in Frankrijk geboren, maar in België wonende Algerijn Michel Ghassoul (30), was maar uitbater van een ontuchthuis, waarvoor hij trouwens veroordeeld werd. In april ’74 had hij ook maar vijf jaar gevangenis opgelopen voor de overval op een postkantoor van Gilly, waarbij hij 3.000.000 fr. had buitgemaakt. Hij kon echter vrij vlug geïdentificeerd worden en aangehouden worden, maar ontsnapte een eerste keer door zijn bewaker neer te slaan op het ogenblik dat hij van de gevangenis naar het ziekenhuis werd overgebracht. Hij werd later te Parijs terug aangehouden en uitgeleverd.
Nep-pistool
De klap op de vuurpijl kwam echter op zondag 20 maart 1977, toen het drietal andermaal ontsnapte, uit de gevangenis van Bergen ditmaal. Freddy Vandeputte had toen een nep-pistool gefabriceerd uit broodkruimels en voorgekauwd karton, waarmee hij zijn cipier bedreigde, negen andere cipiers in een cel deed opsluiten, zijn twee kornuiten Lebon en Ghassoul bevrijdde, de directeur van de gevangenis tegen de grond mepte, waardoor deze 10 procent blijvende invaliditeit opliep en ten slotte aan de haal ging met de sleutelbos van de gevangenis van Bergen. Een paar dagen later kon het trio opnieuw worden gevat en het is te begrijpen dat het gerecht thans bijzonder zuinig omspringt met dit driemanschap dat thans werkelijk niets meer te verliezen heeft en van wie de eerste twee zelfs tweemaal levenslang riskeren.
Ze worden dan ook bijzonder omzichtig “verplaatst” en gaan telkens links en rechts aan rijkswachters geketend de zaal in en uit.
Er ontstond dan ook enige hilariteit in de zaal toen boven in de koepel van de assisenzaal, die in herstelling is, arbeiders aan de slag gingen met touwen en stellingsmateriaal. Alle aanwezigen zagen onmiddellijk een nieuwe ontsnappingspoging, op het getouw gezet door vrienden uit het milieu. De beklaagden keken hoopvol, maar ongelovig naar boven.
Solidair
Tijdens de eerste procesdag werd de jury samengesteld en de akte van beschuldiging voorgelezen, waarin Henri Charriére beslist elementen zou gevonden hebben voor een vervolg van zijn roman “Papillon” waarin hij de ontsnappingspogingen van een verbannen Franse boef op Cayenne beschrijft.
Bij de ondervraging door de voorzitter raadsheer Van Nispen blijkt de onverstoorbare solidariteit onder de drie “papillons” die elkaar zoveel mogelijk trachten te dekken.
Zeggen we hier ook nog dat de twee gangsters die al levenslang kregen een vrij behoorlijk voorkomen hebben. Vandeputte, goed in de kleren, en met zijn afgemeten antwoorden, zou zich even goed als boekhouder of expediteur kunnen uitgeven. Bij Lebon valt de verzorgde haarsnit op. Hij zou kapper kunnen zijn of vertegenwoordiger of zelfs journalist … waarmee we maar willen bewijzen dat we geen enkel beroep in diskrediet willen brengen.
Alleen voor Ghassoul, met zijn zwarte haardos, volle baard, pokdalig gezicht met een litteken versierd, zouden we bij voorkeur een straatje omlopen. Hij heeft inderdaad zijn boeventronie tegen.
In deze zaak moeten meer dan 80 getuigen worden gehoord. Ieder der beklaagde heeft twee raadgevers, terwijl de Belgische Staat zich burgerlijke partij stelde wegens de verwondingen aan de rijkswachters. Er wordt dan ook rekening mee gehouden dat het proces wel drie weken kan aanslepen.
Bron: Gazet van Antwerpen | 3 Oktober 1978
“Wij wilden niemand doodschieten”
Dinsdag is voor het Assisenhof van Henegouwen het proces voortgezet van de drie zware jongens Ghassoul, Lebon en Vandeputte. Weer leek het justitiepaleis van Bergen een door de rijkswacht belegerde vesting waar niemand zonder controle in of uit kon en weer was het publiek even talrijk als bij de openingszitting.
Woensdagmorgen werd de ellenlange opsomming van de ten lasteleggingen voortgezet. Eerst ging het om een diefstal met inbraak bij een particulier te Ghlin op 18 september 1976. Daar zouden een som van 20.000 fr., kleren, een lichtpistool, dolkmessen enz. zijn ontvreemd. Alle drie bekennen probleemloos hun aandeel in deze zaak. Eveneens probleemloos worden pogingen tot diefstal van auto's en twee andere diefstallen bekend. Deze feiten werden dezelfde avond en nacht gepleegd als de inbraak te Ghlin.
Op 20 september roofden zij in een woning te Hornu een 22 mm-karabijn, evenals een jachtgeweer en een automatisch pistool en munitie. Op 21 september ging het er ernstiger aan toe. Toen was het postkantoor te Tertre uitgezócht als doelwit van hun operatie. Omstreeks 6 uur 's ochtends traden de drie gewapend en gemaskerd het kantoor binnen, knevelden alle aanwezige postmannen en sneden twee postzakken open op zoek naar geld. Op hun verzoek de geldkoffer te openen beweerde geen van de bedienden daarvan een sleutel te hebben, waarop het gangstertrio met lege handen ook wijkt.
Vuurgevecht
Vervolgens werd de zwaarste affaire, de schietpartij te Thulin, behandeld. Deze vond plaats op de avond van 22 september. Twee rijkswachters, Alphonse Coinne en Alain Herbint, werden daarbij zwaar gewond. Vandeputte kreeg toen overigens een kogel in de buik. Voor deze zaak worden Ghassoul, Vandeputte en Lebon beschuldigd van moordpoging. Zeker was dat het trio die avond gewapend was. De nieuwe uitbaatster van de “Tabou” wist zich eventjes af te zonderen om de rijkswacht van Quiévrain op te bellen.
Op zijn vraag aan de betichten hoe de schietpartij is verlopen, antwoordde Vandeputte formeel dat hij het eerste schot heeft gekregen. Waarop de voorzitter reageerde dat de rijkswachters even formeel volhouden dat zij eerst door Vandeputte zijn beschoten.
Op een vraag van de voorzitter, zegde Vandeputte nooit tot Ghassoul te hebben geroepen : “Maak hem af!”.
Ondervraagd over dezelfde feiten, beweerde Lebon dat hij op het ogenblik van de eerste schoten niet heeft gezien omdat hij nog binnen in de bar was. Daarna zegde hij geroep te hebben gehoord en een rijkswachter te hebben gezien die in schietpositie voor Freddy stond. “Daarop heb ik twee schoten afgevuurd”, zo zegde beschuldigde.
De voorzitter: “Naar uw mening wilde de gendarm Vandeputte doden?”
Lebon: “Ja, dat dacht ik, maar ikzelf wou niet doden.”
Tot slot was het Ghassouls beurt om het zijne te zeggen over de schietpartij te Thulin. Bij een eerste versie van de feiten poogde de gangster alles op de rug van zijn gezellen te schuiven.
Thans gaf Ghassoul toe dat hij in het rond was beginnen te schieten na de allereerste schoten te hebben gehoord. Hij zegde zelf: “Ik ben een rijkswachter genaderd die op de grond lag en die mij smeekte hem niet te doden. Het is volkomen fout dat ik nog heb gevuurd toen ik al over de rijkswachter gebogen stond”.
Verder zegde de beschuldigde nog dat hij bij het in 't rond schieten steeds zijn pistool naar de grond had gericht. Net zoals zijn twee kameraden ontkende Ghassoul dus ten stelligste ooit maar de bedoeling te hebben gehad te doden.
Ontsnapt
Volgend punt van het verhoor behelsde de ontsnapping uit de gevangenis van Bergen. De betichting van gijzeling in het kader van deze affaire betreft slechts Verdeputte en Lebon, hoewel Ghassoul uiteraard wist te profiteren van de gelegenheid die zich bood om te ontkomen.
Vandeputte gaf vlot toe het valse pistool uit broodkruim en karton te hebben ineengeknutseld en ermee bewaker Jacques Dumont te hebben bedreigd evenals bewaker Lechien. Deze laatste, zo weze overigens opgemerkt, werd onlangs aangehouden om zich te hebben laten omkopen, waardoor Ghassoul opnieuw kon ontsnappen.
Vandeputte gaf ter zitting ook toe Lebon en Ghassoul te hebben bevrijd na negen bewakers in een cel te hebben opgesloten en na gedreigd te hebben het vuur op hen te zullen openen indien de portier hem de grote toegangspoort niet wou openen.
Dinsdagnamiddag wordt Lebon op zijn beurt ondervraagd over de gijzeling. De man treft overigens de zwaarste beschuldiging, vermits hij de directeur van de gevangenis op de grond heeft geworpen. Daarbij liep de h. Duchêne verscheidene breuken op aan de benen met als gevolg een blijvende invaliditeit van 10 procent.
Lebon geeft toe dat hij de directeur bij de arm heeft getrokken, zodat deze is gevallen. Maar volgens de beschuldigde was de h. Duchêne dronken.
De zitting werd beëindigd met het verhoor van onderzoeksrechter Pirmez. Deze handelde over zijn onderzoek naar de schietpartij in Thulin. De vaststellingen, die terzake konden worden gedaan en vervat zijn in de akte van beschuldiging, leidden ertoe dat het trio beschuldigd werd van moordpoging.
Volgens de onderzoeksrechter valt het moeilijk te achterhalen wie te Thulin eerst heeft geschoten.
Heden wordt de zitting om 9u hervat.
Bron: Gazet van Antwerpen | 4 Oktober 1978
Overval op postkantoor te Tertre werd flop
Bij het begin van de vijfde dag, vrijdagmorgen, in het proces Vandeputte-Lebon-Ghassoul voor het Hof van Assisen van Henegouwen, wordt nog even teruggekomen op het incident van donderdagmorgen, waarbij de verdedigers hadden geweigerd hun aktentassen te laten doorzoeken door de rijkswachters aan de ingang van de gerechtszaal. Mr. Graindorge, eerste verdediger van Vandeputte dankte het hof omdat het het geschil heeft beslecht zonder de eer en de rechten van de verdediging te schenken.
De eerste getuige is de h. Jonet van de gerechtelijke politie van Doornik. Hij vertelt dat hij enkele dagen vóór de schietpartij de “Tabou” te Thulin had doorzocht omdat hij getipt was dat daar misschien voorwerpen waren verborgen om de ontsnapten te helpen. Het onderzoek leverde echter niets op.
Dan volgen een aantal getuigenissen in verband met misdrijven die door het drietal werden gepleegd vóór het drama van Thulin. Het betreft op zichzelf ernstige feiten, die echter bij de uiteindelijke uitspraak van de jury weinig zullen doorwegen, overschaduwd als zij worden door de hoofdbeschuldigingen van moord.
Op 14 september 1976 pleegde het trio een mislukte overval te Mourcourt en een diefstal in een grootwarenhuis te Jemappes. Op 21 september was er een poging tot hold-up in het postkantoor te Tertre. De gangsters moesten er zonder buit afdruipen omdat alleen de ontvanger de sleutel van de brandkast had en die niet aanwezig was. Er zat trouwens maar 1.950 fr. in. Enkele postboden vertellen dat de gewapende en gemaskerde bandieten hun geboden de handen op te steken en hen daarna knevelden.
Op verzoek van de verdediging vraagt de voorzitter of getuigen zich bedreigd voelden, dan wel of ze dachten dat het om een grap ging. De brievenbestellers verklaren dat ze eerst aan een grap dachten, maar dat dit slechts enkele seconden heeft geduurd, nadien voelden ze zich echt bedreigd.
Mr. Debecker, verdedigster van Ghassoul, zorgt nog voor een incident. Ze haalt een krantenknipsel voor de dag waarin staat dat Mw. Antonia Todaro, die donderdag had getuigd, ontzet is uit haar burgerlijke en politieke rechten. Niettemin heeft zij de eed afgelegd. De advocaat-generaal roept daarop: “als wij het strafregister van alle getuigen moesten napluizen, zouden wij er nooit uit geraken”. De voorzitter voegt er aan toe dat het Hof van Cassatie toch geen rekening houdt met klachten, ingediend nadat de gewraakte getuige zijn verklaring al heeft afgelegd.
De zitting wordt daarop gesloten tot maandagmorgen.
Bron: Gazet van Antwerpen | 7 Oktober 1978
Ghassoul recordhouder van aantal ontsnappingen
In het proces tegen Vandeputte, Lebon en Ghassoul heeft de inspecteur van de gerechtelijké politie Franco verklaart, dat Vandeputte tien dagen nodig had om de stukken van zijn vals pistool aan te maken met brood, een sardienenblikje, een stuk van een stoelpoot en een kogelpen. Maar hij had het in een goed half uur in elkaar gestoken.
Inspecteur Gilbert somde op hoeveel keer het drietal uit de gevangenis ontsnapte of ontvluchtingspogingen ondernam. Hier spant Ghassoul ongetwijfeld de kroon: Hij ontsnapte uit tehuizen waar hij als jongere was geplaatst, uit het Sint-Jorisziekenhuis te Bergen na zijn aanhouding voor een overval te Gilly, uit het gerechtshof te Charleroi in 1975, uit de centrale gevangenis te Leuven in september 1976, uit de gevangenis te Bergen in maart 1977 en in juni 1978.
Terugkomend op het drama van Thulin verklaarde inspecteur Gilbert, dat van in het begin de uitbaatster van de “Tabou” hem had gesproken over de uitroep “achève le” (maak hem af). Verdediger Magnée liet verstaan, dat men haar die bezwarende uitspraak wel eens zou kunnen in de mond gelegd hebben, om te kunnen terugvallen op een andere getuige dan de rijkswachters Corinne en Herbint.
In verband met de foto, die een krant publiceerde over de schietpartij te Thulin, sprak de verdediging van “schending van het onderzoeksgeheim”. De foto wordt bij het dossier gevoegd.
Tot besluit deelde de voorzitter mee, dat het hof twee bijkomende vragen zal stellen aan de jury: Heeft Lebon vrijwillig slagen en verwondingen toegebracht aan gevangenisdirekteur Duchène? Hebben die verwondingen een bestendige werkonbekwaamheid veroorzaakt?
Tijdens de namiddagzitting kwamen de getuigen van de verdediging aan het woord. Een buur, een veearts en zijn gewezen schoonmoeder noemen Vandeputte respectievelijk “een helper in nood”, “een dierenvriend” en “een goede jongen”. Vandeputte begint te wenen, voor de eerste maal tijdens dit proces, wanneer zijn voormalige vrouw verklaart niet te begrijpen hoe hij deze weg is kunnen opgaan.
De thesis van gerechtsarts Sossoignies betreffende de kogelbaan tijdens de schietpartij te Thulin, waarbij Vandeputte geraakt werd, wordt bijgetreden door Dr. Billot, opgeroepen door de verdediging. Zij moet immers bewijzen dat rijkswachter Herbint nog niet gewond was toen hij vuurde. Hierna wordt de zitting opgeheven tot donderdagochtend.
Bron: Gazet van Antwerpen | 12 Oktober 1978
Verdedigers zwakken beschuldigingen af
Maandag werd voor het Hof van Assisen van Henegouwen de elfde dag in het proces ten laste van het trio Vandeputte, Lebon en Ghassoul ingezet.
Mr. Odette Haas kwam als derde verdediger van Vandeputte aan het woord. Haar betoog kwam er in hoofdzaak op neer te bewijzen dat de beschuldiging van gijzeling in de gevangenis van Bergen geen steek hield en absoluut niet kon vergeleken worden met de ernstige feiten die zich de jongste jaren herhaaldelijk in Italië en Duitsland hebben voorgedaan.
Mr. Helena Hauptmann, eerste advokaat van Christian Lebon, gaf vervolgens grif toe dat haar cliënt algehele bekentenissen heeft afgelegd, althans wat de minder belangrijke feiten betreft. Ze betwist niet dat tijdens de ontsnapping uit de gevangenis slagen werden toegebracht aan directeur Duchêne. Maar volgens haar zijn die het gevolg geweest van het gedrang dat daarbij ontstond.
Na eerst de overvallen van Mourcourt en Tertre een beetje te hebben afgezwakt snijdt zij de schietpartij van Thulin aan. Zij houdt vol dat er niet de geringste voorbedachtheid was bij Lebon. Alles wordt hier beheerst door de snelheid waarmee de feiten zich hebben afgespeeld en de verwarring die er het gevolg van was. “Ik heb de indruk dat Lebon gevuurd heeft zonder te mikken”, aldus de advocate, die het hof verzoekt een bijkomende vraag te stellen aan de gezworenen: die van de vrijwillige slagen en verwondingen waarop logischerwijze bevestigend zou moeten worden geantwoord, waardoor de beschuldiging van vrijwillige doodslag zou komen te vervallen.
Wat de gebeurtenis in de gevangenis van Bergen betreft is Lebon volgens pleiter schuldig aan slagen aan de h. Duchêne en niet aan gijzeling.
Mr. Madeleine Deroy, die eveneens Lebon verdedigt, schetst de persoonlijkheid van beklaagde, maar dan op een andere manier dan in de bundel is gedaan. Was hij reeds een stiekemerd en een wreedaard op zesjarige leeftijd, zoals een onderwijzer beweert? Pleiter betwijfelt dat. In werkelijkheid is hij een opgroeiende jongeman die zich de zwaarste moeilijkheden op de nek haalde met de moord te Gilly. Na de zware straf die hij daarvoor opliep is hij een en al berusting. Tot besluit verzoekt hij dan ook de jury Lebon schuldig te verklaren aan vrijwillige slagen en verwondingen zowel voor de ontsnapping als voor Thulin en niet in te gaan op de zeer zware beschuldigingen die door het openbaar ministerie tegen hem werden uitgebracht.
Twijfels
Na een korte onderbreking komt Mr. Anne Krywin aan het woord voor Ghassoul. Zij belicht speciaal zijn rol in het drama van Thulin. Niet zonder er eerst te hebben op gewezen dat de twijfel in het voordeel van haar cliënt moet spelen.
Pleiter stelt vast dat de openbare aanklager bij gebrek aan concrete bewijzen zijn toevlucht heeft gezocht in de * psychologie om Ghassoul schuldig te verklaren aan moordpoging op de beide rijkswachters. “Ik ben er zeker van dat Herbint heeft gelogen en dat zijn collega Coinne niet de gehele waarheid verteld”. Ook de deskundige in ballistiek krijgt een veeg uit de pan. Zijn werk zou er enkel hebben in bestaan de werkelijkheid te verdraaien …
“Ik ontkent dat Ghassoul het genadeschot heeft willen geven aan rijkswachter Coinne”, aldus Mr. Krywin, die ten bewijze daarvan een indrukwekkende reeks argumenten naar voren brengt. De advocate gaat er hard tegenaan wanneer zij de vraag in de zaal slingert: “Waarom zouden de rijkswachters boven alle verdenking staan? En de politiemannen van Elsene? En rechter Jespers?” Tot besluit van haar pleidooi verzocht zij de jury te verklaren dat Ghassoul te Thulin niet heeft willen doden.
De tweede verdediger van Ghassoul, Jacques De Becker, kan niet dulden dat een man tot wanhoop wordt gedreven en aan het slot van zijn betoog verzoekt hij de gezworenen neen te antwoorden op een hele reeks vragen. “Het dossier werd flink aangedikt”, aldus pleiter.
De namiddagzitting is begonnen met een nieuw arrest van het Hof waardoor de door de verdediging voorgestelde vragen niet gesteld zullen worden. Het betrof vragen over de zaak van Thulin, slagen en verwondingen aan de rijkswacht en het tijdelijk karakter van de werkongeschiktheid van de directeur van het ziekenhuis van Bergen. Worden wel weerhouden de vragen over de vlucht uit de gevangenis van Bergen en de bedreiging door gebaren. Vervolgens werden de replieken gehoord. De aanklager noemde het beschuldigde trio “een bende die tot alles in staat is”.
Bron: Gazet van Antwerpen | 17 Oktober 1978
Jury beraadslaagt over 265 vragen
Dinsdagmorgen, bij het begin van de twaalfde en nagenoeg zeker voorlaatste dag in het proces van het trio Vandeputte, Lebon en Ghassoul voor het Assisenhof van Henegouwen, heeft voorzitter Van Nijsen de lezing voortgezet van de 265 aan de jury gestelde vragen. Een groot deel van deze vragen heeft betrekking op kleinere tenlasteleggingen zoals het stelen van een fles water, het namaken van een nummerplaat voor een auto, de diefstal van een zaklamp, van twee schroevendraaiers enz. … In feite zijn slechts de eerste eenentwintig vragen echt belangrijk.
Nagenoeg alle hoofdvragen zijn dan op hun beurt nog opgesplitst in bis, ter en zelfs quater. De eerste zeven behelzen voornamelijk de beschuldiging van gijzeling (alleen ten laste van Vandeputte en Lebon) bij de ontsnapping uit de gevangenis van Bergen op 20 maart 1977. De vragen 8 tot 21 slaan op de schietpartij te Thulin met als voornaamste aantijging de pogingen tot vrijwillige doodslag met voorbedachtheid op de rijkswachters Coïnne en Herbint.
Verder komen de vragen over de diefstal met geweldplegingen en bedreiging in een grootwarenhuis te Jemappes, op 14 september 1976, en de pogingen tot overval te Mourcourt en te Tertre.
Omstreeks 11u trok de jury zich terug om te beraadslagen. De lokalen van het Assisenhof werden afgesloten, met inbegrip van de gehoorzaal en voor velen begon het wachten. Algemeen wordt aangenomen dat dit wel eens lang kan aanslepen. Dinsdagmorgen kon men de leden van de jury overigens zien aandraven met lunch- en avondmaalpaketten.
Bron: Gazet van Antwerpen | 18 Oktober 1978
15 jaar voor Vandeputte en Ghassoul levenslang voor Lebon
Het Hof van Assisen van Henegouwen heeft woensdag het proces voortgezet tegen Vandeputte, Lebon en Ghassoul, over wie in de nacht van dinsdag op woensdag het verdict viel.
Na anderhalf uur beraadslaging vielen voor het Assisenhof van Henegouwen de straffen. Alfred Vandeputte en Michel Ghassoul werden veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf, Christian Lebon tot levenslange dwangarbeid. De drie beschuldigden aanhoorden onbewogen de vonnissen.
In zijn rekwisitoor verwierp de substituut van de Procureur des Konings woensdagnamiddag alle verzachtende omstandigheden. Hij legde de nadruk op het steeds toenemend geweld. Voor Lebon, beschuldigd van gijzeling, zei hij nochtans niet de doodstraf te zullen eisen. Het Openbaar Ministerie verzette zich tevens tegen de wensen, die waren naar voren gebracht door de verdediging, om meer rechten en comfort toe te kennen aan de gevangenen. Na nog herinnerd te hebben aan de ernst van de tenlasteleggingen eiste de h. Briquet voor Vandeputte en Lebon levenslange dwangarbeid, en voor Ghassoul 25 jaar dwangarbeid.
Mr. Graindorge, verdediger van de eerste beschuldigde, zei daarop dat de aanklager het arrest van de jury niet eerbiedigt, vermits hij een zware straf eist voor Vandeputte, die dinsdagnacht nochtans werd vrijgesproken van de feiten te Thulin (de schietpartij), dan voor Ghassoul, die ter zake schuldig werd bevonden aan moordpoging.
Tegen gevangenisstelsel
Vervolgens ging de advocaat opnieuw tekeer tegen het gevangenisstelsel, en zei hij verontwaardigd te zijn over de omvang van de straf, die tegen zijn cliënt wordt gevorderd. Meteen herinnerde Mr. Graindorge eraan dat men kan afdalen tot een minimum van drie jaar. Hij besloot echter met voor zijn cliënt een matige straf te vragen.
Mr. Magnée, die aan de beurt kwam na Graindorge, bezwoer de jury niet de gijzelaar te zijn van de openbare mening en menselijk te blijven.
Kwam vervolgens Mr. De Becker aan het woord als eerste advocaat van Ghassoul. Deze zei dat de wet de jury toestaat minimaal twee jaar gevangenisstraf op te leggen, “maar het is niet dat wat ik U vraag”, aldus de verdediger, “tussen twee en twintig jaar is er evenwel een zeer groot verschil en de mogelijkheid bestaat een juiste en gematigde straf uit te spreken”, zo zei hij.
Mr. Kriwyn, tweede verdediger van Ghassoul, stelde zijn cliënt voor als een sympathiek man, die ervan hield in gemeenschap te leven. “Maar van zodra men hem niet meer als een mens beschouwde, is hij veranderd”, aldus de verdediger. “Maar”, zo ging deze voort, “hij zal opnieuw een modelgevangene worden als de straf, die men hem oplegt, maar rechtvaardig is”.
Kwamen tot slot de Mrs. Deroy en Hauptman pleiten voor Lebon. Deze legden er de klemtoon op dat hun cliënt in de gevangenis van Bergen alleen maar volgzaam is geweest en dat, indien hij daar de directeur heeft omvergelopen en verwond, dit is gebeurd uit zenuwachtigheid, net zoals dat het geval is geweest te Thulin. De twee vrouwelijke advocaten vroegen dat men de aanklager niet zou volgen.
Daarop trokken jury en Hof zich terug om te beraadslagen.
Bron: Gazet van Antwerpen | 19 Oktober 1978
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
YouTube