In juli 1988 herhaalt Bultot zijn eerdere - ongefundeerde - beschuldigingen (zie dit artikel » Forum) nogmaals. Het is natuurlijk gemakkelijk om "voor niet of niemand te zwijgen" als je zelf in het buitenland zit, op de vlucht voor justitie.
Bultot herhaalt beschuldigingen vanuit Paraguay: “Onderzoek naar Bende van Nijvel bewust geblokkeerd”
In een vijf bladzijden lange verklaring, die Jean Bultot aan onze redactie en aan VU-Kamerfractieleider Hugo Coveliers, secretaris van de parlementaire onderzoekscommissie naar het banditisme, liet bezorgen, herhaalt de ex-adjunct-directeur van de gevangenis van Sint-Gillis zijn beschuldigingen dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel wetens en willens werd geblokkeerd en in verkeerde richtingen gestuurd. "Ik zwijg niet, voor niets of niemand", aldus de vroegere adjunct-gevangenisdirecteur.
Na de omstandigheden te hebben beschreven waarin hij in november 1985 een tweede maal werd aangehouden wegens onwettig bezit van munitie, verklaart Bultot dat de rogatoire commissie, die drie jaar later naar Paraguay werd gestuurd (en die bestond uit één vertegenwoordiger van het parket van Dendermonde, één van Nijvel en één van Charleroi), hem te Asuncion bevestigde dat de onderzoeksrechter hem toen onder valse beschuldigingen had laten aanhouden. "De onderzoeksrechter handelde op last van een zeer hoge autoriteit”, aldus Bultot.
”Centraal stond een verslag van de Belgische Staatsveiligheid, waarin gezegd werd dat ik 200 Belgische wapens naar Paraguay wou smokkelen. Een belachelijke beschuldiging, te meer daar het Paraguayaans leger met
FN-wapens is uitgerust…”
Leroy en Gol
Bultot weidt in zijn verklaring verder uit over zijn (toenmalige) vriendschappelijke relatie met Claude Leroy, de vroegere eerste-substituut en kabinetsmedewerker van Justitieminister Gol.
“Leroy bezorgde mij een dossier, dat hem zelf in de gevangenis van Sint-Gillis was toegeschoven. Het betreft het rapport van de BOB van Waver aan de Nijvelse onderzoeksrechter Schlicker, waarin de overval op wapenhandelaar Dekaise kadert in een drug- en wapentrafiek tussen het Midden-Oosten en West-Europa, met vertakkingen naar Bulgarije. (N.v.d.r.: dit rapport werd vroeger al in onze krant besproken). Door verschillende speurders werd mij bevestigd, dat de sporen, in het rapport aangegeven, opzettelijk nooit verder werden onderzocht, en dat uit dit dossier verschillende stukken waren verdwenen..." Verder handelt Bultot over de activiteiten van Leroy op het kabinet van de toenmalige Justitieminister Gol.
"Leroy moest verschillende onderzoeksdossiers naar Gol doorschuiven”, aldus Bultot. "Onder meer het dossier-Vanden Boeynants, dat ook nog een luik "wapentrafiek” en een luik "drugs" bevatte, en dat "gezuiverd” werd, zodat uiteindelijk alleen nog het fiscale gedeelte werd weerhouden. Het dossier-Mathot werd op eenzelfde manier "behandeld". "Ook werden mij de goede relaties en de bescherming bevestigd van de h. Kaida van het casino te Namen”, gaat Bultot verder. "Kaida hielp Gol bij zijn verkiezingscampagne. Diezelfde Kaida werd ereburger van Brussel, en, na storting van een bedrag in de plaatselijke partijkas, ereburger van Watermaal-Bosvoorde, de gemeente waar Claude Leroy woonde.”
Butlot verklaart vervolgens dat hij via Leroy de raad kreeg uit België te verdwijnen, en zijn mond te houden, en dat hem dan niets zou gebeuren: “Dit laatste weigerde ik”, aldus Bultot. In de RTBF-uitzending "Au Nom de la Loi” van 19 december 1986 kon mijn eerste verklaring vanuit Paraguay worden gehoord. De dag daarop werd mij in een anoniem telefoontje te Asuncion verzekerd dat het mij nog zou spijten, en nog een dag later werd te Brussel mijn voornaamste informant, de gangster Ramadan Dodack, in zeer mysterieuze omstandigheden vermoord. Zijn restaurant ”Le Jambon” aan de Charleroisesteenweg te Brussel werd gedynamiteerd.”
Kirschen
"Ik weet ook dat Claude Leroy na zijn eerste ontslag uit de gevangenis de gelden van de klanten van Kirschen recupereerde", aldus Bultot. "En dat hij mij op een gegeven moment vroeg om valse Paraguyaanse documenten te bezorgen voor het brein van de kraak in de Brusselse Hoogstraat...”
"Wat de affaire-Mendez betreft, werd mij bevestigd dat Francis Calmette, lijfwacht van commissaris Smets van de Staatsveiligheid, werd opgemerkt toén hij de kantoren van de broer van Juan Mendez in het oog hield ...
“Door de rogatoire commissie werd ik hier in Paraguay ten slotte ondervraagd over een telefoongesprek, dat ik vanuit mijn bureau in de gevangenis van Sint-Gillis had gevoerd. Ik beschikte daar over 10 verschillende lijnen. Formeel bevestigde de commissie dat ik door de Staatsveiligheid was afgeluisterd.”
Bron: Gazet van Antwerpen | 25 Juli 1988
"Le monde est dangereux à vivre! Non pas tant à cause de ceux qui font le mal, mais à cause de ceux qui regardent et laissent faire." Volg ons via »
Facebook |
YouTube