Op 16 juni 1979 verscheen in Gazet van Antwerpen een interessant artikel over het steeds groter wordende probleem van stropers. Ik haal een aantal stukken uit dit artikel die interessant kunnen zijn.
Wat vaak terug komt in het artikel zijn "long rifle kaliber .22" en "geluidsdemper". Deze informatie is natuurlijk uitermate interessant in verband met de gevonden jachtkarabijn kaliber .22.
“De stroperij van onze jaren zeventig ziet er helemaal anders uit. Zij is mobiel geworden en zij gebruikt uiterst modern materieel.”
(...) Ook erg toegenomen in aantal zijn de naïeve jongelui die in volle dag met hun auto de veldwegen opzoeken en daar - weeral met de long rifle kaliber .22 - aan het knallen gaan op al wat beweegt. Zij voelen zich daarbij best op hun gemak en als ze gevat worden - wat meestal het geval is - kijken ze zelfs verontwaardigd op. “Hoe kan dat nu, verweren ze zich, in de wapenwinkel hebben ze me gezegd dat ik met dat geweer mag schieten.”
(...) Van een heel andere aard zijn de nachtstropers, zij horen trouwens thuis in de tweede, gevaarlijke categorie. Vooreerst heb je daarin de mannen met de lichtbakken. Ze werken gewoonlijk met drie. Een die de op een zware motorbatterij lopende lichtbak hanteert, een die schiet en een gewapende derde die dertig meter verder de wacht houdt.
Als ze betrapt worden gebeurt het heel dikwijls dat ze hun wapens niet neerwerpen maar integendeel hun felle lichtbundel op de agent richten die daardoor verblind geraakt. De situatie wordt dan des te gevaarlijker omdat deze stropers zich vaak op voorhand moed hebben ingedronken in een café. Vooral in de streek van Diest - Sint-Truiden-Tienen wordt veel aan lichtbak-stroperij gedaan, augustus-september is duidelijk het hoogseizoen voor deze nachtridders die handig de walkie-talkie weten te gebruiken voor hun onderlinge communicatie en die bij voorkeur met een kaliber 22 werken, vanzelfsprekend uitgerust met een geluidsdemper.
Weer anders gaan georganiseerde specialisten te werk die in kleine groepjes optrekken. Zij zijn moeilijk te vatten omdat ze muisstil zijn en in het donker werken. De wapens die zij gebruiken zijn uiterst modern, de geluidsdempers zijn zo perfect dat je eerder het inslaan van de kogel in het wild hoort dan het schot zelf. Ze gebruiken daarbij speciale richtkijkers, verlicht door een minuscule ingenieuze lichtbron die op een kleine- batterij loopt.
(...) Tot dezelfde categorie “specialisten - maar brutaler en minder verborgen - de nachtelijke stropers met de auto. Ze gebruiken steeds oude wagens met valse nummerplaten of zelfs zonder enige identificatie en ze verplaatsen zich snel langs de kleine binnenbaantjes die ze perfect kennen.
Naast de verblinde koplampen die het wild lokken, hebben ze steeds een sterke schijnwerper bij. De schutter neemt een strategische positie in, op de achterbank en met opengedraaid zijraampje. In de regel worden slechts enkele stuks wild op dezelfde plaats geschoten. Dan is het zo vlug mogelijk weg wezen. Snelheid en bewegelijkheid zijn de hoofdtroeven van deze mensen die zuiver uit winstbejag opereren. Het is geen uitzondering als zij op een nachtelijke raid een volle autokoffer wild bijeen krijgen en dan wordt het een lonende bezigheid als je weet dat jonge patrijzen verleden jaar 400 fr. per stuk haalden.
In het artikel staat ook deze foto:

"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
YouTube