Jean-Claude Lacroix: "(...) In een eerste stadium heeft expert Dery de link gelegd tussen dit wapen en twee 9 mm kogels die waren teruggevonden, één in de Santana, als ik het me goed herinner, en de andere in het bos van La Houssière. De opdracht werd toen toevertrouwd aan een College van deskundigen samengesteld uit de heer Celens van de Koninklijke militaire school en Kolonel Demanet. Uiteindelijk bestond er geen zekerheid meer over dat dit wapen was gebruikt bij de feiten van de Bende van Nijvel. (...)"
Bron: Bendecommissie II (bijlage 6 & 7)
Als je dit naast het artikel van de Gazet van Antwerpen legt, dan lijkt het dus alsof Dery (in zijn eentje? ingefluisterd door hogerhand?) op 17 januari een eerste, voorbarige link legt tussen het bij Bouhouche teruggevonden bolognaise-wapen en de bende van Nijvel. Die link wordt niet op papier gezet en enkel telefonisch gedeeld met de gerechtelijke autoriteiten (zie artikel hierboven).
Schlicker bevestigt dat ook tijdens het proces van de Borains waar hij roept dat hij een wapenlink gevonden heeft tussen de zaak-Bouhouche/Mendez en de bende van Nijvel. Hij zegt daar letterlijk dat hij geen schriftelijk verslag heeft van de link, maar dat de link hem mondeling werd meegedeeld door de deskundigen. (Bron: Gazet van Antwerpen, 22 januari 1988)
In de dagen daarna hebben dan vermoedelijk Celens en Demanet zich over het wapen gebogen, en zij kwamen tot een heel andere conclusie. Die wel op papier werd gezet; op 27 januari dienen ze dat verslag in (zie opnieuw artikel hierboven).
In de tussentijd zijn Schlicker en Goffinon al vol met de eerste, voorbarige, mondelinge conclusie van Dery aan de haal gegaan. Op 21 januari leggen ze een bom onder het proces van de Borains, waar ze roepen dat ze een wapenlink hebben tussen zaak-Bouhouche/Mendez en de bende van Nijvel (en dat er ook wagen/nummerplaat-overeenkomsten zijn tussen de bende van Bouhouche en de bende van Nijvel). Cocu en co zien het graag gebeuren.
Jean-Pierre Doraene van de GP van Nijvel gebruikte de eerste, voorbarige conclusie over het wapen in dezelfde periode dan weer om Bouhouche aan het praten te krijgen, met succes.
Doraene: "Bovendien had deskundige Claude Dery uit een eerste expertise opgemaakt dat het wapen, het beruchte bolognaisepistool, gediend had bij een van de bendeovervallen. Ik werd op 15 januari naar de gevangenis gestuurd om dat aan Bouhouche te zeggen en hem te verhoren. Ik probeerde Bouhouche toen al twee jaar te ondervragen. Die dag is hij ingestort. Ik heb genoteerd wat hij toen zei: 'Quel coup fourré m'a joué Beijer.'"
Bron: Beetgenomen | Hilde Geens
Doraene situeert dat dus op 15 januari, twee dagen vóór er volgens de krant een wapenlink gelegd werd. Dat kan dus niet kloppen. Ofwel vergist er hier iemand zich, ofwel is men bij Nijvel al beginnen roepen dat er een wapenlink was nog voor het wapen onderzocht was.
Er is nog wel meer dat niet lijkt te kloppen in het verhaal van Doraene in Beetgenomen, want hij beweert ook dat Bouhouche, ten gevolge van de wapenlink die ze hebben gevonden, begint te praten en onder meer de garagebox aan de Vlaamsesteenweg opgeeft, terwijl in Loden jaren van Ponsaers te lezen staat dat die box al eind 1987 gevonden werd, op aangeven van Amory. (Tenzij het hier over twee verschillende boxen gaat, maar ik vermoed persoonlijk van niet.)
En dan op 27 januari, met het finale verslag van Demanet en Celens, stort het kaartenhuisje in. Schlicker zal niet veel later voor lange tijd ziek worden en speelt de zaak-Mendez kwijt aan de Brusselse onderzoeksrechter Luc Hennart. De Borains worden uiteindelijk vrijgesproken. Bouhouche klapt weer dicht.